Aloïs De Smedt ontkent moord op gehandicapte stiefzoon

© Andre Verhoeven

Voor de correctionele rechtbank van Leuven heeft Aloïs De Smedt (70) dinsdag de moord op zijn gehandicapte stiefzoon ontkend. “Ik heb hem nooit willen doden”, zei de beklaagde tijdens zijn verhoor. “Ik wilde hem alleen in slaap krijgen en dacht dat hij bewusteloos was.”

blg

Aloïs De Smedt wordt beschuldigd van moord op zijn stiefzoon Luc Baeyens (48) in hun woning in Tremelo op 29 juli 2015. De verstandelijk gehandicapte Baeyens, die leed aan het syndroom van Williams, is gestorven door verstikking met een hoofdkussen. Zijn stiefvader probeerde zich diezelfde nacht van het leven te beroven.

Op de eerste dag van zijn proces werd De Smedt, al een jaar vrij onder voorwaarden, aan een verhoor onderworpen door voorzitster Françoise Verstraete. Zijn advocate Hanne Vanhoof had het pad geëffend door te stellen dat de kwalificatie van moord, doodslag met voorbedachten rade, niet betwist wordt. Maar dat was zonder haar cliënt gerekend. Hij maakte meer dan één bocht bij de bespreking van de feiten.

Voor de raadkamer in mei 2016 had De Smedt verklaard dat hij zijn stiefzoon had gedood uit liefde en dat hij hem had meegenomen in de dood. Dat herinnerde hij zich dinsdag niet. “Ik wilde die nacht een einde maken aan mijn leven. Ik kon Luc niet achterlaten. Maar ik wilde hem niet doden.”

“Je gaat je mama zien”

Uit het onderzoek bleek dat De Smedt een kussen op het hoofd van Baeyens legde en met zijn borstkas op hem ging zitten. Volgens de wetsdokter heeft het slachtoffer zich verweerd en moet De Smedt veel kracht gebruikt hebben. “Omstreeks 2.30 uur is Luc opgestaan. Ik had toen al besloten om zelfmoord te plegen.”

“Je gaat je mama zien”, zei De Smedt tegen zijn stiefzoon. Juliette Rymenams, moeder van Baeyens en vrouw van De Smedt, was op 20 juli 2014 gestorven aan kanker. De Smedt had haar beloofd dat hij voor haar zoon zou zorgen. “Plots spartelde hij met zijn voeten. Toen ben ik gestopt. Ik heb het kussen weggetrokken en ben naar de badkamer gewandeld. Daar heb ik met een mes in mijn polsen en halsstreek gestoken. Ik dacht dat Luc buiten bewustzijn was en dat hij sliep.” De Smedt heeft geen moment overwogen om de hulpdiensten te bellen. “In de vroege ochtend besefte ik dat hij dood was.”

“Geen bochten”

Volgens de voorzitster wijzen diverse elementen erop dat De Smedt het lichaam opbaarde. Hij legde bloemen en een foto van de moeder naast het slachtoffer. En hij stopte een medaillon met een Mariabeeldje in zijn hand. Op weg naar het ziekenhuis in Bonheiden na zijn mislukte poging tot zelfdoding had hij de ambulancier toevertrouwd dat “ze samen naar moeke wilden vertrekken”.

De Smedt was sneller weg uit het Imeldaziekenhuis dan dat hij er gekomen was. Hij zat onder het bloed maar zijn verwondingen bleken slechts oppervlakkig. Zowel het openbaar ministerie als de raadsmannen van de burgerlijke partijen uitten hun twijfel of zijn doodswens wel oprecht en voldragen was.

Volgens de verdediging maakte De Smedt tijdens zijn verhoor geen bochten. “Zijn beleving is twee jaar later helemaal anders”, zei Hanne Vanhoof.

Wie vragen heeft rond zelfdoding kan terecht op de zelfmoordlijn via het gratis nummer 1813 of op www.zelfmoord1813.be.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen