Een halve centimeter is niet veel, maar tussen 2001 en 2020 is de gemiddelde breedte van de Europese wagens al gestegen van 170 tot 180 centimeter. Dat zegt de milieu-organisatie Transport and Environment. “Auto’s bevatten steeds meer technologie, en die heeft plaats nodig”, zegt Naomi Cambien van de BBL. “Maar het zijn vooral de SUV’s en pick-uptrucks die het gemiddelde omhoog trekken. Daar gaat de breedte met bokkensprongen vooruit, en ze worden steeds populairder.”

Dat heeft heel wat nadelen, zegt Cambien. “Fietsers en voetgangers krijgen steeds minder ruimte. Uit studies blijkt ook dat SUV’s onveilig zijn: een aanrijding door een wagen met een hoge motorkap geeft een veel grotere kans op ernstige letsels. Bovendien verslinden ze energie en zijn de parkeerplaatsen te smal om ze comfortabel te laten parkeren.”

De BBL roept dan ook op om een maximumbreedte op te leggen van 192 centimeter voor toekomstige wagens. “Momenteel is slechts drie procent van de wagens breder dan dat, maar zo voorkomen we tenminste dat het proces zich voortzet.” Momenteel ligt het wettelijke maximum op 255 centimeter, maar dat plafond geldt voor alle voertuigen, inclusief vrachtwagens.

Zo’n maximum zou op Europees niveau moeten worden ingevoerd, en daar gaat veel tijd over. Toch ziet de BBL ook oplossingen op kortere termijn. “In Parijs is er volgende maand een referendum over de parkeertarieven”, zegt Cambien. “Daar stemmen ze over de vraag of wie in een grote wagen rijdt, meer parkeergeld zou moeten betalen. Ook dat zien we zeker zitten, net als een hogere belasting voor grotere wagens.”

LEES OOK. Auto’s worden almaar breder en langer: deze wagens zijn intussen te groot voor parkeergarages