Europese Centrale Bank verhoogt rente voor de tiende keer op rij "want inflatie is nog te hoog"
De Europese Centrale Bank (ECB) trekt voor de tiende keer op rij de rente op. Het belangrijkste rentetarief komt zo op 4,5 procent te staan, de depositorente gaat naar 4 procent. Voor de eerste keer in maanden twijfelden experten wat de ECB zou beslissen. Het dilemma: de koopkracht van de Europeanen beschermen of het risico op een economische crisis beperken. Het is dus dat eerste geworden.
"De inflatie loopt verder terug, maar de verwachting is nog steeds dat ze te lang te hoog blijft", motiveert de ECB haar keuze.
De depositorente komt met 4 procent historisch hoog te staan. De stijging ging de afgelopen maanden pijlsnel, in het voorjaar van 2022 lag ze nog onder nul.
Inflatie vertragen
Het doel van een renteverhoging is om de inflatie te vertragen. De inflatie geeft procentueel aan hoeveel duurder het leven geworden is ten opzicht van een jaar geleden. Hoe hoger de inflatie, hoe lager onze koopkracht.
Op dit moment bedraagt de inflatie in Europa gemiddeld 5,3 procent. De ECB wil de inflatie op lange termijn op 2 procent krijgen.
De rentetarieven van de banken volgen de depositorente van de ECB. Hoe hoger de rente, hoe meer burgers en bedrijven betalen voor een lening. Niet alleen de rente op leningen stijgt, ook die op onze spaarboekjes. Al gaat die renteverhoging, die ons iets opbrengt, veel trager dan die die ons geld kost. De regering maande de banken al geregeld aan om ook de rente op spaarrekeningen te laten stijgen.
De combinatie van hogere rentes op leningen en spaarboekjes, maakt uitgeven of investeren minder aantrekkelijk en sparen net aantrekkelijker. De economie koelt op die manier af, de vraag daalt en dus ook de inflatie. Dat wil zeggen dat de prijzen in de supermarkt bijvoorbeeld minder snel stijgen.
BEKIJK - Steven Rombaut : "Toon van Lagarde is helemaal veranderd":
