Het aantal bedrijfswagens stijgt nog ieder jaar terwijl de wegen verder dichtslibben. Om die explosie van salariswagens te stoppen, maar ook om werkgevers en werknemers meer keuzevrijheid te geven, heeft de regering nu beslist om iedereen zelf te laten beslissen: een bedijfswagen of meer centen. Dat bevestigt het kabinet van minister van Financiën Van Johan Van Overtveldt (N-VA).

Via het Voordeel Alle Aard kan wie een auto van zijn bedrijf ter beschikking heeft die inruilen. Het bedrag wat daar tegenover staat, wordt bepaald op basis van de waarde van je laatste auto. Dat bedrag wordt met 20% vermeerderd voor wie ook een tankkaart heeft.

Om te vermijden dat het mobiliteitsbudget in de plaats komt van gewoon loon, voorziet de regering een aantal antimisbruikbepalingen. De werkgever kan ook niet eenzijdig beslissen om de bedrijfswagen af te nemen, beide partijen moeten akkoord gaan.

De regering zal nu aan de sociale partners vragen om binnen de 6 maanden een indexatiemechanisme uit te werken. Als ze daar niet in lukken dan zal de regering zelf de wijze van indexeren bepalen. Het systeem zal ingaan op 1 januari 2018 in en zal na 1 jaar geëvalueerd worden.

Gemeenschappelijk advies

Vakbonden en werkgeversfederaties zijn het in april al eens geraakt over een gemeenschappelijk advies aan de federale regering over de invoering van een mobiliteitsbudget.

Het mobiliteitsbudget is in de ogen van de sociale partners ‘een alternatief voor de bedrijfswagen, waarop een werknemer aanspraak kan maken. Dit zal geen verplichting zijn. Het is dus de exclusieve beslissing van de werkgever om al dan niet een mobiliteitsbudget aan zijn werknemers aan te bieden.’

Als de werknemer het aanbod aanvaardt, kan hij zijn bedrijfswagen volledig vervangen door duurzame vervoermiddelen en -diensten (zoals bus, tram, metro of fiets) of voor een goedkopere bedrijfswagen opteren en die dan combineren met andere, duurzame vervoermiddelen en -diensten.