Direct naar artikelinhoud
Interview

Fleur van Groningen: "Mijn grootste prestatie is dat ik nog leef"

Fleur van Groningen.Beeld Stefaan Temmerman

De Franse schrijver Marcel Proust beantwoordde ze ooit in een vriendenboekje, nu geeft De Morgen er een eigenzinnige draai aan. Dertig directe vragen, evenzoveel openhartige antwoorden. Vandaag: schrijfster-cartooniste Fleur van Groningen (35). Wie is zij in het diepst van haar gedachten?

en

1. Hoe oud voelt u zich? 

 “Ik denk mijn leeftijd, niet jonger. Ik heb veel meegemaakt, maar tegelijk ben ik nog een kind. Gemiddeld komt dat uit op ongeveer 35. (lacht)

“Door de dood van mijn vader begin dit jaar heb ik wel even het gevoel gehad nu volwassen te zijn. Dat overkomt je als iemand die achter je stond, plots wegvalt. Maar die gedachte is wat potsierlijk, want hij heeft nooit achter mij gestaan. Het was eerder het bekende gevoel van: jij bent nu de volgende in de rij.

"Soms verlang ik ernaar om te spelen als een kind, net als vroeger, met autootjes in de zandbak. Ook in mijn humor ben ik soms een echte flapuit. Volgens mijn vrienden lijd ik aan de ziekte ‘fleur de la tourette’. (lacht)

'Terwijl andere meisjes vriendjes hadden, ontmaagd werden en naar de Pixies luisterden, had ik een depressie'
Fleur van Groningen

“Al vroeg in mijn leven heb ik serieus afgezien en ik heb beslist om daar uit te leren in plaats van me neer te leggen bij de rol van slachtoffer. Ik ben op zoek gegaan naar manieren om met die negatieve emoties om te gaan, aan introspectie te doen, verantwoordelijkheid te nemen voor mijn eigen gevoelens. Sommigen noemen mij een wijze vrouw, maar dat zal ik niet snel van mezelf ­zeggen.”

2. Wat vindt u uw belangrijkste eigenschap? 

 "Creativiteit. Als ik niet creatief ben, voelt het alsof ik geen water heb en dan sterf ik af.”

3. Wat is uw grootste passie? 

 "Schoonheid. Ik leef voor de schoonheid en zoek dat in alles, niet enkel in de liefde maar ook in de natuur, in ­anderen, in hun talenten. Ik kijk naar de wereld zoals een schilder. In mijn hoofd ben ik altijd bezig met composities, cadrages, coloriet, lichtinvallen.

"Schoonheid behelst ook lelijkheid. De kracht ervan schuilt precies in die dualiteit. Het een bestaat niet zonder het ander.”

4. Wat vindt u uw grootste prestatie?

"Dat ik nog leef. Van m’n 16de tot m’n 23ste heb ik een zware depressie gehad. Ik zat opgesloten in een glazen cocon. Er kwam niets meer binnen van buitenaf. Het enige gevoel dat ik nog had, was pijn, en daar wilde ik van verlost worden. Er was wel een stemmetje in mij dat zei: als je nu zelfmoord pleegt, heb je niet alles geprobeerd. Toen ben ik in therapie gegaan en heb ik geleerd om mijn persoonlijke interpretatie te overstijgen.

Fleur van Groningen.Beeld Stefaan Temmerman

“Als kind heb ik mensen gekend die ver over mijn grenzen gingen. Ik ben lang blijven denken dat ik dat verdiend had, tot het moment dat ik samen met mijn therapeute kon inzien dat mij geen schuld trof. Zo heb ik mijn zelfvertrouwen herwonnen. Natuurlijk keur ik af wat mij is aangedaan, maar ik blijf niet graag hangen in woede of rancune.

“Ik ben dus trots dat ik weer macht over mezelf heb gekregen, dat ik er wijzer en ­zelfstandiger uitgekomen ben, en het leven ook met humor kan bekijken.”

