"Voor mijn moeder was die week in het moederhuis onbetaalbaar"

Louis van Dievel, schrijver en journalist, kijkt elke week met zijn eigenzinnige blik naar mens en maatschappij. Een nieuwsbericht van deze week roept herinneringen op aan dat weekje dat zijn moeder soms  weg was.

opinie
Louis van Dievel
Louis van Dievel is schrijver en journalist. Hij was journalist bij VRT NWS.

Ik heb een neef die in Berlijn woont en die onlangs vader is geworden. Zijn jonge vrouw bracht hun zoon om twee uur ’s nachts ter wereld in een kraamkliniek en nog dezelfde middag gingen moeder en boreling naar huis. Die harteloze Duitsers toch, was mijn eerste gedachte. Gunnen die de pas bevallen vrouw echt niet een paar dagen rust en herstel?

Tot bleek dat zoiets in Duitsland heel normaal is, dat ultrakorte verblijf. Zwangerschap is geen ziekte en een normale bevalling is geen operatie. En de nazorg in Berlijn is pico bello. 

Ik ben zelf de vierde in een rij van tien kinderen van wie er eentje heel jong stierf. We zijn nog steeds met zijn negenen. Een schoon Vlaams huisgezin zoals ze die niet meer maken. Mijn oudere zussen zijn allemaal thuis ter wereld gekomen, in een klein krottig huisje, gespeend van ieder comfort. Ik was de eerste die in de Mechelse kraamkliniek – gemeenzaam “het moederhuis” genoemd – mijn eerste keel openzette.

Een tante van mijn moeder was er vroedvrouw die van haar werk haar roeping had gemaakt. Zelf bleef ze ongehuwd en kinderloos. Bij wijze van spreken zou je kunnen zeggen, al klopt dat natuurlijk niet. 

 Een week lang hield ze vakantie in haar kraambed. 

Na mij beviel mijn moeder nog van drie meisjes en drie jongens, in willekeurige volgorde. Ze kreeg daar in het Mechelse moederhuis wat in haar ogen een VIP-treatment was. Een week lang hoefde ze zich nergens zorgen over te maken. Een week lang hield ze vakantie in haar kraambed. Iets wat haar in het dagelijkse leven nooit gegund was. Ze werd verzorgd en ze kreeg eten dat ze niet zelf had moeten koken.

Het enige wat ze moest doen was haar boreling zogen. Natuurlijk maakte ze zich wél zorgen. Over hoe het met ons, haar lastige kroost, gesteld was. Of we wel op tijd eten kregen en gewassen werden en naar school gingen. Om daarvoor te zorgen sprong de familie bij en stonden wij een week lang onder de hoede van tantes of grootmoeders.

Wij kinderen hadden de ene al wat liever dan de andere, zal ik maar zeggen. Ik moet erbij zeggen dat ik heel lang van toeten noch blazen wist. Dat ik niet eens in de gaten had dat mijn moeder (alweer) zwanger was. En hoe dat kwam. Te mijner verschoning: we spreken over ongeveer halfweg de vorige eeuw. Thuis of in de klas werd er niet over die dingen gesproken. Mijn seksuele opvoeding kreeg ik op de speelplaats van leeftijdsgenootjes uit meer “verlichte” gezinnen. Ik kon amper geloven wat ik hoorde. 

Maar goed, ik herinner me vaag de bezoekjes die we aan moeder mochten brengen. Meest op zondag. Het zoeken naar een parkeerplaats als Racing Mechelen een thuiswedstrijd speelde. Het stadion lag op minder dan een steenworp afstand. Vooral de keer dat we het te vroeg geboren zusje in de couveuse mochten gaan bekijken (ik had bijna “bezichtigen” geschreven). Ik zie na al die jaren het kleine mormel nog liggen in haar glazen kist.

Voor mijn moeder was die week in het moederhuis onbetaalbaar.

Die keer bleef mijn moeder langer dan een week in het moederhuis. De vroeggeboorte was niet zonder gevaar verlopen. Natuurlijk zijn de tijden veranderd. Jonge moeders zijn voor de bevalling een paar keer bij de gynaecoloog geweest. Ze laten “fun echo’s” maken die ze naar vrienden en familie mailen. Ze doen aan zwangerschapsgymnastiek. Ze worden overstelpt met tips voor een zorgeloze bevalling. Ze weten tenminste wat hen overkomt, iets waar mijn moeder de eerste keer het raden naar had.

Hun partners zijn (meestal) geen hulpeloze schepsels meer die er geen idee van hebben hoe water aan de kook moet worden gebracht. Of hoe de magnetron werkt. Of hoe boterhammen moeten worden gesmeerd. De moderne vader hanteert met trots de stofzuiger en kent het belang van schoon ondergoed.

Een groot gezin telt nu drie kinderen, hooguit vier. De thuiszorg is prima georganiseerd. Rationeel zal het wel kloppen dat drie nachten in de kraamkliniek ruim voldoende zijn. Maar voor mijn moeder was die week onbetaalbaar, in de figuurlijke zin. Nu is een week onbetaalbaar, zonder meer.

--

VRT Nieuws wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Meest gelezen