Vlaamse Vereniging van Studenten wil betere studiekeuzebegeleiding, en dat al van in de kleuterklas

Voor de meeste hogescholen in Vlaanderen begint vandaag het nieuwe academiejaar. Dat betekent voor veel studenten ook meteen de start van een nieuwe studie. Hebben ze de juiste keuze gemaakt? Dat zal zich de komende weken of maanden uitwijzen.

"Maar er zijn ook heel wat studenten die bij het begin van het academiejaar nog altijd niet weten welke studie ze best volgen", vertelt Joris Nitelet van de VVS. Dat is een probleem want studenten die gemotiveerd aan hun opleiding beginnen, doen het beter en hebben een grotere kans om hun studie succesvol af te ronden. 

De studiekeuzebegeleiding in de scholen moet dan ook beter, vindt Nitelet. "Heel veel scholen hebben de goede bedoeling om hun leerlingen te begeleiden, maar men begint er vaak te laat aan en met weinig visie. Er wordt niet altijd goed nagedacht over hoe het volwaardig kan en niet alle keuzes worden voorgeschoteld."

Dat is zeker zo voor leerlingen uit het beroeps- en technisch onderwijs. "We merken dat zij minder begeleid worden in het maken van hun studiekeuze. En eens ze de keuze wel hebben gemaakt, krijgen ze minder ondersteuning bij het voorbereiden van de ijkingstoetsen en starttoetsen die ze moeten maken om de opleiding te kunnen beginnen."

De VVS betreurt dat want op die manier beginnen deze studenten al met een minder goede startpositie, zegt Nitelet. "En zo stroomt de zogenaamde waterval in het secundair onderwijs (waarbij leerlingen van ASO naar TSO naar BSO gaan) door naar het hoger onderwijs."

De VVS verwijst naar een bevraging van haar collega's van de Vlaamse Scholieren Koepel. Daaruit blijkt dat 71 procent van de bevraagde leerlingen in het algemeen vormend secundair onderwijs (ASO) zich goed tot zeer goed klaargestoomd voelt voor verdere studies. Bij leerlingen in het technisch onderwijs (TSO) is dat maar 58 procent, in het beroepsonderwijs (BSO) zelfs maar 38 procent.

Intensieve studiekeuzebegeleiding moet dan ook al eerder in het schooltraject, vindt de VVS. "Nu gaan de leerlingen vaak pas in het zesde middelbaar naar studie-informatiebeurzen of oud-leerlingenavonden. Maar al in de kleuterklas en lagere school zouden kinderen begeleid moeten worden in wie ze zijn en wat hun interesses en dromen zijn."

"In de kleuterklas is dat heel beperkt natuurlijk, maar dat moet intensiever worden richting het secundair onderwijs en in het middelbaar zelf." Zo wil de VVS bijvoorbeeld dat de columbusproef, een explorerende test waarbij leerlingen inzicht krijgen over waar ze goed en minder goed in zijn, overal al in het vijfde middelbaar georganiseerd wordt.

"We vragen dat elke school een visie ontwikkelt over hoe men leerlingen volwaardig kan voorbereiden en begeleiden in het maken van de studiekeuze. Daar zou effectief een halftijdse of voltijdse werkkracht voor moeten zijn die het beleid uitwerkt en de inspectie moet er een prioriteit van maken om dit te controleren."

"Het is zo belangrijk. Want leerlingen die betere keuzes maken, komen beter terecht. Dat kan alleen maar positief zijn voor leerling én leerkracht."