Turkije verliest zeven militairen op een dag in Noord-Syrische enclave Afrin
De Turkse invasie in de Noord-Syrische enclave Afrin verloopt erg bloedig. Gisteren zijn daar op een dag tijd zeven Turkse militairen gedood. Het aantal doden aan Syrisch-Koerdische kant is minder duidelijk.
Sinds 20 januari voert het Turkse leger in samenwerking met de rebellengroep "Vrije Syrische Leger" (FSA) een offensief tegen de Syrisch-Koerdische enclave Afrin in het noordwesten van Syrië.
Gisteren zijn daar twee Turkse militairen gedood bij gevechten langs de grens. Iets verder in Syrië hebben de Koerden dan weer een Turkse tank kapotgeschoten. De vijf Turkse inzittenden zijn daarbij gedood.
Met zeven doden is het de zwaarste tol per dag sinds de Turkse invasie begon. In totaal zijn daar nu al 14 Turkse militairen omgekomen. Over de dodental bij de FSA-militie of de Syrisch-Koerdische YPG zijn er geen duidelijke cijfers, maar die liggen wellicht hoger.
Volgens de Syrische Koerden zijn er 150 burgers gedood sinds het begin van de Turkse invasie en vielen er daarbij 300 burgergewonden. Turkije zegt dat er 900 Syrische Koerden gedood zijn, maar geen van die cijfers is bevestigd.
Op diverse plaatsen in Europa hebben Koerden betoogd tegen de Turkse aanval op Afrin. De Franse president Emmannuel Macron heeft gezegd dat hij er een probleem mee heeft als Turkije blijft vasthouden aan de invasie.