Michel roept op om sereniteit te laten terugkeren in asieldebat: "Imago van ons land niet bezoedelen"

Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) kwam met de Soedanese ambassade overeen dat het Afrikaanse land een delegatie naar België zou sturen. Die moet helpen met de identificatie van Soedanese transmigranten die zich onder meer in de buurt van het Brusselse Maximiliaanpark bevinden.

Over dat akkoord ontstond vorige week verontwaardiging, vooral omwille van het dictatoriaal regime in Khartoem en zijn reputatie op het vlak van de mensenrechten. Omdat de premier zich toen in New York bevond, was het vandaag de eerste keer dat hij zich publiek over het dossier uitsprak tijdens een minidebat in de Kamer.

Hij benadrukte dat de Dienst Vreemdelingenzaken en Fedasil, toen de toestroom van de zogenaamde transitmigranten erg zichtbaar werd, een informatiecampagne zijn gestart. "Die is niet gestopt", verzekerde de premier. Daarin lichten ze de migranten in over de mogelijkheid om asiel aan te vragen, de mogelijke vrijwillige of gedwongen terugkeer en de mogelijkheid om internationale bescherming aan te vragen tijdens een opsluiting in een gesloten centrum. "Het is dus fout te zeggen dat ze geen aanvraag indienen omdat ze niet op de hoogte zijn".

Volgens de premier heeft tot nu toe één persoon asiel aangevraagd. Het leeuwendeel wil immers Engeland bereiken. Daarbij spelen bovendien de Dublin-akkoorden. Die schrijven voor dat iemand die elders binnen de EU al een asielaanvraag heeft ingediend, riskeert naar daar te worden teruggestuurd indien hij dat bijvoorbeeld opnieuw in ons land doet.

Premier Michel benadrukte dat het niet verantwoordelijk zou zijn als regering in die situatie geen initiatief te nemen. Hij haalde de veiligheid aan, maar ook gezondheidsredenen en de mensenhandel.

De eerste minister benadrukte opnieuw dat procedures van de identificatiemissie verlopen volgens nationaal, internationale en Europese mensenrechten.

België is trouwens niet het enige land dat een dergelijke samenwerking heeft opgezet. Hij citeerde bijvoorbeeld Frankrijk, dat tussen 2014 en 2016 200 mensen terugstuurde, maar bijvoorbeeld ook Noorwegen, waar de teller op 60 mensen stond.

De leden van de missie zijn volgens Michel gescreend door Buitenlandse Zaken, de Staatsveiligheid en de Algemene Directie Inlichtingen en Veiligheid. Hij benadrukte dat de migranten in de gesloten centra een gesprek met de missie kunnen weigeren of kunnen weigeren de vragen te beantwoorden. Migranten die repercussies vrezen, kunnen een aanvraag indienen voor internationale bescherming, wat de uitwijzing opschort, benadrukte de eerste minister.

De premier onderstreepte voorts dat de diplomatieke contacten met Soedan beperkt zijn "tot het strikt diplomatieke minimum". Meteen riep hij op het imago van ons land niet langer te besmeuren en opnieuw sereniteit in het debat te brengen.

"Mag ik dan vragen eerst voor eigen deur te vegen?", reageerde Van der Maelen (sp.a). "Diegene die zo populistisch, agressief en provocatief communiceert over zo'n diepmenselijk probleem als vluchtelingen, zit in uw regering", doelde het Kamerlid op staatssecretaris Francken.

Nahima Lanjri (CD&V) suggereerde nog alternatieven voor een eventuele uitwijzing naar Soedan. Volgens haar is ons land niet verplicht "Dublin" toe te passen. Lanjri is ervan overtuigd dat nogal wat van de transitmigranten in dat geval alsnog asiel zouden aanvragen. Een andere mogelijkheid zou zijn de Soedanezen terug te sturen naar een veilig derde land in de regio.