Direct naar artikelinhoud
AchtergrondArbeidsmarkt

Repetitief werk geen probleem en oog voor detail: waarom deze mensen met autisme zulke goede IT-consultants zijn

Repetitief werk geen probleem en oog voor detail: waarom deze mensen met autisme zulke goede IT-consultants zijn
Beeld Sven Franzen

Mensen met autisme die de cyberveiligheid van uw bedrijf garanderen, sinds kort kan het, dankzij een nieuw initiatief van Passwerk, een bedrijf dat mensen met autisme richting IT-jobs begeleidt. Toch hebben mensen met autisme het nog steeds moeilijk op de arbeidsmarkt. ‘De clichés zijn hardnekkig.’

Iemand logt in vanuit het buitenland: is dat een hacker, of een klant die vanop vakantie zijn rekening bekijkt? Of: een collega verandert iets aan de firewall, maar doet hij dat wel volgens de interne veiligheidsregels? Dat is, kort samengevat, wat Alexandre als consultant cybersecurity bij Belfius zoal in de gaten moet houden. Het is ook een job die Alexandre, gediagnosticeerd met autisme, goed ligt. “Ik ga graag in op details en hou met alles rekening. Dat is een voordeel als ik bij incidenten de details moet uitspitten. Ik ontdek makkelijk patronen en kan daardoor snel inschatten welke richting we op technisch vlak uit moeten.”

Alexandre, die liever niet met de achternaam in de krant wil, is een van 185 de IT-consultants van Passwerk, een bedrijf dat al sinds 2008 mensen met autisme opleidt tot IT’ers, van softwaretesters tot data-opkuisers, en sinds kort dus ook mensen die de datanetwerken van organisaties monitoren. “Het is een cliché, maar veel mensen met autisme hebben een natuurlijke affiniteit met IT”, vertelt marketingdirecteur Roeland Briers. Computertaal is immers helder en controleerbaar: je geeft orders en het ding doet wat je vraagt. “Het speelt ook mee dat IT weinig menselijk contact vereist, dat is vaak moeilijk voor mensen met autisme.”

Daartegenover staat dat weinig kandidaten die zich aanmelden bij Passwerk een regulier diploma hebben. Briers: “Dat is een bekend probleem. Ze beginnen aan hun studies maar haken af omdat de stages te uitdagend zijn of omdat ze vastlopen op hun thesis, want dat eindwerk heeft geen vaste structuur heeft en ze moeten daarvoor op onderzoek uit. Nochtans hebben ze door hun autisme vaak enkele eigenschappen die hen zeer geschikt maken voor bepaalde IT-jobs. Ze hebben oog voor detail, houden van repetitief werk, hebben een grote focus en volgen graag strikte procedures.”

Volgens de Vlaamse Vereniging Autisme wordt een op de 150 kinderen geboren met een autismespectrumstoornis. Eenmaal volwassenen, hebben ze het niet altijd makkelijk om hun weg te vinden op de arbeidsmarkt. “Ze hebben het wat moeilijker met onvoorspelbaarheid, communicatie of een gebrek aan structuur. Daarom belanden velen van hen in maatwerkbedrijven of in jobs onder hun niveau”, weet Briers.

Maar door de enorme krapte op de arbeidsmarkt zijn werkgevers bijna verplicht om ook kansen te geven aan mensen die het voorheen moeilijker hadden om aan de bak te geraken, zegt Sarah Vansteenkiste, professor arbeidsmarkteconomie (KU Leuven). “Ik merk dat werkgevers vaker nadenken hoe ze bijvoorbeeld inactieve mensen toch aan boord kunnen halen. Tegelijk zitten ze met veel vragen en weten ze niet altijd hoe ze dat moeten aanpakken.” Ook kandidaten met werkervaring geven bij Passwerk aan dat het toch moeilijk is zonder extra ondersteuning.

Alexandre, gediagnosticeerd met autisme, werkt als consultant cybersecurity bij Belfius. 'Ik ga graag in op details en hou met alles rekening.'Beeld RV

De consultants van Passwerk worden daarom op de werkvloer opgevolgd door jobcoaches. Briers: “Dat is heel individueel, maar onze consultants hebben het vaak moeilijk om zelf prioriteiten te onderscheiden in hun takenpakket. Werkgevers geven we dan het advies om die planning zelf in handen te nemen. Een andere tip is altijd een tweede taak te voorzien, zodat onze consultants weten wat ze moeten doen als ze klaar zijn met hun hoofdtaak. We maken ook vaak afspraken over vaste overlegmomenten.”

Alexandre ziet elke twee weken zijn jobcoach. “Hij helpt mij met de sociale kanten van de job. Als er een probleem is, zeggen collega’s zeggen weleens dingen als ‘daar moet je je geen zorgen om maken’, of ‘dat komt wel goed’. Ze willen daarmee stress bij mij weg te nemen, maar daar gaat het me vaak niet om. Ik wil het begrijpen, zodat ik het kan loslaten. Ik heb dan nood aan een dieper gesprek, met mijn jobcoach kan dat ook.”

Het is alleszins veel makkelijker dan in de beginjaren om mensen in te zetten, vertelt Briers. “Er is nood aan talent en autisme is veel beter bekend dan vroeger. Terwijl ik vroeger nog met hand en tand moest uitleggen waarom onze mensen geknipt waren voor de job, hoeft dat vandaag amper nog.”

Maar buiten de IT-sector blijft het toch moeilijk, zegt Sofie Deparcq van de Vlaamse Vereniging Autisme. “Voor sommige mensen werken initiatieven als Passwerk heel goed, maar natuurlijk is niet iedereen met autisme geïnteresseerd in IT. Helaas zijn de clichés nog hardnekkig. Mensen met autisme zouden niet sociaal of empathisch zijn, waardoor ze moeilijk aan de bak komen in sectoren als de zorg of het onderwijs.”

Zelf kent Deparcq een vrouw die pas laat de diagnose kreeg en daarna bepaalde dingen niet langer mocht doen op haar werk, hoewel ze die job al vijftien jaar zonder problemen uitoefende.

“Maar autisme is er in vele variaties. De manier waarop het tot uiting komt hangt af van je intelligentie, je netwerk en of je geleerd hebt om bepaald gedrag te verbergen of te kopiëren. Er zijn mensen die van hun omgeving veel opgepikt hebben en best flexibel zijn of die professioneel succesvol zijn, maar niet durven uit te komen voor hun diagnose. Daarom blijven wij inzetten op sensibilisering, zoals inleefsessies voor collega’s.”