Zaterdag verraste Froome in Bagnères-de-Luchon vriend en vijand met een aanval in de afdaling en pakte hij de ritzege en ook 13 seconden op zijn concurrenten. Zondag deelde Froome enkele prikjes uit op Andorra Arcalis, maar raakte hij bergop niet weg. Naar eigen zeggen had hij liever al wat meer bonus gehad in het klassement: 16 seconden op Adam Yates, 19 op Daniel Martin en 23 op Nairo Quintana. Toch is het gevoel goed.

“De wedstrijd kan nog alle kanten uit, maar ik draag wel al het geel”, zei hij. “Bovendien heb ik de voorbije dagen gevoeld dat ik met mijn team naar de oorlog kan, we zijn hier de sterkste ploeg in deze Tour. Vaak ben ik omringd door vier of vijf ploegmaten, terwijl anderen het met twee of drie stuks moeten stellen. Tactisch is het ook een goede zaak dat ik het geel nu al draag. Ik kan defensief rijden, het is aan anderen om aan te vallen.”

“Quintana? Ik verwachtte ook een aanval”

Verwacht werd dat dat zondag al zou gebeuren. Nairo Quintana kreeg met de Pyreneeën zijn geliefkoosd terrein voorgeschoteld, maar de Colombiaan hield de benen stil. Al is ook hij zeker niet slecht bezig. Vorig jaar telde Quintana nog voor de eerste bergrit al 1:28 achterstand op Froome, na de rit naar Neeltje Jans die door waaiers in stukken brak. Nu gaat het om amper 23 seconden en de voorbije jaren bewees de Colombiaan dat hij zijn piek kent in de derde week. Dus hield hij het zondag bij aanklampen.

“Ik dacht ook dat hij me zondag meer zou aanvallen”, aldus Froome. “Ik hield gisteren dus altijd iets in de reservetank, maar die aanval kwam er niet. Het is een vraag die je hem zal moeten stellen, waarom hij zo rustig bleef. Hij is trouwens ook in goeden doen, zo mocht ik vaststellen. Want toen ik een aanval plaatste op de slotklim, volgde hij zonder problemen.”

De Tour ligt dus na één week nog helemaal open. “Ik wist al voor de start van deze Tour dat de tegenstand sterk was en dat ik zou moeten vechten voor elke seconde”, herhaalde hij nog eens. “We staan met tien binnen één minuut van elkaar. Ja, de Mont Ventoux (donderdag) zal belangrijk zijn en de tijdrit daags nadien zal ook al veel zeggen. Maar daarna volgen ook nog de Alpen in de slotweek, met enkele belangrijke ritten. Het grote doel voor mij dit jaar was om iets frisser aan de Tour te beginnen, zodat ik ook in die derde week nog voldoende in de tank heb.”

“Zijn fiets wordt meer gecontroleerd dan die van anderen”

Op de persconferentie viel trouwens nog één bizarre vraag te noteren. Froome pleegde niet, zoals vorig jaar in de tiende etappe naar La Pierre Saint-Martin, een grote ‘coup’. Hij hield het bij een aanval in de afdaling en enkele speldenprikjes omhoog. “Heeft dat te maken met de verhoogde controles op motortjes in een fiets?”, opperde een journalist. Daarop greep teammanager Brailsford in.

“Een motortje vinden in een fiets is vandaag een gemakkelijke zaak”, repliceerde de Brit. “De fiets van Chris wordt meer gecontroleerd dan die van anderen, elke dag ondergaan we controles. De UCI feliciteerde ons onlangs nog met een e-mail omdat we het meest bereidwillige team zijn als het gaat om fiets- en mechanische controles. Als je hier met een motortje in je fiets rijdt, dan word je gewoon gepakt”, besloot Brailsford.

Froome trok er met “het sterkste team” op de rustdag ook even op uit om de beentjes te strekken: