AFP or licensors

Het gaat goed met onze economie, zeggen ze in Davos. Wie profiteert van die rijkdom?

Tijdens het World Economic Forum benadrukten zowat alle economische en politieke leiders dat het zeer goed gaat met de economie in de wereld. We worden dus met zijn allen rijker. Maar, voel jij dat ook? Of voelen de armen op de wereld dit?

opinie
Maaike Vanmeerhaeghe
Maaike Vanmeerhaeghe is beleidsmedewerker armoede bij Oxfam.

Vannacht liep het Wereld Economisch Forum ten einde. De politici en economische leiders die er aanwezig waren zijn optimistisch over de voorspelde economische groei en de kansen die dat met zich meebrengt. Maar om te zorgen dat ook de allerarmsten ervan profiteren, zullen politici en bedrijfsleiders andere keuzes moeten maken.

Volgens waarnemers werd de 48ste editie van het Wereld Economisch Forum in Davos gekenmerkt door ‘een ongebreideld optimisme’. Dat is begrijpelijk: na jaren van economische crisis staan veel landen opnieuw voor een periode van economische groei. Die groei biedt kansen. Als alle lagen van de maatschappij er de vruchten van kunnen plukken, kan het een hefboom zijn om miljoenen mensen uit de armoede te halen.

 Jammer genoeg is dat net waar het schoentje wringt. Ons huidig economisch model zorgt ervoor dat de economische groei vooral een kleine elite ten goede komt. In 2017 ging 82% van de toegenomen rijkdom naar de rijkste 1% op aarde.

Het leidt tot een ongeziene opstapeling van rijkdom aan de top. Er zijn nu 2.043 miljardairs in de wereld. Samen zagen ze hun vermogen vorig jaar toenemen met 762 miljard dollar. 

In 2017 ging 82% van de toegenomen rijkdom naar de rijkste 1% op aarde.

Heeft de extreme opstapeling van rijkdom aan de top gevolgen voor de strijd tegen armoede? De Davos-elite zal zeggen van niet. Om te bewijzen dat niet enkel zij, maar ook de allerarmsten, baat hebben bij het economisch systeem, verwijzen ze naar de spectaculaire daling in de extreme armoede de voorbije decennia.

Tussen 1990 en 2010 klommen meer dan een miljard mensen uit de extreme armoede (1,90 dollar per dag). Dat is een fantastische prestatie. Maar wat de Davos-elite er meestal niét bij vertelt, is dat de strijd tegen armoede al veel verder had kunnen staan.

Indien de ongelijkheid tussen 1990 en 2010 kleiner was geworden, zouden er maar liefst 200 tot 700 miljoen mensen méér uit de extreme armoede geklommen zijn. De cijfers lijken misschien abstract, maar in feite is dit niet meer dan logisch: als de allerrijksten in een samenleving steeds meer rijkdom naar zich toe trekken, blijft er minder over voor de rest, en loopt de strijd tegen armoede vertraging op.

Dat is de reden waarom er in de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen doelen over de vermindering van ongelijkheid en de nood aan inclusieve economische groei opgenomen zijn. 

Een economie die werkt voor iedereen

AFP or licensors

Dat de economische groei inclusiever moet zijn in de toekomst, wordt nog duidelijker als we onze blik verruimen naar de honderden miljoenen mensen die misschien niet meer onder de grens van extreme armoede zitten (1,90 dollar per dag), maar wel nog steeds in bijzonder schrijnende omstandigheden leven.

Oxfam werkt met textielarbeidsters in Bangladesh, die 11 tot 12 uur per dag moeten werken. Ze verdienen 4 dollar per dag, maar kunnen daarmee geen volwaardige maaltijden voor hun kinderen betalen. We werken ook met textielweefsters in Vietnam. Zij migreren naar de stad om 1 dollar per uur te verdienen, maar kunnen geen bus betalen om hun gezin op het platteland te bezoeken.

Het is nochtans niet onmogelijk om deze harde werkers perspectief te bieden. Zo zou het 2,2 miljard dollar kosten om alle 2,5 miljoen textielarbeiders in Vietnam een waardig loon te geven. Dat is slechts een derde van de dividenden die de aandeelhouders van de vijf grootste kledingmerken in 2016 opstreken. 

Om winsten te vergroten, drukken multinationals lonen en ontwijken ze belastingen. 

Ons huidig economisch systeem werkt in het voordeel van enkelingen. Aandeelhouders strijken excessieve winsten op, terwijl honderden miljoenen arbeiders met enkele dollars moeten overleven. Om winsten te vergroten, drukken multinationals lonen en ontwijken ze belastingen. In veel gevallen zijn overheden medeplichtig: uit angst om investeringen te verliezen hollen ze arbeidsrechten uit en verlagen ze belastingen voor multinationals.

Dit creëert een kloof tussen arm en rijk, die de strijd tegen armoede vertraagt, sociale problemen creëert, populisme aanwakkert en democratieën onder druk zet.

Volgens het Internationaal Monetair Fonds (IMF) maken steeds meer politici en bedrijfsleiders zich zorgen over de stijgende ongelijkheid. Nochtans hebben zij zelf de sleutels in handen om het tij te keren. Ze kunnen minimumlonen invoeren die arbeiders een waardig leven garanderen. Of ze kunnen belastingontwijking van superrijken en multinationals tegengaan, zodat er meer inkomsten zijn om sociale bescherming uit te bouwen voor de allerarmsten.

Het zijn stappen die zullen helpen om armoede uit te roeien en een economie te creëren die werkt voor iedereen. Het zijn keuzes die de Davos-elite zelf moet maken. 

--

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Meest gelezen