“Elk vliegtuigincident is uniek”, vertelt Alison Duquette, woordvoerster van de Federal Aviation Association, het bureau van de Amerikaanse luchtvaartautoriteiten. “Bijgevolg is er dus geen veiligste zitplaats.” Dat is de theorie. Maar wat als we fatale vliegtuigincidenten uit het verleden naast de zetelnummers in het vliegtuig leggen?

In 2007 analyseerde het wetenschappelijke tijdschrift ‘Popular Mechanics’ de data van alle Amerikaanse commerciële vliegtuigcrashes sinds 1971. De conclusie? Zitjes in het achterste gedeelte van het vliegtuig, achter de vleugel dus, hadden de hoogste overlevingskans (69%). Wie ter hoogte van de vleugels zat tijdens een crash, had 56% kans op overleven. Voor het voorste gedeelte van het vliegtuig bedroeg die maar 49%.

Een tweede analyse waarvoor het magazine ‘Time’ door data van 17 incidenten over een tijdspanne van 35 jaar ging, bracht gelijkaardige resultaten aan het licht. Het achterste gedeelte had een sterftecijfer van amper 32%, terwijl wie in het midden en aan de voorkant plaatsnam respectievelijk 39% en 38% kans had het ongeluk niet te overleven.

Maar het onderzoek van ‘Time’ ging nog iets meer in detail: zo bleek een plaats in het midden van het achterste deel van het vliegtuig het best voor je overlevingskansen, met een sterftekans bij een crash van 28%. Wie in het midden van het middelste deel, ter hoogte van de vleugels, plaatsnam, had 44% kans - het hoogste percentage - om de crash niet te overleven.

Of je je moet laten leiden door bovenstaande statistieken in de keuze van een zitje, durven we niet te zeggen. De kans op een vliegtuigcrash is nog steeds onvoorstelbaar klein: volgens de site planecrashinfo.com amper één op 4,7 miljoen.