Direct naar artikelinhoud
Update

Ducarme schuift schuld van chaos over eiercrisis in schoenen van Nederland

Ducarme schuift schuld van chaos over eiercrisis in schoenen van Nederland
Beeld belga

Minister van Landbouw Denis Ducarme (MR) haalt fel uit naar de informatiedoorstroming vanuit Nederland in het kader van de fipronilbesmetting in de eiersector. België heeft meer dan een maand op gevraagde info moeten wachten, zegt hij. Bovendien zou Nederland al sinds november 2016 weet hebben van een probleem met fipronil in de pluimveesector. Een en ander moet blijken uit de chronologie van de crisis die door het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) aan Ducarme is overgemaakt.

Ducarme kwam aan het woord in de Kamercommissies Landbouw en Volksgezondheid, die in spoedzitting bijeengekomen zijn over de eiercrisis. Volgens Ducarme moesten de Belgische autoriteiten herhaaldelijk om de klantenlijst vragen van het verdachte Nederlandse bedrijf "CF". "Dat betekent dat het FAVV dus niet vroeger de perimeter heeft kunnen afbakenen die er later wel kwam en die betrekking had op 86 exploitanten", verklaarde hij.

Chronologie van de crisis

Voor zijn uiteenzetting baseerde Ducarme zich op de chronologie van de fipronilcrisis. Het FAVV bezorgde die gisteren aan de minister, vandaag kregen ook de Kamerleden het gedetailleerde document.

Daaruit blijkt dat het FAVV op 2 juni voor het eerst op de hoogte werd gebracht van een "niet-conform resultaat". Een eierverwerkend bedrijf ("XBB" genoemd in het document) was die besmetting met fipronil via autocontrole, maar wel toevallig, op het spoor gekomen. Het ging om eieren die op 9 mei gelegd waren in het legbedrijf XAA.

Een dag later, op zaterdag 3 juni dus, voerde het FAVV bij XAA een controle uit en werden alle aanwezige eieren in beslag genomen. Er werd ook meteen een onderzoek opgestart naar de bron of oorzaak van de contaminatie, dat uiteindelijk uitwees dat de bron exclusief in Nederland te zoeken was. Op maandag 19 juni verstuurde het FAVV een formele vraag aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) om informatie te verstrekken over een servicebedrijf ("XEE" genoemd in het document, maar "CF" genoemd door Ducarme) en een voederproducent waar het Belgische legbedrijf XAA een beroep op had gedaan.

Uit Nederland kwam er echter geen officiële reactie, ook niet toen het Europese antifraudeplatform AAC-FF werd aangesproken. Pas toen de onderzoeksrechter, die de leiding had over het intussen opgestarte Belgische onderzoek, gevraagd werd om de informatie bij de Nederlandse justitie op te vragen, kreeg het FAVV de Belgische klantenlijst van het "verdachte servicebedrijf XEE".

"Groot probleem"

Ducarme stond uitgebreid stil bij wat hij omschrijft als een gebrekkige informatiedoorstroming. "Een maand zonder de minst informatie van het Nederlandse agentschap. Dat wil zeggen dat we geen toegang hadden tot de klantenlijst van het Nederlandse bedrijf en dat het FAVV dus niet vroeger de perimeter heeft kunnen afbakenen die er later wel kwam en die betrekking had op 86 exploitanten."

"We hebben dus een maand verloren om testen te kunnen doen", zei Ducarme scherp. "En dat is een probleem. Wanneer een land als Nederland, een van de grootste exporteurs van eieren, deze informatie niet overmaakt, dan is dat een groot probleem."

In zijn rapport schrijft het FAVV ook dat het "per toeval" in het bezit van twee nota's is gekomen waaruit blijkt dat Nederland al vanaf november 2016 wist dat er een probleem was met het gebruik van fipronil in de Nederlandse pluimveesector en op legbedrijven in het bijzonder.

Verschillende parlementsleden, onder wie Nele Lijnen (Open Vld), stellen zich vragen bij deze gang van zaken in Nederland. "Waarom doet Nederland dit?", vraagt ze zich af. Lijnen spreekt van "moedwillig tegenwerken", "en dat is onaanvaardbaar".

We hebben een maand verloren om testen te kunnen doen
Landbouwminister Ducarme

Twitter bericht wordt geladen...