Jonas Hamers / ImageGlobe

Belgen sparen weer meer, vooral door automatische loonindexering

Dit jaar sparen we 5 miljard euro meer dan vroeger. Dat blijkt uit cijfers die VRT NWS en Knack opvroegen bij de Nationale Bank van België (NBB). De zogenoemde spaarquote (het beschikbaar inkomen dat we niet aan consumptie uitgeven) is de eerste helft van dit jaar gestegen tot 14 procent. Belangrijke kanttekening: dat cijfer zegt enkel iets over de totale bevolking en niets over de verdeling ervan.

Dat de Belgen op een berg spaargeld zitten, bleek de voorbije weken nog maar eens met het succes van de staatsbon. Die bracht bijna 22 miljard euro op, en dat is nog geen 7 procent van de 300 miljard die op de spaarboekjes staat. Bovendien lijken de huishoudens sinds het begin van het jaar ook weer meer te sparen. De eerste maanden van dit jaar spaarden ze 14 procent van hun inkomen. Dat is een trendbreuk.  

BEKIJK - Meer sparen dan vroeger? Mensen hebben daar hun twijfels over:

Videospeler inladen...

Jarenlang daalde de spaarquote oftewel het percentage van het inkomen dat wordt gespaard. Rond de eeuwwisseling werd nog 18 procent van het inkomen gespaard, maar daarna zakte het gestaag tot 12 procent in 2016, waar het jarenlang stabiel bleef hangen. Tot in 2020 en 2021. Toen spaarden de gezinnen respectievelijk meer dan 20 procent en 17 procent van hun inkomen.

Die sterke stijging had alles te maken met de coronacrisis: door de lockdown kon iedereen veel minder geld uitgeven, terwijl het inkomen van de burgers min of meer op peil bleef door de steunmaatregelen. Daarna viel het gezinssparen terug naar het niveau van vóór de pandemie: in 2022 zaten we terug op een spaarquote van 12 procent. 

Maar in de eerste drie maanden van dit jaar steeg de spaarquote naar 14 procent. Dat was vooral te danken aan de automatische loonindexering: begin dit jaar kregen zo’n 1 miljoen werkenden pakweg 10 procent meer loon.

Het beschikbare inkomen steeg toen fors, maar de uitgaven van de gezinnen stegen minder sterk en dus kon een belangrijk deel daarvan worden gespaard. Van elke 100 euro extra beschikbaar inkomen werd 75 euro gespaard, aldus de Nationale Bank. Ook de (lichte) stijging van de rente en de vrees voor meer belastingen gezien de slechte overheidsfinanciën waren voor gezinnen mogelijk redenen om meer te sparen.  

Voor heel 2023 rekent de Nationale Bank op een spaarquote van 13,5 procent, dus 1,5 procentpunt meer dan de jaren vóór corona. Dat betekent dat de huishoudens dit jaar bijna 5 miljard euro meer zullen sparen dan vroeger. Voor 2024 en 2025 gaat men uit van een spaarquote van 13 procent, dus tijdens deze jaren zal telkens zo’n 3,2 miljard extra worden gespaard. 

Gestegen spaarquote zegt niets over verdeling
Een belangrijke kanttekening: deze cijfers zeggen enkel iets over de totale bevolking en zeggen niets over de verdeling ervan. Uit eerder onderzoek is gebleken dat de spaarquote doorgaans stijgt met het inkomen.

Bijvoorbeeld de loonindexering is procentueel. Die is dus veel minder groot bij lagere inkomens dan bij hogere inkomens. Waardoor die dus veel meer geld aan de kant kunnen zetten.

Bij armoedeorganisaties merken ze weinig van de gestegen spaarquote. "We zien veel mensen niet rondkomen om te voldoen in hun basisbehoeftes, laat staan dat ze kunnen sparen", zegt Heidi Degerickx van het Netwerk tegen Armoede daarover.

"Een huurwoning is onbetaalbaar geworden", gaat ze voort. "Gemiddeld kost die 850 euro en de laagste inkomens uit werk bedragen slechts rond de 1.400 à 1.500 euro. En dan heb ik het nog niet gehad over de immens gestegen voedselprijzen."

BEKIJK - Michaël Van Droogenbroeck (VRT NWS) en Ewald Pironet (Knack) leggen uit hoe het gesteld is met het spaargedrag van de Belg:

Videospeler inladen...

Meest gelezen