Nicolas Maeterlinck

Theo Francken, de man van één miljoen stemmen?

Er wordt gespeculeerd of Theo Francken de Europese lijst zou kunnen trekken voor de N-VA. De vraag is wat de N-VA wil bereiken met een stemmenkampioen bij de Europese verkiezingen.

analyse
Ivan De Vadder
Wetstraatwatcher voor VRT NWS. Maakt en presenteert ook het programma "De afspraak op vrijdag".

Laten we om te beginnen stilstaan bij de verdienste van Leo Tindemans. In 1979 behaalt CVP'er Tindemans bij de Europese verkiezingen 983.000 voorkeurstemmen. Een ongeëvenaard record.

Niet alleen omdat Yves Leterme (796.000) en Bart De Wever (785.000)- respectievelijk bij de Senaatsverkiezingen van 2007 en 2010 – ondanks hun monsterscores toch nog ruim 100.000 stemmen onder de score van Tindemans blijven.

Maar ook omdat de omstandigheden waarin Leo Tindemans zijn record vestigde helemaal anders waren. Bij een verkiezing kon elke kiezer toen nog maar één voorkeurstem uitdelen, tegenwoordig kun je verschillende voorkeurstemmen geven.

Bovendien lag het aantal Vlamingen toen nog een stuk lager. In 1990 (tien jaar na de Europese verkiezingen van Tindemans) zijn er 5,7 miljoen inwoners in Vlaanderen; rond 2010 zijn er al 6,5 miljoen inwoners. 

Eigenlijk zou het tegenwoordig makkelijker moeten zijn om zo’n grote score te behalen. Behalve dat de CVP, de partij van Leo Tindemans bij die Europese verkiezingen wel een score neerzette van 48,09 procent. Ook dat is –in moderne politieke tijden- du jamais vu.

Goudhaantje opofferen?

Vandaag wordt onder andere in De Standaard gespeculeerd of Theo Francken de Europese lijst zou kunnen trekken voor de N-VA, met die doelstelling van ‘één miljoen stemmen’ voor ogen.

De vraag is vooral wat de N-VA wil bereiken met een stemmenkampioen bij de Europese verkiezingen. Het loutere symbool van de "man van één miljoen" is natuurlijk erg belangrijk, en het zou van Francken de absoluut populairste politicus in de moderne tijden maken. Maar wat koop je ervoor?

Die overwinning zou wellicht resulteren in meer Europese zetels. Wanneer het de bedoeling is om Theo Francken na die verkiezingsoverwinning in het Europees Parlement te laten plaatsnemen, dan heb je als partij misschien wel een electoraal goudhaantje opgeofferd.

Belgische leden van het Europees Parlement zullen nooit kunnen wegen, louter op basis van hun electoraal gewicht, daarvoor zijn ze met te weinig. En de N-VA maakt geen deel uit van de traditionele fracties die wegen op de machtsposities in het Europees Parlement.

Dat weet de N-VA maar al te goed, ook de vorige Europese lijsttrekker is meteen teruggeroepen om minister van Financiën te worden in de federale regering. 

Gouden kooi

Het probleem voor de N-VA om de populariteit van Theo Francken te verzilveren, is dat het Belgische kiessysteem gebaseerd is op provinciale kieskringen. Een politicus kan dus alleen stemmen verwerven binnen die kieskring, en dat limiteert vooral populaire politici in hun mogelijkheden.

Vergelijk het met Nederland: daar kunnen de kandidaten stemmen in heel Nederland ronselen, en hun populariteit ook in alle uithoeken uitspelen. Maar in ons land ontbreekt een federale of zelfs een Vlaamse kieskring. Die bestaat alleen bij Europese verkiezingen, vandaar de interesse in dat niveau.

Theo Francken is dus beperkt tot de kieskring Vlaams-Brabant, en dat is ook niet de grootste kieskring van het land. Om te vergelijken: in Antwerpen, dat is de grootste kieskring, worden 24 zetels voor de Kamer verdeeld of 33 voor het Vlaams Parlement. In Vlaams-Brabant zijn er nauwelijks 15 zetels voor de Kamer of 20 voor het Vlaams Parlement. 

Zeteltje winst

Maar in 2014 heeft Maggie De Block wel één zetel extra voor Open VLD uit de brand gesleept. Ze haalde 131.000 voorkeurstemmen, vóór Koen Geens (45.000) en Theo Francken (44.000). En met die overwinning bezorgde ze de partij een vierde zetel in de Vlaams-Brabantse kieskring.

De populariteit van Maggie De Block (die op 4 jaar tijd steeg van 8.000 naar 131.000 stemmen) leverde dus wel een extra zetel op. De enorme populariteit van Theo Francken zal de N-VA op z’n minst dezelfde winst opleveren, en misschien een nog grotere.

Francken haalde al 44.000 stemmen in 2014, en zal wellicht een veelvoud van die score binnenhalen. Zonder Francken daarentegen valt de N-VA in Vlaams-Brabant terug op Ben Weyts (die wellicht de lijst voor het Vlaams Parlement zal trekken), en voor de Kamer op Kristien van Vaerenbergh, Jan Spooren en Inez De Coninck.

Dat zijn drie verdienstelijke parlementsleden, daar niet van, maar ze kunnen qua populariteit niet tippen aan Theo Francken. Bovendien heeft de jonge opvolger van Francken, Renate Hufkens, er al de brui aan gegeven, en de toenmalige derde kandidaat op de lijst in Vlaams-Brabant, Hendrik Vuye, heeft intussen een eigen partij opgericht. En met de nieuwkomer Darya Safai alleen zal de N-VA de meubelen niet redden. 

Wie dat plaatje uittekent, komt tot de vaststelling dat Theo Francken wel eens gevangen zou kunnen zitten in de "gouden kooi" van de relatief kleine kieskring Vlaams-Brabant...

Speculeren

... Tenzij Francken alsnog zou opkomen in Oost-Vlaanderen: daar zijn 20 zetels voor de Kamer en 27 voor het Vlaams Parlement te vinden. En voor de federale verkiezingen moet je niet wonen in de kieskring waar je kandidaat bent.

Maar dat laatste is een loutere speculatie van mijn kant. En voor het stof van de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2018 is gaan liggen, lijkt elke speculatie over de lijsten van 2019 virtueel. Daarom is het verkiezingsresultaat van die gemeenteraadsverkiezingen belangrijker dan je op het eerste gezicht zou denken. De uitslag van 2018 bepaalt de startposities van 2019.

Meest gelezen