Wie de wet goed kent, vindt altijd wel achterdeurtjes. Dat moet New Yorker Mickey Barreto (48) gedacht hebben. Barreto was net met zijn vriend verhuisd vanuit Los Angeles naar New York. Daar vertelde zijn vriend hem dat er een lokale huisvestingswet was die stelde dat bewoners van een eenpersoonskamer in gebouwen gebouwd voor het jaar 1969 een huurcontract van zes maanden kunnen eisen.

Ze huurden in 2018 een kamer in The New Yorker Hotel, een art-decohotel uit 1930 waar onder anderen bokser Muhammad Ali al sliep. Voor deze kamer betaalden ze ongeveer 200 dollar. Een beroep doende op de huisvestingswet, beweerde Barreto dat hij als huurder gold omdat hij de kamer voor een nacht had betaald. Daarom vroeg hij het hotel om een huurcontract voor de kamer. Hij werd zonder pardon het hotel buitengegooid.

Rechtszaak

Maar daar liet Barreto het niet bij. Hij was zo vastberaden dat hij met de zaak naar de rechtbank trok. Eerst wees de rechter hem af. Daar was Barreto het nog niet mee eens, en hij trok naar het hooggerechtshof. Daar won hij uiteindelijk in beroep. Zelf zegt hij dat de advocaten van de eigenaren van het hotel op een cruciaal moment in de zaak niet kwamen opdagen, waardoor hij kon winnen.

Daarop beval de rechter het hotel om hem een sleutel te geven. Zo kon Barreto ongestoord zijn leven leiden in zijn persoonlijke hotelkamer. Hij leefde er maar liefst vijf jaar, van 2018 tot en met juli 2023. De eigenaren van het hotel wouden hem nooit een huurcontract geven, maar konden hem ook niet buiten zetten omdat dat tegen de wet was. Daarom kon hij al die tijd gratis verblijven in zijn kamer.

De eigenaren van het hotel wouden hem nooit een huurcontract geven, maar konden Barreto ook niet buiten zetten omdat dat tegen de wet was. Daarom kon hij al die tijd gratis verblijven in zijn kamer

Zichzelf claimen als eigenaar

Nadat de New Yorker zijn gelijk haalde in de rechtbank begon hij duidelijk wat te zweven. In 2018 oordeelde de rechtbank dat de kamer “bezit” was van Barreto, maar daar liet hij het niet bij. In 2019 diende hij een valse akte in op een stadswebsite, waarin hij beweerde het hele gebouw aan zichzelf over te dragen en het over te nemen van de Holy Spirit Association for the Unification of World Christianity, die het pand in 1976 kocht.

Barreto begon zichzelf voor te stellen als eigenaar van het hotel. Hij eiste huur, registreerde het hotel onder zijn naam bij het New York City Department of Environmental Protection en eiste dat de bank van het hotel rekeningen aan hem zou overmaken.

Dat ging al snel een brug te ver voor de Unification Church, en ze klaagde hem aan in 2019. Die rechtszaak is nog steeds niet afgelopen, maar in tussentijd mag Barreto zich niet meer voorstellen als eigenaar van het hotel.

“Nooit fraude gepleegd”

Aan die afspraak heeft hij zich niet gehouden. In 2023 zou hij opnieuw documenten ingediend hebben, waaronder een valse akte van 400 miljoen dollar. Woensdag stonden er ineens gewapende politieagenten voor zijn deur. Zelf zegt de New Yorker “verrast” te zijn door die inval. “Ik dacht eerst dat mijn vriend misschien iets voor Valentijn had georganiseerd, om onze relatie wat spannender te maken. Maar toen zag ik vrouwelijke agenten”, zegt Barreto aan persagentschap AP.

Zelf zegt de veertiger dat hij “nooit de intentie had om fraude te plegen” en dat hij “niet gelooft dat hij ooit fraude gepleegd heeft”. Hij verklaart dat het hotel “een geheel” is en dat het “nooit onderverdeeld was”. Hij redeneerde dus dat omdat hij eigenaar van één kamer was, hij zo direct eigenaar was van het hele hotel, dat meer dan 1.000 kamers telt. Hij werd opgepakt voor fraude en voor het indienen van valse eigendomsgegevens. Op 1 mei moet hij weer voor de rechter verschijnen.