Het katholiek onderwijs blijft het grootste net met 742.161 leerlingen in het basisonderwijs en secundair onderwijs. Dat zijn er 1.052 meer dan vorig jaar of een stijging met 0,14 procent. Het GO, het Gemeenschapsonderwijs, is de sterkste groeier met 3.690 leerlingen meer, een stijging van 1,87 procent. Daarmee rondt het GO voor het eerst de kaap van 200.000 leerlingen. Ook het stedelijk en gemeentelijk onderwijs gaat vooruit en telt nu 179.090 leerlingen. Het provinciaal onderwijs ten slotte stijgt tot 15.779 leerlingen.

Het katholiek onderwijs wijst erop dat er dit schooljaar 2,5 procent meer leerlingen in het secundair onderwijs zijn begonnen dan vorig schooljaar. "Dat zien we nu in de cijfers voor het eerste jaar middelbaar", zegt directeur-generaal Lieven Boeve. "De grote groep van kinderen uit het basisonderwijs stroomt nu door naar het secundair onderwijs en dat zal de druk op het secundair onderwijs de komende jaren doen toenemen. Vooral in de grote steden zullen we goed moeten opvolgen dat er een stoeltje is voor elk kind."  

Het GO zegt dat het nu al leerlingen moet weigeren wegens plaatsgebrek. "Elk jaar opnieuw moeten we ouders en leerlingen teleurstellen en zeggen dat we geen plaats meer voor hen hebben", vertelt Raymonda Verdyck, afgevaardigd-bestuurder van het GO. "En dat komt omdat er onvoldoende middelen en infrastructuur zijn voorzien. Dat is betreurenswaardig net nu ons pedagogisch project duidelijk aanslaat. "

Bij alle netten zitten vooral de technische en wetenschappelijke richtingen in de lift. Bij het provinciaal onderwijs valt het succes van de richting land- en tuinbouw op. Het stedelijk en gemeentelijk onderwijs ziet dan weer een behoorlijke stijging van het kunstonderwijs in de tweede graad van het middelbaar onderwijs.