Direct naar artikelinhoud
AnalyseDefensie

‘Wat mij het meest verbaast, is dat er ook officieren bij betrokken zijn’: waarom wantoestanden in het leger hardnekkig zijn

‘Wat mij het meest verbaast, is dat er ook officieren bij betrokken zijn’: waarom wantoestanden in het leger hardnekkig zijn
Beeld BELGA

Vernederende dooprituelen, illegale wapenhandel, drugsmisbruik: bij het 4de Bataljon Genie van Amay gebeurde het jarenlang, toch werd er nooit over gepraat. Waarom is de omerta binnen het leger zo sterk?

“Het werd al eerder opgemerkt”, gaf Jan De Beurme, inspecteur-generaal van Defensie, toe over de jarenlange wantoestanden in Amay. “Ook in 2021 hadden we al signalen gekregen, maar het leek toen eerder om interpersoonlijke conflicten te gaan die perfect door de hiërarchie konden worden opgelost.” Uiteindelijk ging de bal in november 2023 aan het rollen, toen een familielid van een slachtoffer rechtstreeks contact opnam met minister van Defensie Ludivine Dedonder (PS).

Nu er steeds meer details over de gruwel in Amay uitlekken - op de RTBF getuigde een moeder over de anale verkrachting van een jonge rekruut - groeit de verontwaardiging bij het publiek over het jarenlange stilzwijgen binnen Defensie. Denk ook aan de seksuele vernederingen en het veelvuldige geweld in het trainingscentrum van de paracommando’s in Marche-les-Dames, die in 2020 uitlekten. Waarom blijven zulke uitwassen zo lang onder de radar binnen het leger?

Het is niet dat er binnen Defensie geen mogelijkheden zijn om wantoestanden aan te kaarten. Er gelden gedragsnormen, vertrouwenspersonen zijn aangesteld en psychosociale begeleiders staan klaar voor wie met problemen te maken krijgt. Maar in de praktijk blijkt de stap naar die hulpkanalen erg groot, zo blijkt uit een rondvraag in militaire middens.

Sfeertje

“Militairen zijn brothers in arms. Die hechte vriendschap is vooral tijdens operaties heel belangrijk, en wordt gestimuleerd. Als militair wordt van je verwacht dat je volledig opgaat in de groep en dat je je persoonlijke belangen ondergeschikt maakt aan die van de groep”, zegt Yves Huwart van het ACMP, de grootste legervakbond. “Wie niet goed ligt in de groep, heeft dan ook een probleem. Zo iemand houdt het doorgaans niet lang vol.”

Wie uiteindelijk toch de moed vindt om wangedrag aan te kaarten, komt vaak van een kale reis terug. Want in een wereld waar loyaliteit het hoogste goed is, wordt een melding algauw als verraad beschouwd. “Zelfs vertrouwenspersonen hebben schroom om hun mond open te trekken, omdat ze bang zijn dat dit hen aangerekend kan worden, waardoor ze bijvoorbeeld geen bevordering meer kunnen krijgen”, weet Kris Verduyckt, defensiespecialist bij Vooruit.

‘Zelfs vertrouwenspersonen hebben schroom om hun mond open te trekken, omdat ze bang zijn dat dit hen aangerekend kan worden’
Kris VerduycktDefensiespecialist Vooruit

Veelzeggend is het onderzoek van Ellen Giebels, hoogleraar psychologie van conflict en veiligheid aan de Universiteit Twente. Na gelijkaardige wantoestanden in het Nederlandse leger leverde zij in 2018 een rapport af over de militaire werkcultuur. Hieruit bleek dat het leger onvoldoende sociale veiligheid bood aan militairen die wantoestanden aan de kaak stelden. Vaak werden ze uitgesloten. Uiteindelijk besloten ze dat ze beter konden zwijgen.

“In België hebben we hetzelfde probleem. Maar ik merk dat de geesten nog niet rijp zijn om daar iets aan te doen, zelfs niet in de politiek”, zegt Verduyckt. “Er hang zo’n sfeertje dat een militair nu eenmaal tegen een stoot moet kunnen. Wat natuurlijk onzin is. Een harde opleiding heeft niets te maken met vernederingen.”

Wolven

“Wat mij het meest verbaast, is dat er in Amay ook officieren bij betrokken zijn”, zegt defensiespecialist Sven Biscop (UGent/Egmont Instituut). “Dat wil zeggen dat een deel van de legerleiding zelf in de fout is gegaan. Terwijl trots, eergevoel en plichtsbesef echt wel belangrijke waarden zijn in een opleiding tot officier.”

‘De geesten zijn nog niet rijp om hier iets aan te doen, zelfs niet in de politiek. Er hang zo’n sfeertje dat een militair nu eenmaal tegen een stoot moet kunnen. Wat onzin is’
Kris VerduycktDefensiespecialist Vooruit

De legervakbonden horen wel vaker dat officieren niet in staat zijn om uitspattingen binnen hun groep onder controle te krijgen. Vaak staan ze te dicht bij hun mensen, waardoor grenzen vervagen. Of durven ze hun verantwoordelijkheid niet nemen uit schrik om de groep te verliezen. “Het vergt ruggengraat, maturiteit en leiderschap om boven de groep te staan”, zegt Huwart.

Bovendien zal een officier nooit openlijk een andere officier op de vingers tikken. Zoals men in het Frans zegt: ‘Les loups ne se mangent pas entre eux’, wolven eten elkaar niet op. Ze beschermen elkaar. Die trouw is, net zoals in andere lagen binnen Defensie, zeer belangrijk.

Resultaat is een cultuur waarin wangedrag oogluikend wordt gedoogd, waardoor het makkelijk uit de hand kan lopen. Volgens defensiechef Michel Hofman was het onderscheid tussen slachtoffers, daders en getuigen in Amay niet meer duidelijk te maken. De wantoestanden kwamen immers regelmatig terug. “Dezelfde mensen waren soms slachtoffer en later zelf dader.”

Extern meldpunt

Huwart is al meer dan twintig jaar afgevaardigde binnen Defensie. Zijn collega’s en hij hebben al vaak meldingen gedaan via de geijkte kanalen. Maar nog nooit kregen zij volgens hem te horen dat er inderdaad iets was fout gelopen. “Dat maakt deel uit van de cultuur binnen Defensie. Deze organisatie zal nooit haar fouten toegeven.” Ook Biscop beaamt dat Defensie “niet de neiging heeft om haar vuile was buiten te hangen”.

Precies daarom gaan er steeds meer stemmen op om een extern meldpunt op te richten. Na Marche-les-Dames werd in het federaal parlement al unaniem een resolutie goedgekeurd waarin de oprichting van zo’n meldpunt werd opgenomen. Maar het kwam er nog altijd niet van. Het leger staat erop de eigen boontjes te doppen. Die houding lijkt almaar minder houdbaar.

Dedonder benadrukte deze week nog dat de overgrote meerderheid binnen het leger goed werk levert. Maar wie het niet wil leren, heeft volgens haar geen plaats meer binnen Defensie.