5. Wat was het gelukkigste moment in uw leven? 

 "Een dag met mijn liefde Seppe aan zee bij Montpellier, in een verlaten natuurgebied met een kruidig geurende zuiderse vegetatie en een strakblauwe hemel. We hebben toen naakt gezwommen, gevreeën in het water en ons laten opdrogen op het strand tussen de schelpjes. Het was de ­eerste keer in mijn leven dat ik echt van kop tot teen voelde: dit is gelukkig zijn. Er zat ook een soort spanning in dat moment, aangezien we nog maar net samen waren. Het besef van eindigheid maakte het gevoel van geluk nog intenser.

“Ik heb altijd veel meer ervaring gehad met ongelukkig zijn. Eigenlijk was ik nooit zorgeloos. Terwijl andere meisjes vriendjes hadden, ontmaagd werden en naar de Pixies luisterden, had ik een depressie. Waardoor ik al mijn vrienden verloren heb en heel lang geen vriendschappen meer durfde aan te gaan."

6. Welke kleine alledaagse gebeurtenis kan u blij maken? 

"De zon die door de wolken breekt, waardoor een dramatisch wolkenlandschap ontstaat. De eerste vlinder die na de ­winter voorbijfladdert. De kippen die vrij in onze tuin rondscharrelen.”

7. Wat is uw grootste zwakte? 

"Mijn zelf­kritiek. Ik kan mezelf volledig onderuithalen, waardoor ik angstig word of vervelend naar anderen toe of vluchtgedrag vertoon.

“Ik raak ook snel verslaafd. Zo heb ik periodes meegemaakt dat ik verslaafd was aan porno, aan nieuwe pumps of ­vreet­aanvallen had. Maar gelukkig heb ik ook genoeg ­discipline gehad om ervan af te kicken.”

'Een klootzak heb ik ooit weleens een flinke mot verkocht'
Fleur van Groningen

8. Waar hebt u spijt van? 

 "Vroeger ging ik confrontaties uit de weg. Als het in een vriendschap tot een ­confrontatie kwam, verbrak ik het contact, want ik kon niet voor mezelf opkomen. Ik heb dus afscheid ­genomen van heel veel mensen, zonder het uit te praten.”

9. Wat is uw grootste angst? 

 "Gekwetst worden door mensen die me opzettelijk pijn willen doen. Of fysiek pijn lijden, in een rolstoel terechtkomen of mijn zicht verliezen. Alles wat me mijn vrijheid beneemt en mijn ­mogelijkheden om aan zelfexpressie te doen.”

10. Waarvoor wilt u vechten? 

 "Tegen onrechtvaardigheid. Ik word zelden kwaad, maar als ik onrechtvaardigheid zie, komt er een soort van witte woede in mij naar boven. Zeker als het gaat om onschuldige ­slachtoffers zoals kinderen of dieren.”

11. Wanneer hebt u voor het laatst gehuild? 

 “Gisterenavond, om mijn grootmoeder. Ik reed met de auto en zette voor het eerst sinds haar dood dit voorjaar – ze was 91 – de nocturnes van Chopin op. Zij speelde die muziek altijd op haar vleugelpiano. Ik zag haar oude handen weer voor me, die de gladde toetsen beroerden. Ik herinnerde me haar onvermogen om nog te kunnen spelen, de laatste jaren. Haar frustratie en wanhoop daarover. En ik voelde vooral weer haar persoonlijkheid, die zo goed door die muziek beschreven wordt. Toen moest ik huilen.”

12. Wanneer schrok u van uzelf? 

“Toen ik tien kilo was bijgekomen, maar da’s niet zo’n leuk antwoord, zeker?” (lacht)

13. Wanneer bent u ooit door het lint gegaan? 

“Een klootzak heb ik ooit weleens een flinke mot verkocht. Ik wist dat hij op café zat en mijn plan was om zijn pint over zijn kop uit te gieten. Maar hij zat koffie te drinken en toen kreeg ik toch wel wat medelijden. Hete koffie over zijn hoofd, stel je voor! Daarom heb ik hem dus een mot gegeven. Achteraf hoorde ik dat de afdruk van mijn zegelring in zijn neus stond. Dat vond ik wel een geestige gedachte.” (lacht)

Fleur van Groningen.Beeld Stefaan Temmerman

14. Welke kunstvorm beroert u het meest? 

 “Schilderkunst en muziek. Dat heb ik waarschijnlijk van mijn vader geërfd; hij was schilder en muzikant.

