Direct naar artikelinhoud
InterviewSeksuologen Nicky Schelkens en Maxime Brusselaers

‘Het orgaan waar alle genot uit voortkomt is jarenlang genegeerd’: zij schreven zelfhulpboek voor vrouwelijk genot

Seksuologen Nicky Schelkens en Maxime Brusselaers: 'Voorspel is in zekere zin een foute term, alsof alles uiteindelijk naar penetratie moet leiden.'Beeld Rebecca Fertinel

Met Viva la vulva schreven seksuologen Nicky Schelkens en Maxime Brusselaers een prikkelend werkboek vol theorieën, tips en opdrachten. In één moeite door rekenen ze af met mythes, taboes en schaamte. Alles wat u nog niet wist, maar altijd al wilde weten over de vulva.

Nicky Schelkens en Maxime Brusselaers stralen als ze me verwelkomen in het appartement van Maxime Brusselaers in Boechout. Ze hebben zojuist hun eerste boek uit en vieren dit met een glas Bellini Martini. De twee raakten bevriend toen ze samen seksuologie studeerden. Ze brainstormen vaak samen en toetsen ideeën bij elkaar af.

Op een ochtend, onder de douche, kwam Brusselaers op het lumineuze idee ‘journaling’ te verbinden met een boek over seksualiteit. De vrouwelijke lezer wordt aangespoord om gedachten, gevoelens en inzichten over haar seksleven bij te houden in een dagboek. Er worden ook trackers in het boek aangeboden, visuele weergaven waarin je dag per dag je evolutie bijhoudt over je rituelen in self­care, je gemoed tijdens je menstruatie en je ontwikkeling in soloseks. Ja, soloseks. Schelkens en Brusselaers vinden dat je bij jezelf moet beginnen als je een bevredigend seks­leven wilt.

Hoe ontstond het idee voor dit boek?

Brusselaers: “Nicky en ik klaagden al lang over het gebrek aan kwaliteitsvolle seksuele opvoeding op scholen. De inhoud is te mager en bovendien komt het veel te laat. Veel leerlingen zijn allang bezig met masturbatie, seks en porno wanneer ze hun eerste les krijgen. Daardoor ontstaan er sneller taboes en misvattingen.

“Seksuele opvoeding onderstreept ook niet genoeg het plezier van seksualiteit. ‘Draag altijd een condoom’, ‘neem de pil’, wordt er gezegd, maar je wordt niet uitgenodigd om na te denken over je genot, het enige wat telt is dat je niet zwanger wordt.

“Wist je trouwens dat de clitoris nog maar sinds enkele jaren in studieboeken is opgenomen? De meerderheid van de vrouwen komt klaar door clitorale stimulatie, niet door penetratie. Het orgaan waar alle genot uit voortkomt is jarenlang genegeerd. Dat willen wij met ons boek goedmaken.”

Schelkens: “In studieboeken draait alles om penetratie. Veel meisjes kennen het belang van voorspel nog niet omdat ze het niet kregen aangeleerd. Ze beginnen gespannen aan de daad, maken te weinig vocht aan en hebben stress. Jammer, want een eerste keer hoeft helemaal geen pijn te doen.”

Brusselaers: “In die zin is voorspel ook een foute term, alsof alles uiteindelijk moet leiden naar penetratie.”

“Een heteroseksuele vrijpartij draait nog altijd meer om het mannelijke genot: ideaal eindigt seks met zijn orgasme. Er wordt te snel gedacht dat de vrouw toch geen hoogtepunt kan bereiken. In het begin van hun seksualiteit zullen meisjes in heteroseksuele relaties vooral hun vriend plezieren. Die orgasmekloof is er ­alleen binnen heteroseksuele relaties. Bij ­homoseksuele, lesbische relaties of soloseks bij mannen en vrouwen is dit niet aan de orde.”

Wat kunnen vrouwen doen om dat orgasme binnen een heteroseksuele relatie te be­reiken?

Brusselaers: “Leer jezelf kennen. Als je zelf niet weet hoe je kunt klaarkomen, hoe kun je dan verwachten dat een sekspartner het wel weet? Waar reageer je goed op? Wat vind je niet leuk? Het is ook belangrijk te ontdekken wat je niet prettig vindt: zo kun je dat duidelijk aangeven.”

Schelkens: “Durf te communiceren. Dat hoeft niet per se tíjdens de seks. Ik raad koppels aan hun wensen te bespreken in een niet-seksuele context. Voor sommigen kan het een mood killer zijn als je tijdens de daad te veel verbaal communiceert. Je wilt je partner ook niet het gevoel geven dat hij of zij alleen maar bekritiseerd wordt.”

