In Brussel gaat elk jaar een volledige werkweek verloren door files
Het grootste mobiliteitsprobleem in Brussel is filevorming tijdens de piekuren, zowel op de ring als in de binnenstad. Dat blijkt uit een studie van consultancy-bureau Deloitte. Brussel heeft wel een goed uitgerust netwerk van openbaar vervoer, maar toch zijn sommige buitenwijken moeilijker bereikbaar. En dus nemen we daar toch weer de auto. Dat heeft ook gevolgen voor de luchtkwaliteit.
Eerst de goede leerlingen. Uit de studie van Deloitte blijken dat steden als Londen, Singapore en Berlijn. Zij scoren het best op het vlak van transport. Als het gaat over wandelen en fietsen springen vooral Parijs, Berlijn en Amsterdam eruit.
Dat heeft niet alleen te maken met infrastructuur. Sam Sluismans van Deloitte België wijst ook op de mentaliteit in België: “België is een klein land dat een pendelcultuur met privévoertuigen ondersteunt. Een gedragswijziging bij het grote publiek vormt een echte uitdaging, onder andere door het beleid rond bedrijfswagens.”
Mentaliteit dus. In Amsterdam – even goed een grootstad met een aanzienlijke bevolking - zijn wandelen en fietsen goed voor 61 procent van de verplaatsingen. In Brussel is dat maar 6 procent. Al heeft dat niet alleen met mentaliteit te maken.
Uit de studie van Deloitte blijkt dat het Brusselse openbaar vervoer sommige buitenwijken stiefmoederlijk behandelt. Dan ga je ook niet te voet of met de fiets naar bus- of tramhalte, want die is er niet. Resultaat: de auto in. In de Brusselse files verlies je elk jaar een volle werkweek, in Amsterdam is dat 26,5 uur.
De fietsstroken zijn er al, nu nog visie en leiderschap
Opvallend: aan de fietsinfrastructuur zal het niet liggen. Brussel heeft een hoog aantal fietsstroken, staat in de studie. Maar ze worden blijkbaar onderbenut. Gevolg: Brussel scoort ook laag als het gaat over luchtkwaliteit.
Ook hier is een vergelijking mogelijk, namelijk met de Engelse stad Manchester. Ook daar wordt vrolijk met de auto rondgetoerd (58 procent van de trajecten), maar de stad promoot wel het gebruik van elektrische voertuigen, én het openbaar vervoer is er populair. Gevolg: een betere luchtkwaliteit.
De studie voegt er wel aan toe dat Brussel stappen onderneemt, bijvoorbeeld door de lage-emissiezone die oude dieselauto’s uit de stad weert.
Maar het is dus voorlopig allemaal niet genoeg. Sam Sluismans van Deloitte België concludeert: “Om het snel veranderende ecosysteem voor transport het hoofd te bieden en het niveau van Helsinki, Londen en Singapore - steden die ’s werelds beste mobiliteitssystemen bezitten -, bij te benen, zijn visie en leiderschap nodig.”