“Ik heb ooit een tentoonstelling van Rothko bezocht. Toen ik die monumentale schilderijen in het echt zag, heb ik moeten wenen van ontroering. De kracht die ervan uitging vond ik zo schoon, ik voelde mij helemaal boven mezelf uitgetild. Ik zag niet alleen die immense kleurvlakken, maar hoorde er ook geluiden bij. Voor mij was dat een paranormale ervaring.”

'De geest van de ander blijft mysterieus, er zijn altijd nieuwe kamertjes te ontdekken. Een mens raakt nooit ‘ontdekt’'

15. Hebt u ooit een religieuze ervaring gehad? 

 “Ja, bij Rothko dus. Maar ook wel in de natuur. Ik geloof niet in God als de vader die straft en beloont, maar heb wel het gevoel dat er een soort energie bestaat die alles en iedereen verbindt. Je kunt me wel omschrijven als een spiritueel iemand. Ik heb momenten beleefd in de natuur dat ik boven mezelf uitsteeg. Dat ik niet meer ík was, maar me helemaal één voelde met het grotere geheel. Ook als ik mediteer kan ik zo’n gevoel ervaren. In de natuur overvalt het mij gewoon, vooral als het landschap overweldigend is.”

16. Wat biedt u de ultieme ­ontspanning? 

 “Opgaan in de schoonheid van de natuur. En alleen zijn. Ik ben niet zo’n groepsdier.”

17. Wat vindt u erotisch? 

“Mysterie. De geest van de ander blijft mysterieus, er zijn altijd nieuwe kamertjes te ontdekken. Een mens raakt nooit ‘ontdekt’. Ik vind het erotisch om Seppe te zien groeien als mens, om me in hem te verdiepen en ­verheugen.

“Ook lelies vind ik erotisch, als ze hun grote witte bloemen openen en langzaamaan hun zware, zoete geur beginnen te verspreiden.

“Porno vind ik eigenlijk niet erotisch. Mijn verslaving kwam voort uit een soort nieuwsgierigheid, denk ik, uit psychologische ­interesse. Ik vond het bijvoorbeeld interessant om naar de blik van de vrouw te kijken: vond ze het echt leuk of deed ze maar alsof? Want meestal werkt de blik niet mee.

Fleur van Groningen.Beeld Stefaan Temmerman

“Eigenlijk is porno een soort zwaardgevecht met lullen. Ik kan een lul heel fascinerend vinden, omdat ik er zelf geen heb, ­wellicht. (lacht) En omdat hij bijna een identiteit an sich heeft, zoals een kabouter die af en toe de kop opsteekt in je tuin.

“Ja, nu komt de cartoonist in mij naar boven, die het komische van een situatie probeert te vatten. Porno kan zowel schrijnend als hilarisch zijn. Neem nu de achtergronden waartegen alles zich afspeelt. Die interieurs! Van die ronduit ongezellige huizen met kale tegelvloeren! Een totale afknapper.” (lacht)

18. Wat is uw goorste fantasie? 

 “In mijn fantasie duikt weleens een dom blondje op dat zich heel uitdagend kleedt en gedraagt en het met een heleboel mannen doet. In het echt mag ik er gewoon niet aan denken. Ik ben hondstrouw. En voor je het weet, staan al die mannen opnieuw voor je deur en blijken het allemaal zageventen te zijn. (schatert)

“Het is een gezonde zaak dat fantasieën fantasieën blijven. Ik heb al verhalen gehoord van vriendinnen die hun vrij extreme fantasieën in de praktijk hadden omgezet. Geknelde zenuwen, gescheurde tepels, nee bedankt!”