Er zijn ook vrouwen die nooit een orgasme bereiken. Hoe kun je met de frustratie ­omgaan als het niet lukt?

Brusselaers: “In het boek schrijven we ook een stuk over anorgasmie. Vaak komt dat door een gebrek aan kennis over hoe je aan stimulatie moet doen, of door mentale blokkades. Voor sommigen is het moeilijk om de controle los te laten, om je volledig te laten gaan. Wij raden aan om vooral rond je mentale blokkades te werken. En natuurlijk moet je tijd nemen. Als de clitoris zo lang niet zichtbaar was in studieboeken, kun je ook niet verwachten dat we dat orgaan meteen kennen.”

Vaginale orgasmes zijn voor veel vrouwen nog moeilijker te bereiken dan clitorale.

Brusselaers: “Elk orgasme is een clitoraal orgasme. Als je als vrouw opgewonden bent, vult de clitoris zich met bloed en zwelt ze op. Het clitorale complex, dat verbonden is met verschillende zenuwuiteinden, strekt zich uit. De stimulatie is wel verschillend: je kunt de vagina, de tepel of de clitoris aanraken. In het boek lijsten we dertien verschillende orgasmes op. Zo bestaat er ook een mentaal orgasme of een orgasme waarbij de nek, voetzool of billen worden gestimuleerd.”

Nicky Schelkens (l.): ‘In studieboeken draait alles om penetratie. Veel meisjes kennen het belang van voorspel nog niet omdat ze het niet kregen aangeleerd.’Beeld Rebecca Fertinel

Denken jullie dat het voor sommige vrouwen niet spannend is om zoveel genot te vragen van een man?

Schelkens: “Het is oké om je eigen seksualiteit op nummer één te zetten. Dat is het doel van Viva la vulva: durf denken aan jezelf. Maar daarvoor moet je dus jezelf leren kennen. Stimuleer jezelf. Raak je borsten eens aan. Ontdek je erogene zones.

Brusselaers: “Het gaat ook over taal: leer spreken over seksualiteit. Als je het woord ‘vulva’ nog niet durft uit te spreken, moet je een grote drempel over om met je benen open voor de spiegel te gaan zitten. Het kan ook fijn zijn om je seksualiteit te ontdekken, het kan je verbeelding prikkelen én die van de ander. Het is meer een uitnodiging dan een vraag.”

Waar kwam het idee om ‘journaling’ als ­concept te gebruiken vandaan?

Brusselaers: “Wij vonden het tof om de lezer uit te nodigen om vanuit de theorie de praktijk in te duiken. Je kunt seks­positief worden. Dat betekent niet dat je alles wilt doen of oké vindt, wel dat je weet: zo denk ik erover, zo denkt de ander erover. Zo doe je niet mee met slut­shaming of shaming in het algemeen. Je ontdekt wel je wensen en grenzen.”

Schelkens: “Wij geven de theorie en de kennis, daarna is het aan jou.”

Brusselaers: “Jezelf informeren werkt bevrijdend. Als je als 16-jarige seksueel actief wilt worden, krijg je bij de gynaecoloog alleen maar te horen: oké, dan zullen we je aan de pil zetten. Zelf kreeg ik geen verdere informatie over bijwerkingen of alternatieven.

“De pil voor de man kwam er nooit omdat de neveneffecten te zwaar waren. Nu blijkt dat die neveneffecten dezelfde zijn als die voor vrouwen. Vroeger werd er gedacht: ja maar mannen moeten werken, mannen moeten op de top van hun kunnen zijn. Maar wij willen en mogen als vrouwen ook op de top van ons kunnen zijn.”

Schelkens: “Voor sommigen kan de pil wel goed zijn. Toch is het belangrijk om bewust te zijn van de voor- en nadelen. Informatie verzamelen en zelf je keuzes maken is een vorm van emancipatie.”

Jullie zijn heel erg gericht op soloseks en het belang van communiceren wat je wilt. Het lijkt me toch ook belangrijk om naar de ander te luisteren?

Schelkens: “In ons boek gebruiken wij de quote ‘het is niet ik eerst, het is ik ook’. Niets is toch zo aantrekkelijk als zeggen: ‘Ik heb liever dit.’ Dat is spannender dan: ‘Doe maar, ik zal wel zien.’ Natuurlijk is genot geven ook een zoektocht. Elk lichaam is uniek. Neem de ruimte en tijd om een ander te ontdekken.”

Brusselaers: “Als ik koppels begeleid waar een van de twee een probleem ervaart, zal ik altijd beide partners opdrachten geven. Je bent altijd met twee. Heel veel seksuele problemen worden pas een zorg in een partnerrelatie, zoals orgasmezorgen of erectieproblemen.”

Schelkens: “Het is niet ‘ik tegen jou’, het is ‘wij samen tegen het probleem’.”

