De Beurme werd woensdag in de Kamercommissie Defensie ondervraagd over de wantoestanden in de legerkazerne van Amay, samen met minister Ludivine Dedonder en de chef van het leger Michel Hofman. Verschillende parlementsleden vroegen zich af hoe het komt dat het zo lang duurde vooraleer de wantoestanden aan het licht kwamen.

Volgens De Beurme heeft elke Belgische soldaat de mogelijkheid om wars van de hiërarchie iets te melden. “Ik zeg hierop volmondig ja”. Hij wees op verschillende kanalen om zaken aan te kaarten, zoals de vertrouwenspersonen, het meldpunt bij het inspectoraat-generaal tot de federale ombudsman. Het leger telt 12 bemiddelaars, tien voltijdse vertrouwenspersonen en 96 vertrouwenspersonen in cumul. “Organisatorisch zit het goed, maar we moeten nog zorgen dat de fluïditeit van de informatie gegarandeerd is”, klonk het. “De uitdaging is te komen tot een centraal meldpunt”.

Privacy-wetgeving aanpassen

Hij wees er ook op dat sommige kanalen zoals de vertrouwenspersonen verplicht zijn om confidentialiteit te garanderen. De Beurme suggereerde dat de volgende regering misschien de wetten kan aanpassen, “om het spagaat tussen het individueel belang en collectief belang op te lossen”. Ook Michel Hofman pleitte in de Kamercommissie om de privacy-wetgeving aan te passen “zodat we sneller kunnen reageren op mistoestanden”.

Beide verantwoordelijken wezen erop dat er binnen het leger al verschillende maatregelen zijn genomen om wantoestanden te vermijden. “Er is een kader van normen en waarden opgesteld, een platform leiderschap, een nota over het aankaarten van fysiek geweld tijdens de opleiding, een nota over grensoverschrijdend gedrag, een werkgroep om het ethisch klimaat te verbeteren,...”, illustreerde de legerchef. “Veel initiatieven die ons moeten toelaten om een beter beeld te krijgen van het klimaat en eventueel bij te sturen”. De Beurme wees er op zijn beurt op dat ontgroeningsrituelen gewoonweg verboden zijn binnen het leger.