Soedanezen mogen niet uitgewezen worden, Francken tekent derdenverzet aan

Ongeveer honderd Soedanezen die illegaal in ons land verblijven, werden vorige maand opgepakt in de Brusselse Noordwijk en naar gesloten centra gebracht, onder andere naar dat van Vottem. Van daaruit zouden ze terug naar hun eigen land worden gestuurd. De vluchtelingen weigeren in ons land asiel aan te vragen omdat ze naar Groot-Brittannië willen doorreizen.

De Liga voor Mensenrechten diende vanochtend een dringende vordering tot schorsing in voor de uitwijzingen en kreeg gelijk van de rechter. De rechtbank acht dat de repatriëring in strijd is met artikel drie van de Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens, dat stelt dat "niemand mag worden onderworpen aan folteringen of aan onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen".

Het verbod geldt zowel voor een uitwijzing naar Soedan als voor een uitwijzing naar een andere Europese lidstaat, aldus nog de mensenrechtenorganisatie.

"Het vonnis van de rechtbank in Luik stelt terecht vast dat de beslissingen tot gedwongen verwijdering niet afdoende onderzocht en gemotiveerd zijn", zeggen Charlotte Vandycke van Vluchtelingenwerk Vlaanderen en Wies De Graeve van Amnesty International Vlaanderen.

"De Belgische autoriteiten moeten voor iedere individuele Soedanees nagaan, of hij of zij geen reëel risico loopt op ernstige mensenrechtenschendingen bij terugkeer. Dat is hier niet gebeurd", aldus de directeurs van Vluchelingenwerk Vlaanderen en Amnesty in een gezamenlijke reactie op de uitspraak van de rechter in eerste aanleg in Luik.

"Dit is een flagrante schending van het internationaal recht. De Soedanezen mogen niet onder dwang verwijderd worden zolang de Belgische autoriteiten niet kunnen aantonen dat deze risicoanalyse terdege is uitgevoerd in ieder individueel geval."