19. Hoe voelt u zich in uw lichaam?

“Nog niet helemaal zoals ik het zou willen. Vroeger leefde ik vooral in mijn hoofd. Ik was bang voor mijn lichaam en voor mijn emoties, voor het buikgedeelte, zeg maar. Ik heb nu het gevoel dat ik veel meer in mijn lichaam aan het zakken ben. Vroeger was ik ook boos op mijn lichaam, omdat ik als kind vaak ziek was. Ik heb astma, een trage schildklier en ben altijd ­molliger geweest dan ik wilde. Als puber kreeg ik boulimie: ­vreten en uitkotsen. Door de jaren heen heb ik beter met mezelf leren omgaan en is de relatie met mijn lichaam verbeterd. En mijn vriend vindt mijn lichaam mooi, dat helpt.”

'Mijn moeder heeft me jarenlang ­opgevangen, op de meest moeilijke momenten. Het moet hard zijn om te zien dat je kind suïcidaal is'
Fleur van Groningen

20. Welk dier zou u willen zijn? 

 “Een arend of zo. Een of andere majestueuze vogel die alles ziet en over alles heen vliegt en zelf niet aangevallen wordt, want hij is de koning van de lucht.”

21. Aan wie bent u schatplichtig?

“Aan mijn moeder. Ik beschouw haar als een heel trouwe vriendin, iemand die altijd vertrouwen in mij heeft gehad. Zij heeft me jarenlang ­opgevangen, op de meest moeilijke momenten. Het moet hard zijn om te zien dat je kind suïcidaal is.

“Seppe ben ik ook erkentelijk, hij is mijn rots in de branding. Hij geeft me de veiligheid die ik als kind niet heb ervaren. Nu die basisbehoefte vervuld is, kan ik mezelf verder ontplooien. Ik ben meer in evenwicht sinds hij in mijn leven is.”

22. Hoe is/was de relatie met uw ouders? 

 “Mijn mama is nu 65. Mijn relatie met haar is heel goed. We hebben samen veel meegemaakt. We hebben samen afgezien en zijn samen uit de put gekropen, dat heeft onze ­relatie nog sterker gemaakt.

“Mijn vader was niet in beeld, hij was afwezig, maar ik wist wel wie hij was. Daardoor was de symbiose met mijn moeder heel hecht. Ik heb me heel lang aan haar vastgeklampt, pas de laatste jaren is er een gezondere afstand gekomen.

“Ik heb ook een liefdevolle relatie met mijn stiefvader. Hij heeft me in huis genomen toen ik acht jaar was. In het begin ging het moeizaam tussen ons. Ik was geremd en onzeker door wat ik had meegemaakt, en kreeg er dan nog eens een depressie bovenop. Maar hij heeft altijd voor mij gezorgd. Hij is een belangrijke man in mijn leven.

De vragen van Proust
Beeld Stefaan Temmerman

“De relatie met mijn vader is een pijnlijk verhaal. De dag waarop hij gestorven is, heeft hij met zijn laatste adem gezegd dat hij van me hield. Ik heb hem in mijn armen genomen alsof hij mijn kind was.

“Heel mijn leven lang heb ik getracht menselijk contact met hem te vinden. Hij communiceerde nooit over gevoelens, over menselijke zaken. Hij sprak alleen over de kunsten: over ­schilderkunst, literatuur, theater. Hij kon fantastisch vertellen en had veel humor, mensen hingen telkens aan zijn lippen. Maar er is nooit een moment geweest tussen ons waarop ik kon zeggen wat er in mij omging of vice versa. Behalve die laatste dag dan. Hij lag daar in een ziekenhuisbed, ontdaan van alles waarmee hij zijn kwetsbaarheid kon verhullen. Hij was helemaal ­overgeleverd. Ik denk dat dat tot nog toe het meest ingrijpende moment van mijn leven is geweest. Ik voelde een enorme liefde in mij opkomen.

