Direct naar artikelinhoud
Lifestyle

Eten, zakendoen en tuinieren? Dat doet u in deze daktuin met een missie

Op het dak van de PAKT-site worden groenten en kruiden gekweekt.Beeld Tine Schoemaker

De vlezige coeur du boeuf-tomaten die ze ’s ochtends oogsten op de daktuinen, kunnen ’s middags op je bord belanden in een van de restaurants in het oude pakhuis. Welkom op de PAKT-site, waar creatieve ondernemers, tuinierders én kippen thuis zijn. 

Ik sta op het dak van een voormalig pakhuis in het Antwerpse Groen Kwartier. De kippen kakelen, de tomaten doen aan XXL en kruiden en eetbare bloemen wuiven mee met de wind. Volkstuintjes op hoog niveau? Ja en nee: hier is meer aan de hand.

Stefan Bostoen, een van de bezielers van de PAKT-site in Antwerpen, neemt mij mee op sleeptouw.  We worden voor de voeten gelopen door een paar scharrelende kippen van het type ‘vrije uitloop’. Stefan opent de deur van de eerste serre en vat een deel van de filosofie van PAKT samen: de kringloop ­sluiten door op één locatie te zaaien, planten, oogsten en nuttigen.

Ten bewijze daarvan de tomaten die hier worden gekweekt. Ze worden onder meer hiernaast geserveerd, bij The Jane, en bij Kasserol en Standard op het gelijkvloers. Yusuf Yaman, een van de andere bezielers, wijst naar de tomaten: “Aan de oorsprong ligt de Bulgaarse ‘coeur de boeuf’, maar deze ­variant hebben we de ‘coeur de pakt’ genoemd.” Het mag duidelijk zijn: deze naar eigen zeggen bijzonder vlezige tomaten zijn de creatie van Yusuf.

‘Deze daktuinen zijn voor iedereen ­toegankelijk, niet enkel ­voor de sterrenchefs van hiernaast’
Yusuf Yaman, bezieler van de PAKT-site

Maar er is meer. Voor het kweken van een deel van de planten wordt gebruik gemaakt van een zogeheten aquaponics-systeem, een methode die aquacultuur en hydrocultuur combineert. Stefan haalt het deksel van een waterreservoir en wijst naar een paar ­honderd graskarpers: “De uitwerpselen van de vissen zijn de meststoffen voor de planten, maar dat water wordt tevens gefilterd door de planten en het gefilterde water vloeit ­vervolgens terug naar de vissen. Dat noemen wij een ecologisch evenwicht.”

Als we de serre verlaten, zien we iets ­verderop een kerel die vlijtig met een ­schaartje omspringt. Het blijkt de kruidenman van The Jane te zijn. Yusuf: “Die komt hier dagelijks zijn kruiden en eetbare ­bloemen plukken. Let wel, deze daktuinen zijn voor iedereen toegankelijk, niet enkel voor de sterrenchefs van hiernaast.”

Terwijl we van de kruidentuin naar een ­aanpalend dak wandelen, onthullen Stefan en Yusuf dat het oorspronkelijk de bedoeling was om hier een loftproject neer te zetten. Maar dat parcours liep minder vlot dan verwacht en in 2014 kwam het idee om er een plek van te maken voor de meer dan 8.000 creatieve ondernemers in Antwerpen.

's Ochtends is het rustig op de binnenplaats.Beeld Tine Schoemaker

Intussen zijn we via een metalen verbindingsbrug op een ander dak terechtgekomen en staat er mij een andere bijzonderheid te wachten. Hier worden – en het lijstje is niet compleet – aardappelen, venkel, rode bieten en wortelen gekweekt in strobalen. “Hooi,” corrigeert Yusuf, “want daar moeten we ­minder elementen aan toevoegen.” Dat ­aardappelen niet spontaan in het hooi ­beginnen schieten, spreekt voor zich. Stefan over de natuurlijke additieven: “Wij noemen het de ‘megamix’ en hopen deze techniek voor actief groen verder in de stad te ­verspreiden op zowel daken als terrassen.” Dat het werkt, valt niet te ­ontkennen. Stefan vertelt dat de methode op zich niet nieuw is maar dat er bewust voor deze techniek werd gekozen om het dak niet onnodig te belasten.

