Amerikaanse troepen staan Filipijnse leger bij in strijd om bezette stad

De stad Marawi, 800 kilometer ten zuiden van de hoofdstad Manilla,  wordt al bijna drie weken lang bezet door extremistische moslims die banden hebben met terreurgroep IS. In en rond de stad zijn al 200 mensen omgekomen.

Vele duizenden inwoners zijn gevlucht, maar er zouden nog altijd zo'n 500 mensen vast zitten in het bezette gebied. De strijders houden een aantal mensen gegijzeld, onder wie een groep katholieken die gevangen werd genomen bij de bestorming van een kerk. De mariniers die afgelopen nacht zijn gedood, namen deel aan een operatie om gijzelaars te bevrijden.

Het Filipijnse leger heeft nog maar een deel van de stad kunnen heroveren. De afgelopen dagen heeft het nog luchtaanvallen uitgevoerd op Marawi. De Amerikaanse hulp die nu wordt toegezegd, wordt door het Filipijnse leger omschreven als "technische bijstand".

De Amerikaanse hulp is enigszins verrassend, want de band tussen de Verenigde Staten en de Filipijnen was de laatste tijd slecht. Kort na zijn aantreden nam de Filipijnse president Duterte nadrukkelijk afstand van de bondgenoot. Hij dreigde ermee een einde te maken aan de Amerikaanse militaire aanwezigheid in de Filipijnen. 

Sinds Trump president van de VS is, is er echter weer toenadering tussen de Verenigde Staten en de Filipijnen.