“Toen ben ik pas echt van mezelf geschrokken. Er kwam een oerkracht in mij naar boven, wat ik vreemd vond omdat ik dacht dat liefde niet zozeer met bloedbanden te maken had. Op dat moment heb ik beseft dat ik heel innig van mijn vader hield en houd, ondanks alles. Ik heb de weken daarna heel veel moeite gehad om het leven weer te aanvaarden in al zijn alledaagsheid, want ik had van een intensiteit geproefd die mij tot dan toe onbekend was. Ik was ­verslaafd geraakt aan die intensiteit, aan dat korte moment. Ik wilde dat nog eens beleven en dat ging niet meer, want hij was dood. Die intensiteit was ook alleen maar zo sterk omdat ik wist dat hij aan het sterven was. Ik had hem nooit gehad als vader, en nu moest ik hem nog eens verliezen ook.”

23. Aan wie hebt u leed berokkend? 

 “Aan mijn moeder, in mijn suïcidale periode.”

24. Welke eigenschappen ­waardeert u in anderen?  

“Niet in taboes denken. Openstaan voor anderen. Respectvol zijn, zowel naar zichzelf toe als naar de ander. Lief zijn vind ik geweldig. Emotioneel intelligent zijn ook. Ik hou wel van mensen die toch wat meegemaakt hebben in hun leven.”

25. Hoe definieert u liefde? 

 “De ander volledig zichzelf laten zijn. En daar komt van alles bij kijken. Dat je getuige bent van hoe iemands ­persoonlijkheid ­evolueert, van de processen die hij doormaakt. Dat je iemand zo oordeelloos mogelijk gadeslaat en hem of haar ook de ruimte biedt om stommiteiten te begaan of dingen te onderzoeken. Dat je vertrouwen hebt in de ander. Dat jij niet gaat beslissen wat goed of slecht is. Voor mij is liefde ook ontroering: van dichtbij mogen ­meemaken wat de ander meemaakt, is een bevoorrechte positie.”

'Ik verwarde liefde met romantiek, met passie. Als je in een passionele relatie zit, speel je eigenlijk een rol in een B-film'
Fleur van Groningen

26. Hoe wilt u bemind worden? 

 “Vrijgelaten worden door iemand die mij gadeslaat zonder mij te veroordelen. Dat soort relatie heb ik nu, dat geluk heb ik.

“Vroeger had ik heel andere ideeën over de liefde. Ik verwarde liefde met romantiek, met passie. Als je in een passionele relatie zit, speel je eigenlijk een rol in een B-film, je wordt niet geconfronteerd met de echte realiteit.”

27. Welk maatschappelijk probleem kan u woedend maken? 

“De vluchtelingen­problematiek. Het denken in grenzen. Ik kan niet begrijpen dat bepaalde politieke partijen ­autonomie willen afdwingen voor bepaalde landsgedeelten. Ik vind dat we juist vanuit een geheel moeten denken in plaats van de boel nog in kleinere stukjes te verdelen. Het is van belang om te zoeken naar een vorm van eenheid, naar een gemene deler, ook al is dat soms moeilijk.”

28. Hebt u zichzelf ooit betrapt op racistische gevoelens? 

 “Tot mijn grote spijt, ja. Ik vertel het niet graag, maar ik ben ooit door een buiten­lander achtervolgd en bedreigd met verkrachting. Gelukkig ben ik kunnen ontkomen. Ik was toen twintig. Sindsdien ben ik bang om in het ­donker over straat te lopen en om lastiggevallen te worden door mannen tout court. In Brussel komen er vaak buitenlandse mannen achter je aanlopen, die je dan allerlei dingen toefluisteren en je ‘saloppe’ of ‘pute’ noemen. Dat soort mannen verpest het dus voor alle anderen.”

29. Wat zoekt u op reis? 

 “Op reis wil ik overweldigd worden door de schoonheid van de natuur. En ­pindakleurig terugkomen. En rusten, omdat ik de laatste jaren wel hard werk.”

30. Hoe werkt u mee aan een betere wereld? 

“Door iedere dag aan mezelf te werken. Ik kan anderen niet veranderen, dus dat probeer ik ook niet. Noem mij gerust een mens in evolutie.”