Maxime Brusselaers (r.): ‘We lijsten dertien orgasmes op, zoals een mentaal orgasme of een orgasme waarbij nek, voetzool of billen worden gestimuleerd.’Beeld Rebecca Fertinel

Erectieproblemen, nog zo’n taboe.

Brusselaers: “Veel jonge mannen komen in mijn praktijk met de vraag ‘is het normaal dat...?’ Ja, het is normaal. De oorzaak is vaak niet biologisch. Als je nog een och­tend­erectie hebt en een erectie krijgt bij masturbatie, gaat het om een mentaal probleem. Als man moet je ook dealen met stress en prestatiedruk.”

Schelkens: “Het is belangrijk om de man dan gerust te stellen. Andersom zou je ook niet geshamed willen worden. Sommige mannen vermijden zelfs seksualiteit als het blijft mislukken. Reden te meer om te praten.”

Jullie pleiten ook voor selfcare. Je kunt pas lief zijn voor de ander als je bij jezelf begint.

Schelkens: “In het boek geven we vijf verschillende zelf­liefdes­talen: qualitytime, zelfdienstbaarheid, fysieke aanraking, cadeaus en positieve woorden. Neem bijvoorbeeld eens tijd voor jezelf in de badkamer: maak een haarmasker, brand een kaars bij je bad. Zeg lieve dingen tegen jezelf, je kunt je bijvoorbeeld laten inspireren door wat je familie, geliefden of vrienden over jou zeggen. Herhaal dat. Maak ook plannen voor jezelf. Het is geen schande om te zeggen: nee ik kan nu niet, ik heb tijd voor mezelf geblokkeerd.”

Ik kan me ook voorstellen dat er lezers zijn die de selfcare beu worden en klaar zijn om iemand anders te beminnen dan zichzelf. Wat raden jullie mensen aan die geen partner hebben, maar er wel naar verlangen?

Brusselaers: “Het is oké om een partner te vinden op een app. Het romantische idee dat je je ware liefde tegenkomt in de supermarkt terwijl je toevallig juist naar dezelfde banaan grijpt op de fruitafdeling? Gebeurt zelden. Ik raad ook betalende apps aan. Op Tinder vind je veel mensen die seks als fastfood zien: één keertje en verder niets. Door een betalende app te nemen, heb je meer kans om iemand te ontmoeten die ook een langdurige relatie wil.”

Wat raden jullie vrouwen aan die lijden aan een seksueel trauma?

Schelkens: “Neem je tijd. Het is niet jouw schuld. Weet dat er mensen zijn die er met jou over willen praten.”

Brusselaers: “Hulpverlening kan goed zijn om victimblaming tegen te gaan. Bepaalde gedachten over verkrachting en seksueel overschrijdend gedrag zijn in onze maatschappij verankerd. Vragen als: ‘Maar waarom liep je op dat uur nog op straat? Waarom droeg je dat korte rokje? Je bent toch met hem mee naar huis gegaan?’ Ook vrienden maken zich helaas soms schuldig aan victimblaming.”

Schelkens: “Je hebt mensen nodig die je zeggen dat het niet aan jou ligt, nooit. Zelfs als je naakt over straat zou lopen, dan nog ben jij niet schuldig.”

Brusselaers: “In relaties raad ik aan het gesprek aan te gaan met je partner. Je kunt de zones aanduiden die iemand wel, soms of niet mag aanraken. Begin bij jezelf, geef je grenzen aan, neem je tijd en voel je niet gepusht. Waar heb jij nood aan om verder te kunnen?”

Los van jullie tips lijkt het me ook belangrijk om af en toe ook te klungelen in bed, toch?

Schelkens: “Natuurlijk! Je kunt ook open kaart spelen als je je onzeker voelt. Wees niet te streng voor jezelf en voor de ander. Maak van seks een verbindend moment. Tantraseks kan daarbij helpen, het is een manier om je seksualiteit op verschillende manieren te uiten. Je kunt ook uren naakt tegenover elkaar zitten of elkaar een erotische massage geven. Experimenten zijn alleen mogelijk als je jezelf toestaat te mislukken. Binnen het hele seksualiteitsconcept is er geen maatschappelijke norm, je eigen individuele, unieke norm is wat telt. Bij die zoektocht mag je best de slappe lach krijgen.”

Nicky Schelkens & Maxime Brusselaers, Viva la vulva. Op weg naar body positivity, zelfliefde en seksuele zelfontdekking, Houtekiet, 287 p., 22,99 euro.

‘Het orgaan waar alle genot uit voortkomt is jarenlang genegeerd’: zij schreven zelfhulpboek voor vrouwelijk genot
Beeld RV