© BELGAONTHESPOT

Vlaamse regering verdeelt Vlaanderen in 15 vervoersregio’s

De Vlaamse regering heeft vrijdag op de ministerraad een nieuwe stand van zaken gegeven over het dossier rond de ‘basisbereikbaarheid’, die het toekomstig openbaar vervoersbeleid in Vlaanderen moet bepalen. Na een proefproject in Aalst, Mechelen, Antwerpen en de Westhoek, stelt de regering voor om Vlaanderen in te delen in 15 “vervoersregio’s”, waarin de lokale besturen kunnen meebeslissen over het aanbod van De Lijn op hun grondgebied. De steden en gemeenten moeten nu de knoop doorhakken.

De tijd van de ‘basismobiliteit’, waarbij iedere Vlaming op enkele honderden meters van zijn deur een bus- of tramhalte had, is voorbij. Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts (N-VA) vervangt het door het begrip ‘basisbereikbaarheid’. “Het is afgelopen met de blinde aanbodpolitiek, we vertrekken nu vanuit de vraag in een bepaalde regio”, legt minister Weyts uit. “We zetten de reiziger centraal.”

Concreet wordt Vlaanderen ingedeeld in 15 “vervoersregio’s”: De meeste zijn voor West-Vlaanderen, die met Brugge, Kortrijk, Oostende, Roeselare en Westhoek 5 vervoersregio’s krijgt. In Oost-Vlaanderen zijn dat er 4: Aalst, Gent, Sint-Niklaas en Vlaamse Ardennen. Antwerpen wordt verdeeld in Antwerpen, Mechelen en Kempen en Vlaams-Brabant krijgt een vervoersregio rond Leuven en Brussel. Limburg wordt niet onderverdeeld, en wordt één grote vervoersregio’s.

De regio’s dienen als een soort overlegorgaan, waarbinnen de vertegenwoordigers van de gemeenten maandelijks aan tafel zullen schuiven met een andere mobiliteitsactoren, zoals het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, De Lijn, het Agentschap Wegen en Verkeer of de NMBS. “Lokale besturen zullen niet enkel overleggen, ze zullen ook mee kunnen beslissen”, benadrukt minister Weyts. De Lijn verliest dus de regierol, al geldt dat enkel voor de aanvullende netten en het vervoer op maat, zoals de belbussen. Voor het ‘kernnet’, de verbinding tussen de grote steden en hun voorsteden, behoudt De Lijn het zeggenschap.

De voorgestelde indeling wordt nu door de vijf provinciegouverneurs voorgesteld aan hun steden en gemeenten. Zij moeten het uiteindelijke fiat geven. “De voorgestelde verdeling is weldoordacht en gebaseerd op de realiteit op het terrein”, zegt Weyts. “Maar we gaan dit niet door de strot van de steden en gemeenten rammen. Deze indeling is niet in marmer gebeiteld: wijzigingen blijven mogelijk”.

ACV openbare diensten kan zich niet meteen vinden in de hervorming. “Wij vinden het op zijn zachtst gezegd vreemd dat De Lijn aan haar medewerkers niet uitlegt wat deze voorstellen concreet betekenen in vergelijking met de bestaande situatie. Hoeveel kilometers zal De Lijn rijden? En wat betekent dat dan voor de tewerkstelling?”, vraagt de christelijke vakbond zich af.

De bond maakt zich ook zorgen om het financiële plaatje van de hervorming. “De budgetten van de exploitatie van belbussen en het leerlingenvervoer worden gebruikt om het vervoer op maat te financieren. Bovendien kan er nog eens 70 miljoen worden afgeroomd van het budget van De Lijn. Dat de enveloppes voor het vervoer op maat en voor het kernnet en aanvullend net communicerende vaten zijn, baart ons grote zorgen”, zegt de vakbond. “Voor de toekomst van De Lijn schept dit toch een grote onzekerheid.” Ook het verdwijnen van de belbussen is een “zware aderlating”, klinkt het. ACV is van plan de Directeur-Generaal van de Lijn en de ondernemingsraad aan de tand te voelen.

(belga)

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer