Aankoop F-16’s: ‘Regering niet verplicht te kiezen tussen Eurofighter en F-35’

Vier Eurofighters © AFP

De Belgische regering, die woensdag de ‘best and final offers’ (bafo) van de twee kandidaten om de F-16’s te vervangen heeft ontvangen, is niet verplicht te kiezen tussen de F-35 of de Eurofighter. Dat zei MR-Kamerlid Richard Miller op Bel RTL.

‘Indien geen van beide de beste prijs/kwaliteitsverhouding biedt, zouden andere kandidaten zoals de Rafale van de Franse vliegtuigbouwer Dassault of de Gripen van het Zweedse Saab onderzocht kunnen worden’, bevestigde hij.

Aan de officiële biedprocedure van de Belgische regering nemen twee agentschappen deel, die respectievelijk de Amerikaanse F-35 en de Europese Eurofighter vertegenwoordigen. Het bafo moet ten laatste vandaag overgemaakt worden. Frankrijk stapte niet in de procedure, maar lanceerde een aanbod voor de aankoop van 34 nieuwe straaljagers als onderdeel van een groter economisch pakket, waarbij een ‘diepgaand en structureel partnerschap’ in het vooruitzicht gesteld werd.

De drie kandidaten stellen hoge economische compensaties in het vooruitzicht indien de Belgische regering voor hun toestel zou kiezen.

Evaluatie

De VS en het Verenigd Koninkrijk hebben woensdag hun definitief voorstel ingediend, bevestigt minister van Defensie Steven Vandeput. ‘Nu volgt de evaluatie.’

Die evaluatie gebeurt door 33 mensen, voornamelijk militairen, binnen zeven verschillende werkgroepen. Zij zullen een rapport met een aanbeveling overhandigen aan de minister. ‘Dat zal ik aan de regering overmaken’, aldus Vandeput.

De minister hoopt dat een definitieve beslissing valt over de keuze van het nieuwe toestel voor de Navo-top op 11 en 12 juli. ‘Ik denk dat dit mogelijk is”’, zei hij. Wat betreft het Franse voorstel, herhaalde de minister dat de regering moet beslissen over welk gevolg daaraan wordt gegeven.

Forse investering

De regering wil de huidige 54 F-16’s vervangen door 34 nieuwe gevechtsvliegtuigen, een investering van zowat 3,6 miljard euro voor de aankoop alleen. Dat gebeurt via staatsagentschappen, onze regering wil voor de aankoop immers een overeenkomst van staat tot staat sluiten.