Krijgen centrumsteden te veel subsidies? Ontdek hier hoeveel jouw gemeente krijgt

Vandaag krijgt elke Vlaamse gemeente van de overheid haar werkingsbudget voor het nieuwe jaar (of toch de eerste schijf daarvan). Maar over de verdeling van die middelen bestaat al jaren discussie. De centrumsteden zouden een te groot deel van de koek krijgen. Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Gwendolyn Rutten (Open VLD) "onderzoekt een nieuwe verdeling", maar die is nog niet voor meteen.

Een groot deel van de inkomsten van gemeentes komt van het Gemeentefonds. Dat is een algemene subsidie die de Vlaamse overheid jaarlijks voorziet voor de werking van de lokale besturen. Die betalen er lonen mee, onderhouden gebouwen, financieren de OCMW-uitgaven enzovoort. Dit jaar wordt zo’n dikke drie miljard euro uitgedeeld.

Bekijk hieronder hoeveel jouw gemeente per inwoner krijgt.

Noot: het bedrag per inwoner werd berekend op basis van de meest recente inwonersaantallen, die van 2023.

Grote verschillen

Niet elke gemeente krijgt dus evenveel. En dat is logisch, want niet elke gemeente heeft dezelfde financiële uitdagingen. Zo gaat er bijvoorbeeld extra naar gemeenten waar meer inwoners in armoede leven. Ook veel open ruimte levert meer financiering op. Gemeenten met veel eigen inkomsten uit gemeentebelastingen krijgen dan weer wat minder. In totaal zijn er zo tien criteria om tot een objectieve verdeling te komen. 

Maar voor die verdeling gebeurt, is er een zogenoemde voorafname. Er wordt vooraf 41 procent (1,3 miljard euro) uit de pot gehaald en verdeeld onder een aantal grotere steden en onder de kustgemeenten. Er blijft dus nog 59 procent (1,9 miljard euro) over om alle driehonderd Vlaamse gemeentes te subsidiëren, inclusief die steden en gemeenten die het eerste bedrag al kregen.

Welke gemeentes krijgen extra geld door een voorafname?

  • 30 procent gaat naar de grote centrumsteden: Antwerpen en Gent.
  • 8 procent gaat naar de kleine centrumsteden: Aalst, Brugge, Genk, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas en Turnhout.
  • 2 procent gaat naar de regionale steden: Aarschot, Deinze, Dendermonde, Diest, Eeklo, Geel, Halle, Herentals, leper, Knokke-Heist, Lier, Lokeren, Mol, Oudenaarde, Ronse, Sint-Truiden, Tielt, Tienen, Tongeren, Vilvoorde en Waregem.
  • 1 procent gaat naar de kustgemeenten: Blankenberge, Bredene, Brugge, De Haan, De Panne, Knokke-Heist, Koksijde, Middelkerke, Nieuwpoort en Oostende.

"Oneerlijke verdeling"

Of een stad een voorafname krijgt, hangt af van hoe die ingedeeld is in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Gemeenten die als "centrumstad" of als "regionale stad" bestempeld worden, krijgen meer. Maar die indeling, die al dateert van 1997, voelt voor sommige andere steden als oneerlijk aan.

"Wij lopen jaarlijks 5 miljoen euro mis omdat wij niet gezien worden als regionale stad", zucht Thomas Vints (CD&V), burgemeester van Beringen in Limburg. "Steden als Tongeren of Sint-Truiden hebben gelijkaardige uitdagingen, maar zij krijgen dik 100 euro meer per inwoner. Dat is enkel omdat zij het geluk hebben om wel op de lijst te staan."

Ook Geraardsbergen deelt die kritiek. Burgemeester Ann Panis (Open VLD) klaagt vooral het verouderde systeem aan. "De middelen worden verdeeld op basis van gegevens uit 1997. Het spreekt voor zich dat dit vandaag niet meer objectief en eerlijk is. Het systeem moet dringend worden herzien, zodat er geen steden en gemeenten meer uit de boot vallen."

Ook De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) is vragende partij voor een herziening. "We zijn meer dan twintig jaar verder. De samenleving is veranderd, maar het Gemeentefonds niet. Het is tijd voor een hertekening op basis van objectieve en transparante criteria, gestoeld op wetenschappelijke inzichten", zegt woordvoerder Nathalie Debast. 

Antwerpen en Gent krijgen het meest

Van het totale Gemeentefonds gaat bijna 40 procent naar de steden Antwerpen en Gent. Met 1.553 euro per inwoner krijgt Antwerpen 26 procent van het totaal. Gent is goed voor 13 procent, of 1.564 euro per inwoner. Het Vlaamse gemiddelde ligt een pak lager: 290 euro per inwoner. Ook dat zorgt voor wrevel.

De Antwerpse schepen van Financiën Koen Kennis (N-VA) reageerde midden januari in "De afspraak" op de kritiek dat de verdeling scheefgetrokken zou zijn. Hij deed dat naar aanleiding van het nieuws dat zijn stad schuldenvrij was, volgens critici een gevolg van een oversubsidiëring.

"Antwerpen krijgt inderdaad een behoorlijk deel uit de pot. Maar Antwerpen en Gent zijn twee centrumsteden met een heel brede aantrekkingskracht. Mensen van buiten de stad trekken ernaartoe voor onderwijs, om te zwemmen, om naar de schouwburg te gaan enzovoort. Ik denk dat het logisch is dat die steden een voorafname krijgen."

Bekijk hier de reactie van Koen Kennis in "De afspraak"

Videospeler inladen...

Gemeentefonds 2.0

Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Gwendolyn Rutten (Open VLD) erkent de kritiek. Ze is zelf voorstander om het Gemeentefonds te hervormen.

“Overheidsmiddelen moeten zo efficiënt mogelijk besteed worden. En de huidige verdeling kan inderdaad op een aantal punten beter. Daarom hebben we een studie besteld die een grondige analyse maakt en de mogelijkheden voor een nieuwe verdeling naar voren schuift.”

De huidige verdeling kan inderdaad op een aantal punten beter

Gwendolyn Rutten (Open VLD) - Vlaams minister van Binnenlands Bestuur

In een deelrapport van die studie worden de voorafnames als "grootste uitdaging" beschouwd. Een "Gemeentefonds 2.0", zonder voorafnames, dringt zich op. Of dat er ook daadwerkelijk komt, is een politieke beslissing die afhangt van de volgende regering.

"Ik verwacht de eindresultaten van de studie in april. Daarna worden die in het parlement besproken. Het is pas bij de volgende regeringsonderhandelingen dat er een beslissing kan genomen worden."

Wat met Brussel?

Het Gemeentefonds geldt voor Vlaanderen. De negentien gemeentes van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest volgen eigen regels waarbinnen een systeem van voorafname niet bestaat. Het subsidiebedrag is er onder meer afhankelijk van de bevolkingsgroei, het armoederisico en het aantal plaatsen in de kinderopvang.

Daardoor zijn de verschillen heel wat kleiner dan in Vlaanderen. Zo krijgt Sint-Pieters-Woluwe met 111 euro per inwoner het minste subsidies. Het grootste bedrag, 592 euro per inwoner, is voor Sint-Joost-ten-Node.

Meest gelezen