Rode Kruis: "Ergste geweld in Syrië sinds de val van Aleppo"
De militaire operaties in Syrië, voornamelijk tegen IS, treffen honderdduizenden burgers, zegt het Internationale Rode Kruis. Scholen en ziekenhuizen worden niet gespaard, en dat druist in tegen het internationale humanitaire recht.
In verschillende regio's in Syrië is het geweld de voorbije weken
opgeflakkerd. Het gaat om de ergste gevechten sinds in december vorig jaar de bloedige slag om Aleppo werd uitgevochten. Het Internationale Rode Kruis is gealarmeerd omdat er honderden burgers bij de slachtoffers zijn en omdat scholen en ziekenhuizen niet worden gespaard.
Arabische en Koerdische strijders zijn in opmars tegen het laatste IS-bolwerk Raqqa. Daarbij krijgen ze luchtsteun van een Internationale Coalitie. In de regio rond Raqqa en Deir Ezzor wordt hevig strijd geleverd. Vluchtende burgers komen in de vuurlinie terecht. "Mijn collega's hoorden schrijnende verhalen, zoals die van een familie van 13 die op de vlucht uit Deir Ezzor 10 familieleden verloor door luchtbombardementen en landmijnen onderweg", zegt Marianne Gasser, het hoofd van de delegatie in Syrië van het Internationale Rode Kruis.
De Syriërs vluchten massaal weg. "Om een voorbeeld te geven, in het vluchtelingenkamp van Al Harisha zaten twee weken geleden nog 4.000 mensen, nu zijn het er al 17.000", zegt An Luyten van Rode Kruis
Vlaanderen.
Humanitair recht geschonden
Het Rode Kruis klaagt aan dat alle strijdende partijen de internationale
humanitaire wetgeving schenden. Zo zijn er de voorbije twee weken
verschillende scholen en al 12 ziekenhuizen geraakt. "Een van die
ziekenhuizen is zeer groot, en zeker een half miljoen burgers zit
daardoor zonder basiszorg", zegt An Luyten nog.
"Er is ook een grote waterzuiveringsinstallatie vernield, dat brengt de drinkwatervoorziening van duizenden mensen in gevaar. " Het Internationale Rode Kruis roept alle strijdende partijen in Syrië op om rekening te houden met de burgerbevolking.