Spanje laat parlementsleden toe om Catalaans, Baskisch of Galicisch te spreken

“Het is een historische dag (...) Eindelijk worden de rechten van wie Catalaans spreekt hier gerespecteerd”, klonk het in het Catalaans bij Miriam Nogueras van de onafhankelijkheidspartij van Puigdemont, Junts per Catalunya (Samen voor Catalonië).

De drie talen hebben de status van officiële taal in respectievelijk Catalonië (in het noordoosten), het Baskenland (noorden) en Galicië (noordwesten). Daar worden de talen onderwezen en gebruikt in de administratie van het regionale parlement. Alleen het Spaans is een officiële taal in het hele land.

De partij van Puigdemont vroeg de Spaanse regering ook om het Catalaans, het Baskisch en het Galicisch te erkennen als officiële talen van de Europese Unië. Die vraag werd dinsdag besproken door de Europese ministers van Buitenlandse Zaken. Ze hadden enkele bedenkingen en vroegen meer tijd om zich uit te spreken.

De kwestie over het gebruik van de regionale taal in het Spaanse parlement is een oude eis van nationalistische partijen. Midden augustus werd de goedkeuring verkregen door Junts, in ruil voor steun aan Pedro Sánchez. Die stemmen zijn cruciaal voor Sánchez als hij een alternatief blok wil vormen tegen de door de Spaanse koning tot premier benoemde Alberto Núñez Feijóo. Puigdemont vroeg in ruil ook amnestie voor de vervolgde separatisten na een poging tot afscheiding in 2017.

De parlementsverkiezingen van 23 juli leverden geen duidelijke meerderheid op. De conservatieve leider Feijóo kreeg van koning Felipe VI de opdracht om zijn kandidatuur als premier volgende week aan het parlement voor te stellen. Het is evenwel onwaarschijnlijk dat hij een meerderheid kan verzamelen.

Aftredend premier Sánchez, tweede in de verkiezingen, zou in dat geval twee maanden krijgen om zijn kandidatuur voor te stellen. Als hij er niet in slaagt om genoeg steun te krijgen van het parlement, worden er nieuwe verkiezingen georganiseerd in Spanje.