"Met zijn filmpje zegt Trump dat het oké is om journalisten aan te vallen, ook letterlijk"

Donald Trump gaat op steeds uitdagender manier de confrontatie aan met de pers. In amper drie dagen tijd escaleerde het van herhaalde beledigende tweets aan het adres van twee MSNBC-journalisten tot het omdopen van CNN naar FNN ("Fraud News Network") naar een filmpje waarin Trump CNN letterlijk tegen de grond mept.

Trump verdedigde zijn gebruik van sociale media als "modern presidentieel" en zegt dat hij zo tenminste rechtstreeks met het volk kan spreken, over de "valse", "frauduleuze" en "vooringenomen" mainstream-media heen.

Het filmpje waarin Trump in de marge van een worstelwedstrijd een man in elkaar slaat wiens hoofd bedekt is met het CNN-logo, lijkt voor vriend en vijand net die stap te ver. Trump deelde het filmpje via zijn Twitter-account, het is intussen een van zijn meest gedeelde en meest geretweete posts ooit.

Sommige aanhangers lachten eens met het filmpje, anderen rolden eens met hun ogen. Maar Amerikaanse media nemen het wel ernstig, sommige journalisten zijn al bedreigd vanwege hun berichtgeving. Verschillende Twitteraars rapporteerden het filmpje bij de microblogsite omdat het hatelijk gedrag vertoont. Maar volgens Twitter gaat het hier niet om geweld.

Op die manier zegt de president aan zijn aanhangers dat het oké is om de media aan te vallen, niet alleen figuurlijk, maar ook letterlijk, zeggen verschillende stemmen in de Amerikaanse pers.

In een reactie op het filmpje betreurt CNN dat Trump geweld tegen journalisten aanmoedigt en dat hij "kinderachtig gedrag vertoont dat vér beneden de waardigheid van zijn ambt ligt." "Het is een trieste dag wanneer de president van de Verenigde Staten geweld tegen reporters aanmoedigt. In plaats van zijn overzeese reis voor te bereiden, en zijn eerste ontmoeting met president Vladimir Poetin, bezig te zijn met de verhouding met Noord-Korea, zijn wet op de gezondheidszorg uit te werken, verlaagt hij zich tot kinderachtig gedrag. Wij zullen ons werk blijven doen. Hij zou moeten beginnen met dat van hem te doen."

"Dit is niet gewoon anti-CNN, dit is anti-vrijheid van de pers", zegt Carl Bernstein, vooraanstaand politiek analist bij CNN. "Het is zeer verontrustend. Hier is helemaal niets luchtigs aan."

CNN kwam vorige week overigens zelf in een lastig parket toen het een verhaal over vermeende banden tussen een vertrouweling van Trump en een Russisch investeringsfonds moest intrekken. Drie journalisten van CNN werden daarop ontslagen. (Lees: 3 CNN-journalisten nemen ontslag na intrekking Trump-verhaal)

Volgens de onafhankelijke non-profitorganisatie CPJ (Committee to Protect Journalists, vrij vertaald het Comité ter Bescherming van Journalisten) "ondermijnt geladen retoriek op het internet de media in de Verenigde Staten, en inspireert en bevestigt het autocratische leiders wereldwijd alleen maar om hetzelfde te doen." De CPJ, met hoofdzetel in New York, werd in 1981 opgericht om de rechten van journalisten te verdedigen, in een reactie op intimidatie van autoritaire regeringen.

CPJ-beleidsdirecteur Courtney Radsch vertelde aan The Guardian: "Individuele journalisten en nieuwskanalen eruit pikken, dat heeft een angstaanjagend effect. Het voedt een sfeer waar verdere laster en zelfs fysieke aanvallen als acceptabel beschouwd worden. We zijn al bezorgd over fysieke aanvallen op journalisten en de geladen retoriek van het Witte Huis op het internet helpt daar niet aan. Dit creëert geen positieve situatie voor de pers, online of offline."

Ben Sasse, een Republikeins senator voor Nebraska, vertelde aan CNN: "Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen slechte verhalen en gebrekkige verslaggeving, het recht dat burgers hebben om daarover te klagen enerzijds, en het wantrouwen letterlijk en figuurlijk wapens te geven anderzijds." Volgens Sasse creëert journalistiek in het tijdperk van sociale media "een recept voor een nieuw soort tribalisme."

Amerikaanse en Britse beroemdheden pakken op datzelfde Twitter intussen uit met reacties op het worstelfilmpje. Met verwijzingen naar het Eerste Amendement, dat het recht op een vrije pers garandeert. En naar het Vijfentwintigste Amendement, de wetgeving die toelaat dat de president "impeached" kan worden.