"Maak nieuwkomers ook vertrouwd met tussentaal, want dat bevordert integratie"
Opleidingen Nederlands voor anderstaligen moeten ook aandacht hebben voor tussentaal of dialect. Dat blijkt uit een enquĆŖte bijĀ leerkrachten Nederlands voor anderstaligen. Nu zijn de opleidingen vooral gericht op de standaardtaal. Door nieuwkomers vertrouwd te maken met tussentaal, kunnen ze Vlamingen beter begrijpen, gaan ze spontaner met hen praten en dat bevordert de integratie. Ā
Taaltrainster Sofie Begine is al lang met taal bezig en is de drijvende kracht achter het project āGoesting in taalā. Dit najaar verschijnt haar derde boek. Met āWa zegt ge? Vlaamse spreektaal voor anderstaligenā wil ze de Vlaamse spreektaal verstaanbaar maken voor anderstalige Belgen.
āAlle opleidingen Nederlands voor anderstaligen zouden standaard een module tussentaal of dialect moeten hebbenā, zegt Sofie Begine. Ze hield een enquĆŖte bij 290 leerkrachten Nederlands voor anderstaligen.
ā¢Ā Ā Ā Zo goed als alle leerkrachten (96%) geven aan dat hun studenten het moeilijk hebben Vlamingen te begrijpen of spontaan met hen te praten. Ondanks de cursussen die ze al hebben gevolgd.
ā¢Ā Ā Ā Iets meer dan de helft van de leerkrachten zegt dat hun studenten graag meer willen leren over spreektaal en dialecten.
De opleidingen zijn gericht op de standaardtaal. Vlaanderen volgt het Europees Referentiekader voor Talen. Dat kader beschrijft wat je in een vreemde taal precies moet kunnen om aan te tonen dat je deze taal op een bepaald niveau beheerst. Het onderscheidt zes niveaus. Nieuwkomers die in Vlaanderen een inburgeringscursus volgen, moeten niveau A2 (basisgebruiker) halen. Daarin is zo goed als alles toegespitst op de standaardtaal.
Anderstaligen ervaren een reĆ«le taalbarriĆØre
Sofie Begine wil het graag anders zien en voelt zich gesterkt door de enquĆŖte. āUit de enquĆŖte blijkt een reĆ«le taalbarriĆØre die anderstaligen ervaren. Ook dat leerkrachten zich daar heel bewust van zijn. Zowel leerkrachten als studenten zijn vragende partij om die barriĆØre te doorbrekenā.
Geen of-of-verhaal
Begine erkent dat anderstaligen zeker de standaardtaal moet worden bijgebracht, maar pleit wel voor een kennis van de tussentaal. Ze put uit eigen ervaringen. āIk krijg regelmatig opmerkingen van studenten: Sofie, jou begrijp ik wel, maar zodra ik buiten ben, ben ik helemaal verloren of zodra jouw collegaās een levendige discussie hebben aan de lunchtafel, kan ik niet deelnemen.ā
āUit de kennis van zowel de standaardtaal als de tussentaal zou veel moois en warms kunnen voortkomenā, zegt Begine. āDat delen met anderstaligen en daar samen mee bezig zijn, zou zoveel positieve effecten op inegratie kunnen hebben.āĀ Ā