Achter de hooibalen bevindt zich de grote serre. Volgens Yusuf een bijzondere broeikas omdat zich in het midden van de kas een vide bevindt die tot op het gelijkvloers reikt: “Hierdoor is het klimaat in de serre optimaal. Zelfs op de warmste dagen loopt de ­temperatuur hier niet te hoog op.” Stefan vult aan: “Die luchtcirculatie tref je in een gewone serre inderdaad niet aan. Het grote voordeel hiervan is dat ziektekiemen niet de kans ­krijgen om zich aan de planten te hechten.” Geen wonder dus dat de ‘coeur de pakt’ hier onbesuisd zijn gang kan gaan. Stefan: “Hoeveel woog ons zwaarste exemplaar alweer?” Yusuf, fier: “1,45 kilogram!”

'De uitwerpselen van de vissen zijn de meststoffen voor de planten, maar dat water wordt tevens gefilterd door de planten en het gefilterde water vloeit ­vervolgens terug naar de vissen. Dat noemen wij een ecologisch evenwicht'
Stefan Bostoen, een van de bezielers van de PAKT-site

Op weg naar het volgende dakdeel zien we dat er saffraan wordt verbouwd. Het rode goud verwacht je niet meteen op een dak in het centrum van Antwerpen. Of van een stad ‘tout court’. Net zo min als de volkstuintjes die hier hun intrek hebben genomen in grote ­bakken. Er hangen bordjes bij van de eigenaars. Stefan: “Die betalen een kleine bijdrage per maand en dat geld is nodig om de continuïteit te garanderen en onze overtuiging van een leefbare stad te kunnen uitdragen.”

Het spreekt voor zich dat hier uitsluitend met hemelwater wordt gesproeid. Yusuf en Stefan rekenen ter plekke het volume uit: 300.000 liter. Dat lijkt ons veel. Yusuf lacht: “Tja, dat is voor een gewone landbouwer eigenlijk niet zo veel, 300 kuub, toch?” Stefan: “Ja, maar we staan hier wel op een dak in het midden van de stad.” Hilariteit.

PAKT draait niet alleen om tuinieren en eten, maar wil onderdak bieden aan bedrijven die actief zijn in de creatieve sector. Onder het dak huizen onder andere Duval Branding, een reclameagentschap, Bioforum, de sectororganisatie van de biologische landbouw en voeding en June, een start-up die een apparaatje heeft ontwikkeld om het energieverbruik te meten en, indien nodig, een overstap naar een andere energieleverancier te regelen.

'Het koffiedik wordt gerecupereerd, want het is een ideale kweekbodem voor oesterzwammen. En de vliesjes rond de bonen blijken geweldige grondverbeteraars te zijn'
Stefaan Bostoen, een van de bezielers van PAKT

Op de gelijkvloerse verdieping vinden we opnieuw aansluiting met wat er zich op het dak afspeelt. Stefan herhaalt het cradle-to-cradleprincipe: hier kweken en ter plaatse consumeren. En ook: het verkeer van en naar de stad reduceren.

“Koffiehuis Caffènation was een van de eerste bedrijven die in ons concept geloofden”, gaat Stefan verder. Ze voegden ook meteen de daad bij het woord: de koffiebonen worden hier op deze plek gebrand. Meer nog, zegt Stefan: “Het koffiedik wordt gerecupereerd, want het is een ideale kweekbodem voor oesterzwammen. En de vliesjes rond de bonen blijken geweldige grondverbeteraars te zijn.”

De koffiebar kreeg intussen het gezelschap van twee restaurants: Standard en Kasserol. Bij Standard staan er onder meer zuurdesempizza’s op het menu, maar het is geen Italiaans restaurant, drukt men ons ter plaatse op het hart. Hier kun je de vlezige ‘coeur de pakt’ degusteren: tijdens het ochtendgloren geoogst, ’s middags als een carpaccio op je bord. Bij Kasserol, tevens een foodtruck, kun je niet alleen tafelen, je kunt er een selectie van de ter plaatse gekweekte groenten kopen. Stefan voegt er nog snel aan toe dat er elke vrijdag een versmarktje wordt georganiseerd waar de eigen kweek wordt verhandeld.

