"OCMW's moeten 26,5 miljoen terugbetalen aan Fedasil"

"We vragen 75 procent terug", zegt Mieke Candaele, woordvoerder van Fedasil. Vanaf juni wordt dat 90 procent. Hoeveel geld Fedasil zo kan recupereren, is onduidelijk, maar het gaat in elk geval om miljoenen. Van de 8.760 lokale opvangplaatsen staat er momenteel 41 procent leeg.

De OCMW's moeten 26,5 miljoen terugbetalen aan Fedasil, de federale instelling die de opvang regelt. Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) becijferde dat het voor heel België om een bedrag van 26,5 miljoen euro gaat. Zowat 20,8 miljoen daarvan komt uit Vlaanderen, omdat het gewest meer lokale opvangplaatsen heeft. Brussel en Wallonië zijn goed voor 5,7 miljoen euro. Het gaat om de reserves uit 2016, zegt Nathalie Debast van de VVSG. De cijfers voor 2017 zijn nog niet berekend.

"Voor sommige gemeenten komt dat onverwacht, maar we weten dat Fedasil dat geld nodig heeft voor haar huidige werking en het is logisch dat we dat bekijken. We kunnen ermee leven", zegt de VVSG. "Als er een nieuwe asielcrisis uitbreekt, dan kan dat natuurlijk opnieuw bekeken worden. De gemeenten hebben bewezen dat ze een volwaardige partner zijn wat dat betreft."

Debast wijst er wel op dat de regeling van Fedasil wel voorziet dat gemeenten die met het geld al investeringen gepland hadden, met Fedasil kunnen overleggen over het percentage dat terugbetaald moet worden. "Dan kan daarvan afgeweken worden."

Hoe dan ook een zware dobber voor de gemeenten. "Ook lege plaatsen kosten geld", zegt Tony Baselet (CD&V), OCMW-voorzitter van Hechtel-Eksel. "Voor een groot deel lopen je kosten door: personeel, huur, dat alles moet je blijven betalen."

Staatssecretaris Theo Francken (N-VA) wil de plaatsen in de lokale opvang afbouwen, maar moet daarvoor nog goedkeuring krijgen van de regering. Francken vindt "het comfortpeil te hoog" in de lokale opvang.