Van stellingenoorlog naar onderhandelde vrede in Gent? - Peter Decroubele

Na een slijtageslag, of noem het een stellingenoorlog, staat de UGent na vijf rondes in de rectorverkiezingen geen stap verder. En dat na vier weken strijd. De twee kandidatenduo’s hadden duidelijk trouwe en gemotiveerde kiezers. Die geen millimeter afweken van hun keuze. De situatie is compleet geblokkeerd. Quo vadis, alma mater? (Ja, ik ben een alumnus.)
analyse
Analyse

Peter Decroubele is journalist bij VRT Nieuws en volgde de voorbije weken de rectorverkiezingen aan de Universiteit van Gent.

De cijfers, de verschillen: bijna vijf keer rond de 58% voor het duo Rik Van de Walle en Mieke Van Herreweghe, de tandem Guido Van Huylenbroeck en Sarah De Saeger cirkelde gemiddeld rond de 34%. Draai het of keer het hoe je wil, dat is een duidelijk verschil, maar aan de UGent is dat niet genoeg. Het reglement eist een meerderheid van twee derde en dat is een bijzonder hoge eis gebleken. En dat voel je ook als je praat met de professoren, met personeel, met studenten. Dan hoor je termen als “onhaalbaar”, “niet van deze tijd” en “wiskundige waanzin”. Eerder van de week koos de KU Leuven voor een (verrassende en nieuwe rector), één ronde was genoeg, ah ja, een gewone meerderheid is voldoende daar. Zoals meestal elders.

Maar zoals de Gentse Raad van Bestuur-voorzitter Sas Van Rouveroij het zegt: “Die tweederde, dat is een wezenskenmerk van deze universiteit. We zijn de enige universiteit die helemaal gefinancierd wordt door de Vlaamse Gemeenschap, we moeten die samenleving vertegenwoordigen. In al haar geledingen, in al haar diversiteit, in al haar kleuren. Daarom is die twee derde nodig. Het gaat over een groot draagvlak hebben, niet over de koele wiskundige meerderheid”. Een mening, waar je op zijn minst een aantal kwartier kan over discussiëren. Sowieso, die verschillende kleuren aan de universiteit, dat is beperkt, maar daar kan de instelling zelf niet altijd veel aan doen.

Hoe gaat het nu verder?

Die eis tot twee derde is er en blijft er. Over drie weken mogen nieuwe kandidatenduo’s zich aandienen. De huidige mogen ook weer meedoen trouwens. En dan nog eens drie weken later (op 21 juni) begint een nieuw verkiezingshoofdstuk. Zelfde stramien. Vijf ronden, maar wel om de twee dagen een verkiezing, na 9 dagen dus de ultieme ronde. Ik kan je verzekeren dat de universiteit héél erg hoopt dat er dan effectief een “rector elect” zal zijn. Zo niet volgt er een kluwen aan procedures en moet een toverformule opduiken. Zo’n “worst case scenario” kunnen ze missen als kiespijn in de Sint-Pietersnieuwstraat. Want begin oktober bestaat de instelling exact 200 jaar. Dat moet een feestelijke tijd zijn, geen periode van verse littekenzorg.

De verschillen tussen de kandidaten eigenlijk? Valt mee, hier en daar wat verschillen op het vlak van internationalisering, studentenbeleid, personeelsbeleid, aanwending van de centen en nog wat meer, maar er zijn vooral veel gemeenschappelijke punten. Even kort door de bocht: er zijn wellicht geen 100 verschillende manieren om een universiteit te leiden, het gaat over goed beheer, correct management, scherpe visie en ook wel wat charisma. Beide duo’s hebben hun voor en tegens, zowat 9% stemde in de laatste ronde blanco (wat toch aanzienlijk begint te worden). En dat verschil zal blijven, weet je zo. Nog eens alles opnieuw doen, is eigenlijk totaal zinloos. Dat is een regelrechte uitputtingsslag veroorzaken. Temeer geen van beide duo’s geneigd blijkt om de rol zomaar te lossen, om de toga in de ring te gooien.

Consensus?

