Archieffoto
Antonio Diaz

Scholen krijgen jaar extra tijd om 5 leerlingen te vinden voor nieuwe opleidingen Grieks of Latijn

Middelbare scholen die willen starten met een nieuwe richting Latijn of Grieks krijgen drie schooljaren de tijd in plaats van twee schooljaren om minstens 5 leerlingen te verzamelen. Dat heeft Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) beslist. Hij beloofde eerder komaf maken met zogenoemde "spookrichtingen" waarin minder dan vijf leerlingen zitten, maar vindt wel dat er voldoende "uitdagende opleidingen" moeten overblijven.

Eind 2023 bleek uit een studie van het departement Onderwijs die bevoegd minister Ben Weyts (N-VA) had besteld dat bijna een op de vier studierichtingen in de tweede en derde graad van onze middelbare scholen minder dan vijf leerlingen telt. Een doorn in het oog van een minister die een einde wil maken aan de "versplintering van middelen Ă©n mensen" in het onderwijs.

De conclusie voor Weyts is dan ook simpel: die zogenoemde "spookrichtingen" moeten op de schop. Nieuwe studierichtingen zullen enkel nog mogelijk zijn als de klassen binnen twee schooljaren minstens vijf leerlingen tellen. Een uitzondering: in het beroeps- en technisch onderwijs, waar opleidingen vaker gericht zijn op knelpuntberoepen, krijgen de scholen daarvoor drie jaar tijd. 

Uitzondering voor Klassieke Talen

Nu kondigt de minister aan dat ook de opleidingen Klassieke Talen een uitzondering krijgen. Concreet wil dat zeggen dat ook scholen die willen starten met een nieuwe richting Latijn of Grieks nu drie schooljaren de tijd krijgen om minstens vijf leerlingen te verzamelen. Op die manier krijgen de uitdagende opleidingen Klassieke Talen extra ademruimte, luidt het in een persbericht.

“Sommige mensen vinden het verdacht als je voluit de kaart trekt van je toppresteerders, maar ik vind het logisch”, zegt Weyts. "We moeten voorrang durven geven aan uitdagende opleidingen, zoals de richtingen met Grieks en Latijn”. 

Excellentie is geen vies woord

Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA)

“We moeten ook onze wiskundetalenten meer uitdagen, want zij zijn onder meer de ingenieurs van de toekomst", klinkt het verder nog bij de N-VA-minister. En dus voorziet hij ook voor hen een uitzondering. 

De studierichtingen met gevorderde wiskunde in de tweede graad van het secundair onderwijs zullen kunnen blijven bestaan. Door de invoering van de nieuwe minimumdoelen werd gevreesd voor het voortbestaan van die richtingen, maar Weyts vindt het belangrijk dat "jonge wiskundeknobbels voldoende uitgedaagd kunnen worden". 

In nieuwe "curriculumdossiers" is daarom vastgelegd dat in de richtingen Latijn, Grieks-Latijn, Economie, Natuurwetenschappen en Technologische Wetenschappen in de tweede graad een zwaar pakket wiskunde met veel uren wiskunde mogelijk is.

“Excellentie is voor mij geen vies woord", verklaart de minister zijn keuzes. "Wie meer onderwijskwaliteit wil, moet durven kiezen voor zoveel mogelijk uitdaging en zoveel mogelijk uitdagende opleidingen”, zegt Weyts. Er beweegt veel in ons onderwijs, maar sommige evoluties bedreigen het streven naar excellentie."

Meest gelezen