Regering voorziet 480.000 euro voor extra transgenderzorgcentra: “Belangrijk dat mensen met twijfels voldoende ondersteuning krijgen” 

Het RIZIV heeft een oproep gelanceerd voor ziekenhuizen om zich kandidaat te stellen als centrum voor transgenderzorg. Zo hoopt het de zorg voor transgenderpersonen breder toegankelijk te maken. Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) heeft daarom een budget voorzien van 480.000 euro. “Het is belangrijk dat mensen die twijfelen over hun gender voldoende ondersteuning krijgen”, zegt Vandenbroucke.  

Ziekenhuizen die zich kandidaat willen stellen als centrum voor transgenderzorg kunnen vanaf vandaag een aanvraag indienen via het RIZIV. Kandidaat-ziekenhuizen moeten wel aan een aantal voorwaarden voldoen. Alleen als ze aan al de voorwaarden voldoen, kan er een zorgprogramma opgestart worden dat gedekt wordt door de overeenkomst.  

Zo moeten ze onder meer beschikken over voldoende ruimtes specifiek voor transgenderzorg en een multidisciplinair team – met een coördinerend arts, psycholoog voor kinderen en adolescenten, psycholoog-seksuoloog, case manager, maatschappelijk werker.  

1.932 mensen op de wachtlijst

De bijkomende centra moeten de geografische toegankelijkheid te verbeteren. Wie kampt met genderdysforie - een groot gevoel van onbehagen met het eigen biologisch geslacht - kan in ons land namelijk maar terecht in twee centra voor terugbetaalde transgenderzorg: het UZ Gent of het UZ Luik. Ook andere ziekenhuizen bieden transgenderzorg aan, maar dan staan de patiënten zelf in voor de kosten.  

Door de beperkte centra voor geconventioneerde transgenderzorg zijn de wachttijden en de wachtlijsten erg lang. Zo staan er vandaag 1.932 mensen op de wachtlijst bij het genderteam van het UZ Gent. Mensen met twijfels of vragen over hun gender moeten er gemiddeld 19 maanden wachten op een eerste consultatie.

480.000 euro

Om die wachttijden te drukken en transgenderzorg toegankelijker te maken, voorziet de regering een budget van 480.000 euro. “Het is heel belangrijk dat mensen die twijfelen of vragen hebben over hun gender, voldoende ondersteuning krijgen”, zegt minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke.

“We doen daarvoor twee dingen. We investeren in geestelijke gezondheidszorg en zetten ook in op transgenderzorg. Meer specifiek is een bijkomend budget voorzien van 480.000 euro om de wachtlijsten binnen de transgenderzorg aan te pakken. Met deze oproep kunnen we het aantal centra uitbreiden en de bestaande versterken”, klinkt het.  

"Er is een bijkomend budget voorzien van 480.000 euro om de wachtlijsten in de transgenderzorg aan te pakken
Frank Vandenbroucke, minister van Volksgezondheid (Vooruit)

Met het voorziene budget kunnen maximum 5 bijkomende overeenkomsten gesloten worden tussen het RIZIV en de ziekenhuizen in kwestie. Maar het is niet uitgesloten dat er uiteindelijk maar één of twee bijkomende overeenkomsten gesloten zullen worden, meldt het RIZIV. Indien een te hoog aantal bijkomende overeenkomsten gesloten wordt, zouden sommige centra te klein worden, klinkt het.

Hormonale interventies bij minderjarigen zijn controversieel

Van de 1.932 mensen op de wachtlijst van het UZ Gent is vandaag 26,6 procent minderjarig. In andere woorden is een op vier patiënten op de wachtlijsten jonger dan 18.

In februari belichtte ons reportagemagazine “Pano” de grote stijging bij de aanmeldingen van minderjarigen met genderdysforie in ons land. Zeker bij die groep is er zowel in het binnenland als in het buitenland veel discussie over of een medische behandeling wel de juiste aanpak is. Zeker de inzet van puberteitsremmers en mannelijke en vrouwelijke hormonen bij kinderen met genderdysforie is controversieel.

Puberteitsremmers?

Puberteitsremmers leggen de productie van de geslachtshormonen (testosteron of oestrogeen) stil. Daardoor ontwikkelt een kind géén lichamelijke puberteitskenmerken. Een biologisch meisje krijgt dan geen borsten of bredere heupen en gaat niet menstrueren. Een biologische jongen krijgt geen lagere stem, baardgroei of grotere penis. De remmers worden vaak voorgesteld als een middel dat het kind extra tijd geeft om na te denken over of het echt in transitie wil. Maar in de realiteit gaat bijna elke kind dat met remmers start over tot transitie. 

Critici hebben twijfels bij de veiligheid en de omkeerbaarheid bij dergelijke hormoonbehandelingen. Daarom zijn de afgelopen jaren Europese landen, zoals Finland en Zweden, terughoudender geworden bij de behandeling van minderjarigen. Ook in het Verenigd Koninkrijk is er fel debat.  

Meest gelezen