Kinderrechten Kinderrechten

Te veel jongeren op de verkeerde plek: gedwongen opname in psychiatrie stijgt

© Alexander Meeus

Er zijn in de eerste helft van dit jaar al 125 jongeren gedwongen opgenomen in de psychiatrie, vaak omdat de jeugdrechters geen plek vonden in de jeugdhulp. Het is maar een van de verontrustende tendensen die kinderrechtencommissaris Caroline Vrijens signaleert.

Veerle Beel

Meerdere kinderpsychiaters sloegen dit jaar alarm bij het Vlaams kinderrechtencommissariaat, omdat zij kinderen en jongeren toegewezen kregen die volgens hen niet op de kinderpsychiatrie thuishoren. Dat gebeurt als jeugdrechters geen plek vinden in de jeugdhulp. Rechters kunnen voorzieningen niet verplichten om een jongere op te nemen, maar ze kunnen zo’n jongere wel gedwongen laten opnemen in de psychiatrie. Sommige jongeren werden zelfs gedwongen opgenomen in de psychiatrie voor volwassenen bij gebrek aan plaats in de kinderpsychiatrie.

Caroline Vrijens.© belga

Het ging in de eerste helft van 2023 al om 125 gedwongen opnames. Een forse stijging, want in heel 2022 overkwam dit 189 minderjarigen, en in 2018 gebeurde dat ‘maar’ 78 keer. Kinderrechtencommissaris Caroline Vrijens noemt het problematisch: ‘Deze kinderen en jongeren nemen dan de schaarse plaatsen in die andere kinderen hard nodig hebben. Het is ook voor henzelf niet goed om geconfronteerd te worden met psychiatrische problematieken die niet de hunne zijn. Zeker een gedwongen verblijf op de volwassen psychiatrie is nefast.’

Verbrokkeld parcours

Het is een van de vele voorbeelden in het jaarverslag van het Vlaamse Kinderrechtencommissariaat, dat donderdagochtend is voorgesteld. De rode draad is dat kinderen en jongeren vaak op de verkeerde plek zitten. Ze zitten bijvoorbeeld maanden- of jarenlang thuis omdat geen enkele school hen wil. Of ze reizen van voorziening naar voorziening, omdat er niet echt een vaste plek voor hen vrij is. ‘Zo leggen ze een verbrokkeld parcours af, bij steeds andere opvoeders, met wie ze geen hechte band kunnen uitbouwen’, zegt Vrijens. ‘Je kunt je zelfs afvragen of het systeem op die manier niet bijkomende problemen creëert, in plaats van ze op te lossen.’

Of nog: minderjarige vluchtelingen zitten te lang in de collectieve opvang van Fedasil, omdat ze niet naar de jeugdhulp kunnen doorstromen.

Soms verblijven jongeren te lang in een gesloten gemeenschapsinstelling. ‘We kregen een melding binnen over een jonge Afghaanse vluchteling die samen met zijn broer in ons land is. Hij werd voor een feit naar de gemeenschapsinstelling verwezen, maar evolueerde daar snel in positieve richting. Toch moest hij langer dan een jaar in die gesloten setting blijven omdat hij nergens anders binnen raakte. Zoiets strookt niet met de kinderrechten.’

Veel van de meldingen komen neer op tekorten in de jeugdhulp: te weinig plaatsen en personeel. Ook dit jaar moesten sommige afdelingen bij gebrek aan opvoeders dicht, net als vorig jaar. Wie blijft, staat vaak met minder volk op de vloer en heeft te weinig tijd om individuele aandacht aan kinderen en jongeren te geven. ‘Het is niet de eerste keer dat we het in een jaarverslag over de jeugdhulp hebben’, zegt Vrijens. ‘Maar ik zou toch ook willen beklemtonen dat we de inzet van de medewerkers daar erg op prijs stellen. Zij doen enorm hun best, en worstelen met de huidige situatie.’

Is het genoeg?

Vrijens erkent dat de overheid het signaal van vorig jaar gehoord heeft: ‘Er is begin dit jaar een taskforce opgericht en er is extra geïnvesteerd in de jeugdhulp. Ze moet die inspanningen durven te evalueren: is het ook genoeg? We moeten niet alleen de symptomen vaststellen, maar het bredere plaatje onder ogen zien. Er is een duurzaam, structureel plan op langere termijn nodig, zodat jongeren niet meer van crisisplek naar crisisplek moeten reizen. In een ideale wereld blijven ze op de plek waar ze zich het beste voelen, en komt de hulp die ze nodig hebben naar hen toe.’

‘Er zijn nog andere tendensen die vragen oproepen. Zoals: hoe komt het dat het aantal kleuters in het bijzonder kleuteronderwijs met 35 procent gestegen is, terwijl de totale kleuterpopulatie met 3,5 procent daalt? Of nog: binnen pleegzorg worden kinderen en jongeren almaar vaker geplaatst bij een gezin uit hun eigen netwerk. Bij een familielid of bij vrienden van het gezin. Het is een duidelijke tendens, maar is het ook een positieve keuze?’, vraagt Vrijens. ‘Het zijn fenomenen die onderzocht moeten worden.’