Direct naar artikelinhoud
Onderwijs

Recordaantal Vlaamse studenten in het buitenland

Nooit eerder hebben zo veel Vlaamse studenten gekozen voor Erasmus. Meer dan 5.600 studenten brachten dit academiejaar deels in het buitenland door. Maar er vertrekken volgens minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) wel te weinig beursstudenten.

Remy Amkreutz

Uitwisselingsprogramma Erasmus populairder dan ooit, maar beursstudenten zijn ondervertegenwoordigd
Beeld Jan Straetmans

Liefst 5.648 studenten gingen in het academiejaar 2016-2017 dankzij het uitwisselingsprogramma Erasmus+ naar een buitenlandse universiteit of hogeschool. Een stijging van 5,6 procent ten opzichte van het vorige academiejaar. Het aantal vertrekkende studenten stijgt haast elk jaar en ligt op het hoogste peil sinds Erasmus dertig jaar geleden van start ging. Dat blijkt uit cijfers van minister van Onderwijs Crevits die deze krant kon inkijken.

Spanje haalde tijdens het huidige academiejaar, dat alweer bijna afgelopen is, Frankrijk in als populairste studiebestemming. Duitsland kaapt de laatste podiumplaats weg en wordt gevolgd door Italië en het Verenigd Koninkrijk. De gemiddelde Vlaamse student bracht 4,7 maanden in het buitenland voor de studie en 3,7 maanden voor een stage. Om deze uittocht mogelijk te maken, investeerde de Europese Unie, die elk jaar meer studenten een internationale ervaring wil laten opdoen, bijna 8,4 miljoen euro in het Vlaamse hoger onderwijs. Vlaanderen trekt er jaarlijks 500.000 euro voor uit.

Troeven arbeidsmarkt

“Die buitenlandse ervaring geeft ieder jaar aan duizenden studenten belangrijke troeven voor de arbeidsmarkt en hun persoonlijke ontwikkeling”, zegt Crevits. “Jongeren leren er vaardigheden zoals zelfzekerheid, nieuwsgierigheid, probleemoplossend denken en verdraagzaamheid. Vaardigheden die werkgevers waarderen en die jongeren sterker in het leven laten staan.”

Wel valt het op dat de beursstudenten, die hun toelage behouden als ze op uitwisseling gaan en ook een hogere Erasmus-beurs kunnen krijgen, ondervertegenwoordigd zijn. Anders gesteld: het percentage beursgerechtigde studenten in het Vlaamse hoger onderwijs ligt met ruim 20 procent een stuk hoger dan het aantal studenten met een beurs dat op Erasmus vertrekt, zo’n 16 procent. Crevits zal de universiteiten en hogescholen vragen hier meer aandacht voor te hebben en dit als speerpunt op te nemen in hun internationaliseringsbeleid. “Ik reken erop dat elke universiteit en hogeschool inspanningen blijft leveren om de drempels te verlagen voor studenten voor wie zo’n uitwisseling niet evident is”, klinkt het.

‘Een verblijf met Erasmus hoeft niet noodzakelijk meer te kosten dan wat een student hier zou uitgeven’
Frederik De Decker, afdelingshoofd internationalisering UGent

Ook aan de UGent bestaat er een kleine kloof. Vooral voor pendelstudenten, die in Vlaanderen niets aan huisvesting uitgeven, valt een uitwisselingsverblijf al snel een stuk duurder uit. “We krijgen nogal wat financiële vragen, maar er zijn veel studies die tonen dat een Erasmus-verblijf niet noodzakelijk meer hoeft te kosten dan wat een student hier zou uitgeven”, zegt afdelingshoofd internationalisering Frederik De Decker. “Het hangt wel van een aantal factoren af. Als je veel uitstapjes wilt doen, wordt het wel duurder. En het ligt ook een beetje aan de bestemming. Wonen en leven in Londen is een stuk duurder dan in een kleine Britse stad.”

De Decker geeft aan dat beursstudenten vaak kunnen rekenen op extra hulp van hun gastuniversiteit, zoals goedkopere logies of maaltijden. Verder biedt de UGent net als de KU Leuven bijkomende financiële ondersteuning aan beursstudenten. “Voor een aantal verblijven in het buitenland kennen we bijvoorbeeld hogere beurzen toe”, zegt Peter Lievens, de nieuwe Leuvense vicerector internationaal beleid. “We willen immers dat elke student dit soort ervaringen kan opdoen.”