Racing Genk geeft zege in absolute slotfase uit handen: Tissoudali brengt AA Gent in minuut 99 langszij

Was het een statement of een tactische zet? Hoe dan ook: Wouter Vrancken begon met Yira Sor in de spits tegen AA Gent. Zéér verrassend, want de rol van de Nigeriaan, in januari voor een miljoenenbedrag overgekomen van Slavia Praag, was beperkt dit seizoen. Tolu, tegen Fiorentina al na 55 minuten naar de kant met krampen, en Zeqiri kregen afwisselend de voorkeur. Hun prestaties bleven onder de verwachtingen. Sor dus.

Geen slechte keuze, zo bleek. Met zijn snelheid was hij regelrechte gesel voor de Gent-defensie. Een hinderlijke mug die je maar niet stil krijgt. Niet dat hij de perfecte match speelde: vier kansen kreeg Sor voor rust. Een daarvan strandde op het hoofd van Davy Roef. Bij een andere profiteerde hij van mistasten van de doelman van de Buffalo’s: goed voor de gelijkmaker.

Want de Buffalo’s, die voor het eerst in de competitie met Orban en Tissoudali (en dus zonder Cuypers) als spitsenduo begonnen, waren al na 12 minuten op voorsprong geklommen. Fofana ontsnapte na een ingooi bij Muñoz. Hij mocht te ver dribbelen en legde terug tot bij Tissoudali. De Marokkaanse spits werd weinig in de weg gelegd en maakte er van dichtbij 0-1 van in de Cegeka Arena.

Het vormde de inleiding van een spectaculaire eerste 45 minuten. Hoog tempo, aanvalslust, veel doelgevaar, een goed niveau bij beide teams. Orban knalde de 0-2 nog op de lat. Aan de overkant schoot Paintsil, die zijn beste match in weken speelde, in het zijnet.

Meer van dat in de tweede helft. Paintsil stuurde Sor nog maar eens diep. Kandouss liet hem te makkelijk wegglippen, waarna de 23-jarige aanvaller vlotjes Roef omspeelde en met links de 2-1 in het lege doel legde. De Buffalo’s vroegen om een overtreding, maar daarvan was geen sprake.

Het zelfvertrouwen nam toe bij de thuisploeg en zijn (soort van nieuwe) spits. El Khannouss krulde een goeie schietkans dan weer naast. Gent dreigde via Samoise. Zijn schot werd geblokt door de glijdende Arteaga.

De bezoekers kwamen daarna opzetten. Watanabe kon op aangeven van Kums inkoppen, maar Vandevoordt pakte uit met een uitstekende redding. De doelman greep ook kundig in bij een inzet van Orban.

Een kwartier voor tijd, ’t was intussen beginnen sneeuwen in Genk, was het vet van de soep bij Sor. Tolu kwam hem aflossen. Het moest voor wat meer balvastheid voorin zorgen, maar het werd voor Genk moeilijker en moeilijker om onder de druk van Gent uit te komen.

Een echt slotoffensief leek niet uit de verf te komen. In de extra tijd waren er aanvankelijk vooral zorgen om Tolu. Hij en Cuypers knalden met de koppen tegen elkaar, waarna de Genk-spits per brancard het veld moest verlaten.

Mede doordat de ingevallen Bonsu Baah daarna nog naliet om de 3-1 te maken, bleef het spannend. Genk kreeg het deksel op de neus. Fofana kreeg te veel tijd om voor te zetten. Gandelman nam aan de tweede paal aan en bracht voor. Van dichtbij werkte Tissoudali met de heup binnen: 2-2 zowaar.

In extremis geen deugddoende zege dus voor Genk en trainer Vrancken, want er stond na een matige seizoensstart druk op bij de Limburgers. Ze kunnen straks uit de top zes vallen, als Club Brugge thuis wint van Standard. Gent blijft derde.