AFP or licensors

Vanaf vandaag heeft Europa een eigen "Trump"

Na zes weken bikkelen stelt de overwinnaar van de verkiezingen in Tsjechië, Babiš, - die bestempeld wordt als "de Trump van Europa" of de "Berlusconi van Praag" - vast dat geen enkele partij wil ingaan op zijn aanbod. Hij kiest nu voor de vlucht vooruit: een minderheidsregering.

opinie
Opinie

Coup de théâtre, maandag 23 oktober. De Tsjechische president Miloš Zeman geeft een ongewone persconferentie. In plaats van het doordeweekse glas water in de hand, schoudert hij een (nagebootste) Kalasjnikov AK-47, met daarop de niet mis te verstane boodschap: “Na Novinare” – “Voor de Journalisten”.

Het zegt alles over de wereldvreemde manier waarop de Tsjechen hun eigen democratisch graf delven.

AFP or licensors

 

Het gebeurde amper een week na de moordende autobom tegen een hoogst irritante, maar vasthoudende onderzoeksjournaliste op Malta, Daphne Caruana Galizia. Tegen wie zowel door de eerste minister, de socialist Joseph Muscat, als door de nationalistische oppositieleider, Adrian Delia, een rechtsgeding was aangespannen, omdat ze zich onterecht belaagd voelden.

“Die hem besculdich kent, ontsiet !”, staat er in Van den Vos Reynaerde.

Politici zijn niet op de hoogte van deze diepe wijsheid. Het gebeurde ook de dag na de glansrijke overwinning van de populistische miljardair Andrej Babiš bij de parlementsverkiezingen in Tsjechië. De “Berlusconi van Praag”, de “Trump van Midden-Europa”.  Babiš haalde in een Europese lidstaat, die volgens Transparency International “corrupter is dan Botswana”, 31 % van de stemmen. 

AFP or licensors

Zeman vertrouwt hem de komende maand toe een regering te vormen. De vraag is: met wie? Want nog maar in mei dit jaar ging Babiš de laan uit als minister van Financiën in de regering-Sobotka. De belangenvermenging en het gesjoemel wierpen een te grote schaduw op de regering.

Babiš had Europese subsidies op zijn bil geslagen, 2 miljoen euro om zijn eigen boerderij in 2007 uit te bouwen. Het Slovaakse Grondwettelijk Hof (ironie van de opdeling van Tsjecho-Slowakije, Babiš is een Slovaak) verdenkt hem ervan in de communistische tijd informant te zijn geweest van de geheime dienst.

Het deert hem niet.

Om het met de woorden van Zeman te zeggen, het journaille is “stront” en “hyena's”. Babiš zelf bezit twee invloedrijke kranten en een radiostation. Dat was een derde bezwaar: belangenvermenging en nepnieuws gingen hand in hand. De mediaconcentratie in Tsjechië heeft kwalijker gevolgen dan bij ons.

Het zegt vooral veel over de kloof tussen regeerders en kiezers in Tsjechië, dat een traditie heeft van zelfverminking, Kafkaiaanse uitzichtloosheid, wanhoop en zwarte humor. 

Onmiddellijk na de val van de Sovjet-Unie was Tsjechië nochtans een lichtend voorbeeld voor de andere ex-Sovjetsatellieten. In het slot van Praag, het aloude burchtcomplex Praszký Hrad, nam de vrolijke dissident Václav Havel, de voorman van de Fluwelen Revolutie, zijn intrek. Hij democratiseerde zowel de structuren van het land als de gewoonten: ik heb hem zelf nog meegemaakt toen hij ons rondleidde, trippelend op een step.

De klad kwam erin toen de Thatcheriaan Václav Klaus, een felle nationalist en euroscepticus, in 2003 Havel opvolgde. Klaus schold ooit de Europese Commissie uit voor een Politburo, Brussel voor het Moskou van het Warschaupact, en het Europees Parlement voor een ondemocratisch zootje (daar was ik zelf bij toen).

Zelfs de masochistische Tsjechen wordt het te veel. In 2015 heeft het kunstenaarscollectief Ztloven de vlag op de Burcht vervangen door vuile onderbroeken.

Zeman en Babiš zijn nog een graadje erger. In 2016 verklaarde de president Bosnië-Herzegovina tot voorpost van ISIS. Geheelonthouders en vegetariërs verdienden de kogel. Babiš houdt het minder schofferend, maar is uit hetzelfde hout gesneden. Hij wil niet uit de Europese Unie, natuurlijk niet gezien het belang van de structuur- en cohesiefondsen. Maar hij gaat wel “de stallen van de corruptie schoonvegen” (te beginnen bij hemzelf?) en verhinderen dat “Brussel de wet dicteert”. De euro is een vloek.