Beide duo’s verwijten elkaar van niet te willen praten. En zeggen dat ze elkaar de hand hebben gereikt, maar dat die niet werd aangenomen. En dat er wel degelijk een wil is om samen te werken, maar dat de tegenkandidaat dat niet wou. Et cetera. Verwijten en gepolariseer zijn eigen aan verkiezingen en stembusslagen zeker? Maar dan hoorde ik kandidaat Van Huylenbroeck me zeggen dat er lering moet worden getrokken uit de voorbije weken: “Misschien moeten we ons allebei terugtrekken en toch ons programma laten verwezenlijken met een consensuskandidaat? Maar daarvoor moeten we met twee zijn.” Tegenkandidaat Van de Walle laat ook de deur open, zij het iets minder. Hij roept op om samen te zitten en ziet zichzelf als dé consensusfiguur en ijvert voor een gemeenschappelijk programma.

Iets zegt me dat er nog veel werk aan de academische winkel is. Sowieso is er nu een rustperiode, dat kan iedereen beter respecteren. Rimpels op het water verdwijnen vanzelf na enige tijd. Soms zelf kan het water dan helder worden. En dan kan je voortdoen. En wikken en wegen. En een consensus vinden. In één kandidaat en/of een programma. Het is het enige wat er op zit, de absolute “modus agendi” om er te geraken.

Ideologie? Witte raven?

Maar het gaat ook over een ideologische lijn. Het verhaal is intussen bekend: Van de Walle die vrijzinnig is, of zelfs gelinkt aan de loge. Die vrijmetselaars die de huidige rector Anne De Paepe inderdaad hebben aangemaand (of lees: geïntimideerd, gepord) om niet opnieuw verkiesbaar te zijn. De tegenkandidaten zijn van een andere strekking. Noem het minder vrijzinnig, of zelfs katholiek. Krijg dat maar eens op één lijn. En de voorbije twee rectoren waren al geen vrijzinnigen, dus wil die “clan” nu wél zijn slag thuishalen.

Allerlei scenario’s zijn al gepasseerd de voorbije weken. Huidig rector Anne De Paepe die dan toch weer op het toneel zou verschijnen. Neem het van me aan: dat is een dikke “neen”. Te beschadigd én vooral, ze heeft andere plannen. Ook privé. Of witte raven en gemediatiseerde professoren (met Rik Torfs had Leuven vier jaar lang een rector die de media bespeelde) à la Petra De Sutter en Carl Devos. Die eerste lijkt een “no pasarán” want na twee rectoren van de faculteit geneeskunde kan er niet nog eentje bij. Faculteiten willen ook hun stuk van de koek, ook dat nog. En Devos? Heeft meer te verliezen dan te winnen als rector. En is in zijn huidige functie als mediagenieke prof wellicht beter van dienst voor de unief.

Ligt er nog iemand van wakker eigenlijk?

Deze verkiezingen zijn overgemediatiseerd. Door het sukkelgangetje waarmee alles verloopt. En geraken de kiezers het dan niet beu? Wel neen -faut le dire- in de laatste ronde werden ruim 14.000 stemmen uitgebracht (van de goed 37.000 kiesgerechtigden). Méér dan in de vorige rondes. Vroeger verkozen de professoren onderling hun nieuwe paus, nu zijn ook de assistenten, het administratief en technisch personeel en de studenten erbij gekomen (al stemt van die laatste groep maar één op de vier). Een enorme groep stemmers, wat het wellicht nog moeilijker maakt om die twee derde te halen. Maar het leeft nog, zoveel is duidelijk. Maar voor hoelang?

Voor wat mijn mening als alumnus waard is… Opnieuw dezelfde duo’s die proberen twee derde te halen, dat zorgt voor een enorme knauw in het imago van de universiteit. Dat is tijdrovend. Dat is zinloos, dat is opnieuw zwart en wit vermengen (alhoewel) en hopen dat er geel of blauw uit zal komen. Desnoods moet een onderhandelaar, een "mediator", noem het een formateur op de proppen komen. Want als grote en gerespecteerde universiteit kan je een nieuw warrig scenario maar beter vermijden. Dat weten al die knappe koppen samen best ook wel, zou je denken.

Meest gelezen