De daktuin doet dienst als kruidentuin voor The Jane. Maar hij is niet alleen toegankelijk voor topchefs.Beeld Tine Schoemaker

Ook op de benedenverdieping, maar deels verzonken in de grond, huist Crossfit. Het fitnesscentrum, dat hier als eerste bedrijf introk, oogt geweldig: Antwerp meets Berlin meets Brooklyn. Stefan: “Eigenlijk kijk je hier neer op de kelder; we hebben de vloer weggehaald waardoor je vanaf het gelijkvloers neerwaarts kunt binnenkijken. Vroeger was er hier een smidse. Omdat de fitnessruimte verzonken is, wordt het er nooit te warm.”

Terwijl onze fotografe de eclectische architectuur in beeld brengt, gaat Stefan verder: “We hebben hier nauwelijks aan afbraak gedaan; alles wat je ziet, is authentiek. De buren keken al ruim 30 jaar tegen klimop aan en dat is dus niet veranderd. Wat we hier ­aangetroffen hebben, hebben we grotendeels bewaard op de site. Heel wat elementen ­worden namelijk hergebruikt, al dan niet met dezelfde bestemming. Het geheel oogt én organisch én industrieel. Ook dát maakt deel uit van onze filosofie. Het is Yusuf die zijn stempel heeft gedrukt op de architecturale uitstraling van de site.”

Stefan geeft toe dat PAKT geen evident project is. Maar het heeft voor de drie bezielers een enorme emotionele waarde. Stefan en de broers Yusuf en Ismail Yaman staan vaak op het dak. Daar komen ze na een zware dag tot rust. Stefan bekent: “Drie jaar geleden kende ik niks van tomaten en nu weet ik hoe een goede tomaat hoor te smaken!” Yusuf glundert. Twee ruimtes staan nog leeg. Een bewuste keuze. Stefan: “Daar moeten evenementen plaatsvinden. We willen het niet verhuren aan een en dezelfde partij. De ruimte moet voor afwisseling zorgen. De site moet dynamisch blijven en met tijdelijke events hopen we dat aspect in te vullen.” Stefan hoopt tevens de eerste zogeheten ‘vertical farm’ te mogen verwelkomen op de site, alsook een microbrouwerij en een warme bakker.

Bij Standard kun je niet alleen zuurdesempizza’s eten. Er staat ook carpaccio op het menu van de vers op het dak geoogste vlezige tomaat ‘coeur de pakt’.Beeld RV/ Senne Van der Ven

Intussen is het bijna middag. Het terrasje van de koffiebar loopt vol en bij Standard gaan de eerste zuurdesempizza’s in de oven. Opvallend: iedereen wandelt en fietst hier breed glimlachend naar toe. Voor de auto is er, behalve op een kleine parking aan de ingang, geen plaats. PAKT maakte trouwens een ­overeenkomst met autodeelbedrijf Cambio. Nu staat er één elektrische wagen en een gewone benzine ter beschikking, maar PAKT wil daar eigen elektrische auto’s voor hun ‘bewoners’ aan toevoegen.

Ik geniet nog van een cappuccino op het binnenpleintje van de bedrijvigheid om mij heen. Yusuf is intussen met een vorkheftruck in de weer en Stefan heeft een vergadering bij Kasserol. Op het dak zijn onderwijl een paar dakboeren aan de slag gegaan en er rijdt een koerier voor die zich van een elektrische bakfiets bedient. Ziet de stad van de toekomst er zo uit? Als het van PAKT afhangt wel. Groen in de stad is volgens hen veel meer dan wat bomen in een park. Hier spreken ze consequent van ‘actief groen’. En van cradle-to-cradle. Inmiddels is het hoog tijd om hiernaast die fameuze ‘coeur de pakt’ te gaan proeven.