De nieuwe populist na Le Pen, Wilders, Orbán, Kaczynski, Borisov en Gauland wil niet weten van het spreidingsplan voor vluchtelingen – dat Tsjechië mee heeft ondertekend, net als Polen en Hongarije trouwens.

Europa is niet alleen welvaart, het is ook veiligheid (tegen de terreur, maar ook tegen Rusland). Zijn rechterhand, defensieminister Martin Stropnicky, is het menselijk gelaat van zijn partij ANO. ANO is de afkorting van de Vereniging van Ontevreden Burgers, en tegelijk het Tsjechische woord voor “ja”. Merkwaardig genoeg wordt het door de Tsjechen afgekort tot NO, “neen” dus.

Het verhaal van Stropnicky is herkenbaar. Natuurlijk willen wij een zwangere vrouw met een paar kleuters opvangen, zegt hij, maar 80 % van de inwijkelingen “zijn jonge mannen met een smartphone die het schone leven met meisjes in bikini ook wel willen. Migratie is een business geworden die belangrijker is dan de drugstrafiek.”

AFP or licensors

Tsjechië is volgens hem niet tegendraads: het levert soldaten en vliegtuigen aan Irak; het bevoorraadt de Koerdische pesjmerga met munitie; het stuurt geneeskundige hulp uit.

Maar “de integratie van tweede- en derdegeneratie-inwijkelingen is deerlijk mislukt”. Hoewel er amper vreemdelingen zijn in Tsjechië. Nou ja, een half miljoen Oekraïners en Vietnamezen en dergelijke, maar ten minste geen moslims.

Van een tsjexit kan geen sprake zijn. Zeventig procent van alle handel gebeurt met de lidstaten van de EU.

Maar wie wil er met Babiš in zee gaan?

Dat is ondertussen duidelijk. Babiš' partij haalde 78 van de 200 zetels. De huidige coalitie is niet te lijmen, want de sociaaldemocraten verloren liefst 13 % van hun stemmen en houden een schamele 7,8 % over.

Babiš zelf weigert met de radicalen te praten. Dan vallen de uiterst rechtse SPD (goed elf procent), die de Tsjechen oproept om varkens naar moskeeën te brengen en de islam zonder verwijl te verbieden, en de communisten (KSCM, 7,8 %) uit de boot. Het kan erger.

De Burgerdemocratie (gegroeid uit Havels beweging) hield maar 11,3 % over en weigert categorisch met Babiš te werken.

Ook bij de kleintjes vangt hij bot. Twee centrumrechtse groepen weigeren elk gesprek, STAN en TOP09. Wie blijft er over van de negen partijen die in het parlement zijn geraakt?

De Piratenpartij (bijna 11 %), een typische foertpartij? Christendemocraten, socialisten (CSSD) en piraten bewegen maar als er geen Babiš in de regering treedt. Een anti-Babišcoalitie is al evenmin denkbaar. De kwadratuur van de cirkel.

Paranoia

Voeg daarbij de paranoia van Babiš, die in zijn wild kapitalistisch denken de staat als een bedrijf beschouwt en die ook zo wil leiden. Overal ziet hij spoken en samenzweringen: in de media uiteraard, maar ook bij de openbare aanklager, het Slovaakse Grondwettelijk Hof, Olaf dat in de EU de fraude bestrijdt.

Babiš verwart zijn eigen imperium met dat van de staat. Forbes acht hem goed voor 4,1 miljard dollar, en behalve in de media bezit hij ook boerderijen, scheikundige fabrieken en een restaurant in Frankrijk met Michelinsterren.

De vergelijking met Trump wijst hij meesmuilend af: “Ik ben nooit bankroet gegaan.” Ik wil hem best geloven, de vraag is alleen hoe, en met welk smeergeld.

De vergelijking met Trump wijst Babiš meesmuilend af: “Ik ben nooit bankroet gegaan.”

Blijft de regeringsvorming. Die komt er dus niet. Na zes weken bikkelen stelt Babiš vast dat geen enkele partij wil ingaan op zijn aanbod. Hij kiest nu voor de vlucht vooruit: een minderheidsregering. Met de zegen van Zeman.

Babiš hoopt op een stilzwijgend verbond, van én de SPD én de orthodoxe communisten. Misschien geeft hij SPD-partijleider Tomio Okamura ten minste diens geëiste rol in de leiding van het parlement.

De Tsjechen liggen minder wakker van een regering dan van de benaming van hun land. Sinds april is dat Czechia geworden in het Engels, niet langer de Tsjechische Republiek. Alleen is er geen enkele Tsjech die de nieuwe benaming (een ideetje van Zeeman) gebruikt.

Het ziet ernaar uit dat alleen de Golem van rabbi Loew een regering en eensgezindheid kan vormen uit klei en onvrede. Anders eindigt Tsjechië in het onontwarbaar administratief labyrint van Kafka's Schloss. Dan is zwarte humor in elk geval op zijn plaats.

Meest gelezen