Eind januari vorig jaar werd Mechelen opgeschrikt door een reeks incidenten met brandbommen. Op één avond werden er op drie verschillende plaatsen molotovcocktails gegooid. Een ervan werd richting het gerechtshof gemikt en zette een ventilator en elektriciteitskabel in brand. Een andere werd naar het Huis van de Mechelaar gesmeten en de derde werd op het asfalt gegooid op de Vaartdijk.

“De schade aan het gerechtshof en het Huis van de Mechelaar bleef relatief beperkt, maar deze schokkende feiten zorgden voor een angstgevoel in de maatschappij”, aldus procureur Karel Berteloot tijdens de behandeling van de zaak in januari. Hij vorderde tegen beide beklaagden een gevangenisstraf van vier jaar, eventueel gekoppeld aan voorwaarden. “Want de feiten zijn bijzonder ernstig. Hallucinant zelfs”, zegt de openbaar aanklager.

LEES OOK. Tweetal dat brandbommen naar gerechtshof en Huis van Mechelaar gooide, riskeert vier jaar cel: “Hallucinante feiten”

Waarom beklaagden W.V. en G.P., twee buren van elkaar, de feiten precies pleegden, blijft tot op de dag van vandaag onduidelijk. Volgens advocaat Frédéric Thiebaut, de raadsman van W.V., lag een combinatie van zijn drankgebruik en frustratie over het verloop van enkele zaken in zijn leven aan de basis van de feiten. “Pas toen hij zag welke aandacht hun daden kregen, besefte hij wat hij had gedaan en dat zoiets niet zonder gevolg zou blijven”, vertelt de advocaat.

Ergün Top, de advocaat van G.P. vroeg dan weer de vrijspraak voor zijn cliënt. Volgens hem was de man er niet bij toen de brandbommen werden gemaakt en wist hij niet wat de intenties van W.V. waren. De rechtbank ging deels in op die vraag en sprak hem vrij voor de brandbom aan het gerechtshof. Voor de twee andere feiten werd hij wel schuldig bevonden.

W.V. werd veroordeeld tot een celstraf van vier jaar met probatie-uitstel. Hij moet onder meer een behandeling voor zijn drank- en drugsverslaving volgen. G.P. kreeg drie jaar voorwaardelijk opgelegd. “Ik hoop dat jullie beseffen dat jullie een grote stommiteit begaan hebben”, zegt de rechter. “De feiten zijn zwaarwichtig, getuigen van een bedenkelijke ingesteldheid en gebrek aan normbesef, maar ik geef jullie nog een kans. Als jullie de voorwaarden blijven naleven, moeten jullie niet terug naar de gevangenis.”