Philipsen wint Brugge-De Panne, maar vooral tumultueuze sprint met Merlier blijft bij: “Het had slechter kunnen aflopen”

KIJK. Tim Merlier: “Als ik doorduw, gebeuren er ongelukken”

Traditioneel houdt iedereen de adem in wanneer er gesprint wordt op de Zeelaan in De Panne. Dat was al zo toen de Driedaagse van De Panne nog bestond. De Driedaagse is nu vervangen door de eendagskoers Brugge-De Panne. Maar op de Zeelaan blijft het bidden dat er geen ongelukken gebeuren.

Woensdag week de Nederlander Danny van Poppel wat naar links in de laatste flauwe bocht naar rechts. In zijn wiel zat Tim Merlier, die had besloten om Van Poppel links voorbij te gaan. In het wiel van Merlier reed Jasper Philipsen, die zelf ook had besloten om Merlier én Van Poppel links voorbij te gaan. Het was minder dan 200 meter tot de streep en dan wordt ook de Zeelaan te smal.

Tim Merlier doet het relaas van de sprint: “Toen ik wilde aangaan, kreeg ik een duw in mijn heup. Ik zat geblokkeerd in het wiel van Van Poppel. Ik ben een brave coureur. Ik heb de benen stilgehouden. Ik had kunnen doorduwen, maar dan was het slechter afgelopen. Voor één iemand toch. Jasper was de opkomende man. Zelf zou ik niet zijn gevallen, maar zou iemand anders wel over de nadarafsluiting zijn gegaan. En dan was ik de schuldige geweest.”

KIJK. Jasper Philipsen: “Of iemand in de fout ging? Moeilijk te zeggen”

Merlier was erg gefrustreerd. Hij maakte dat voorbij de finishlijn duidelijk met handgebaren naar Philipsen. Hij voelde zich als “een paard dat je tegenhoudt op het moment dat het in galop wil vertrekken. Ik had een echt adrenalineshot, maar ik heb niet kunnen sprinten.”

Het was de frustratie van het moment. “Ik had het gevoel dat ik kon winnen. Ik heb mijn sprint niet kunnen rijden. Maar de uitslag is gemaakt. Het is gedaan, de koers is gereden. Ontgoocheld, ja natuurlijk? Het is sprinten.”

Jasper Philipsen noemde het “een typisch sprintincident. We wilden met twee door hetzelfde gat. Er was maar plaats voor één. Ik ben blij dat iedereen veilig is gebleven. En ik denk dat het moeilijk is om iemand de fout aan te wrijven. Iedereen wil fair sprinten. Toen het gat heel klein was, voelde het gevaarlijk aan. Toen had ik liever niet die beslissing gemaakt om te proberen links voorbij te gaan. Toen ik aanging, ging Tim ook net aan. De weg boog terug naar links en iedereen neemt de kortste weg. Als ik Tim was geweest, en ik had iemand links van mij gevoeld, dan had ik gedaan zoals Tim en had ik niet doorgeduwd. Je wilt niemand in de hekken rijden.”

Op het podium schudde Merlier Philipsen opnieuw de hand. Merlier en Philipsen zijn rivalen in de sprint, maar niet in het leven.

Merlier: “Mijn relatie met Jasper is goed. Vorig jaar hebben we één of twee keer samen getraind op Tenerife. Ik heb pizza gegeten op z’n appartement. We beoefenen dezelfde job. En hij deed het ook niet expres. Het is een incident.” Om er dan aan toe te voegen: “De volgende keer zal ik me niet zomaar neerleggen bij een nederlaag.”

Philipsen: “Ik denk dat Tim dit snel gaat relativeren. Ik zou in zijn geval ook erg teleurgesteld reageren. Maar ik denk niet dat zijn kritiek persoonlijk is bedoeld.”

KIJK. Opnieuw prijs voor Philipsen

Philipsen betreurde dat, vier dagen nadat hij Milaan-Sanremo won, het verhaal van zijn overwinning in Brugge-De Panne het narratief van een gevaarlijke sprint mee kreeg.

Het is niet de eerste keer dat Philipsen met de vinger wordt gewezen. Dat gebeurde ook vorig jaar in de Tour, waar hij vier ritten won. De eerst drie daarvan veroorzaakten de nodige commotie.

In Bayonne — rit drie in de Tour — hield Wout van Aert in toen hij vond dat Jasper Philipsen hem te veel naar de nadarafsluiting duwde. Fabio Jakobsen sprak over “gevaarlijk sprinten” van Philipsen. Er was tumult in Nogaro één dag later. En in rit zeven in Bordeaux waren de verwijten weer niet uit de lucht. Philipsen kreeg op de sociale media haatberichten over zich omdat hij de Eritreeër Biniam Girmay zou hebben gehinderd. En er waren er die vonden dat Philipsen door zijn manier van sprinten Mark Cavendish van een historische 35ste etappezege in de Tour had gehouden.

Zondag staan Tim Merlier en Jasper Philipsen weer samen aan de start in Gent-Wevelgem, waar ze alle twee hun zinnen op hebben gezet. Daarna is het wachten op Parijs-Roubaix, voor beide renners elkaar terug zien in de koers.

Gent-Wevelgem winnen betekent voor Merlier dat zijn voorjaar en bij uitbreiding zijn seizoen gelukt is. Zelf krijgt Philipsen niet genoeg van winnen. Waar hij start wil hij winnen, zegt hij. “Gent-Wevelgem moet een wedstrijd zijn die me ligt.” Maar of het tot een sprint komt? Merlier denkt van niet. “Het gaat zondag heel hard waaien. Ik denk wel dat er gesprint wordt om de zege, maar dan in een heel klein groepje.”