imago images/Patrick Scheiber

Openbare besturen mogen religieuze tekens op het werk verbieden, oordeelt Europees Hof van Justitie 

Openbare besturen kunnen het dragen van religieuze tekens op het werk verbieden. Dat heeft het Europees Hof van Justitie beslist. Een werkneemster van de gemeente Ans was naar de rechter gestapt omdat ze geen hoofddoek mocht dragen. Het Hof oordeelt nu dat zo'n verbod mag als de gemeente daarmee een volkomen neutrale omgeving wil creëren. Al zijn er wel een paar voorwaarden aan verbonden. 

Een vrouw uit Ans, in de provincie Luik, stapte in 2021 naar de arbeidsrechtbank in Luik, omdat ze van de gemeente waar ze werkte geen hoofddoek mocht dragen. De vrouw werkte al sinds 2016 bij de gemeente als office manager, zonder hoofddoek, toen ze in 2021 een verzoek indiende om een hoofddoek op het werk te mogen dragen. De gemeente wees het verzoek af, en wijzigde daarop het arbeidsreglement, waardoor het verboden werd voor alle werknemers om een religieus zichtbaar teken te dragen.

De werkneemster voerde aan dat haar godsdienstvrijheid werd geschonden en dat ze door de nieuwe regel in het arbeidsreglement slachtoffer was van discriminatie. De arbeidsrechtbank in Luik, die de zaak behandelde, legde de zaak voor aan het Europees Hof van Justitie met de vraag of de strikte neutraliteit die de gemeente had opgelegd strijdig is met het recht van de Europese Unie. 

Verbod is geen discriminatie maar...

Het antwoord van het Hof van Justitie is genuanceerd. Enerzijds zegt het Hof dat een openbaar bestuur, zoals een gemeente, wel degelijk religieuze tekens op de werkplek kan verbieden om de neutraliteit van de dienst na te streven. Anderzijds kan een andere gemeente er ook voor kiezen om wél religieuze tekens toe te laten, of het verbod te beperken tot de werknemers die in contact komen met het publiek. Openbare besturen hebben een beoordelingsmarge en mogen dus zelf kiezen hoe ze hun neutraliteit invullen. 

Voorwaarde is wel dat die keuze coherent en systematisch wordt gemaakt, aldus het Hof. Een gemeente mag dus niet de hoofddoek verbieden, maar een ketting met een kruisje wel toelaten. Die keuze moet ook beperkt blijven tot wat volgens het Hof “strikt noodzakelijk” is. Een verbod mag dus niet onnodig worden opgelegd. Nationale rechters moeten in concrete gevallen nagaan of aan die voorwaarden is voldaan. 

Wat nu?

De zaak verhuist nu terug naar de rechtbank in Luik, die met het arrest van het Hof van Justitie verder zal beslissen over het specifieke geval van de werkneemster uit Ans. De rechter in Luik zal dus rekening moeten houden met de voorwaarden die het Hof heeft opgelegd, en zal oordelen of het verbod van de gemeente Ans coherent is (geldt het verbod bijvoorbeeld voor alle tekens?) en strikt noodzakelijk (is het verbod noodzakelijk voor werknemers die achter de schermen werken?).

Meest gelezen