“Het is de eerste keer dat de natuurcompensatieschade zo hoog berekend werd, maar het gaat dan ook om een grote hoeveelheid wilde soorten”, zegt Vogelbescherming Vlaanderen, die zich burgerlijke partij had gesteld.

De rechtbank legde de man ook een levenslang verbod op tot het houden van dieren en verklaarde alle dieren verbeurd. Het ging in totaal om 118 CITES-soorten (Convention on International Trade in Endangered Species of wild fauna and flora), zoals kerkuil, bosuil, Japanse nachtegaal, zomertortel en citroenkuifkaketoe. Daarnaast waren er 134 illegaal gehouden inheemse soorten zoals ortolaan, veldleeuwerik, raaf, appelvink en putter, en een groot aantal schildpadden.

“De veroordeelde is al decennia betrokken bij illegale dierenhandel, fraudeerde op grote schaal met ringen en doelde op geldgewin”, stelt Vogelbescherming Vlaanderen. “Zo werd er een grote som cash geld bij hem thuis aangetroffen, zogezegd om te investeren in nieuwe kooien, terwijl hij werkloos is. Hij schoof alle verantwoordelijkheid van zich af, zei dat hij handelde uit dierenliefde en vergeleek zich met een postzegelverzamelaar die zo veel mogelijk soorten wil hebben.” Vogelbescherming Vlaanderen kreeg een schadevergoeding van 7.750 euro toegekend.

“Belangrijk signaal van rechtbank”

De rechter veroordeelde de man tot het herstel van de natuurschade door het betalen van een bedrag van 68.545 euro aan het MINA-fonds (Fonds voor Preventie en Sanering inzake Leefmilieu en Natuur). “Het is de eerste keer dat de natuurcompensatieschade zo hoog berekend werd. Dat is een heel belangrijk signaal van de rechtbank”, zegt Free Van Rompaey, juridisch medewerker van Vogelbescherming Vlaanderen. “Bij de berekening hield de rechtbank enkel rekening met de gestorven dieren of dieren die werden ondergebracht in een asiel. In totaal 70 van de 212 vogels, goed voor 43 verschillende soorten. De overige 142 vogels konden worden vrijgelaten. De compensatie geldt ook enkel voor de dieren waarvan het vaststaat dat de beklaagde natuurschade heeft veroorzaakt.”

Het groot aantal CITES-soorten maakt deze zaak extra opmerkelijk, zegt de dierenvereniging. “Houders van CITES-soorten moeten steeds documenten van afkomst, certificaten en in- en uitvoervergunningen kunnen voorleggen. Op die manier roept de conventie een halt toe aan de afname of het uitsterven van in het wild voorkomende soorten.” De beklaagde was niet in het bezit van de nodige documenten. De man kan nog beroep aantekenen tegen het vonnis.