De Britse avonturier uit Bristol werd drie weken gelegen in de jungle gedropt, tot op vandaag werd niets van hem vernomen. Niet meteen een reden tot paniek, aangezien de man een ervaren rot is in z’n vak en al vaker langere expedities heeft ondernomen. Toch maakte zijn vrouw Lenka en entourage zich deze keer wel plots zorgen. Hij miste een vlucht naar Hong Kong voor een belangrijke speech en bovendien is de stam die hij deze keer opzocht, is niet helemaal ongevaarlijk.

Maar BBC meldde vandaag goed nieuws: Allen is levend en wel gespot in de buurt van een afgelegen landingsbaan. Alles wordt nu in werk gesteld om een evacuatie op te starten. “Het zal wel enkele dagen duren voor hij op een plek is beland waar we hem kunnen ophalen”, klinkt het. “Het grootste probleem is dat we niet kunnen communiceren. Enkele lokale bewoners ondernemen nu een trektocht van twee uur om de boodschap over te brengen.”

Koppensnellers begroeten met pijl en boog

De vader van drie ging tijdens deze solo-expeditie op zoek naar de Yaifo, een afgelegen stam die - als een van de laatsten ter wereld - nauwelijks tot geen contact heeft met de buitenwereld. Hij ontmoette de ‘koppensnellers’ dertig jaar geleden al, ook toen ging hij op zoek naar deze solitaire gemeenschap.

Op zijn blog gaf hij twee maanden geleden een uiteenzetting van zijn reisplannen. “Ik hoop stamleden te vinden die me destijds ontvingen”, schreef hij. “De vorige keer begroetten ze me met angstaanjagend machtsvertoon en energiek gedans. Daar kwamen ook pijl en boog bij te kijken.” Toch was hij zelf ook niet volledig gerust in de trip. “De tocht was al verraderlijk op mijn 26e”, klonk het. “Ik zal de rivier moeten afvaren of een beroep moeten doen op de Yaifo om me over de centrale bergkam te brengen om terug naar huis te keren.”

In onderstaande Tweet liet hij zelf weten dat hij wel eens een tijdje van de radar zou kunnen verdwijnen.

“Het komt hoe dan ook goed”, zegt de BBC nog. “Hij zit op een veilige plek. Ik ken het gebied en de hut waar hij momenteel verblijft en maak me geen zorgen.”