© Photo News

Prins Laurent schrijft emotionele brief aan alle Kamerleden: “Ik heb niet mogen werken zoals ik wenste”

Prins Laurent is triest en dat mag iedereen weten. Hij stuurde alle Kamerleden een emotionele boodschap waarin hij scherp uithaalt naar zijn familie, maar ook naar de beslissing om zijn dotatie in te perken. De prins voelt zich, naar eigen schrijven, al zijn hele leven lang gedwarsboomd.

nkdr, fivr

“Eigenlijk is mijn hele bestaan het voorwerp van een proces, en dat proces is al lange tijd geleden begonnen”, zo schrijft Laurent in de brief, die hij naar alle leden van de Kamer stuurde.

Hij wil ermee aangeven dat de beslissing omtrent zijn dotatie geen eerlijke beslissing was en geeft meteen ook aan dat die dotatie niet zomaar een gunst is die hem als prins werd toebedeeld: “Die dotatie, die men in functie van politieke- of mediawinden zegt te willen beperken of afschaffen, is de prijs van een leven, de prijs van mijn leven, en die ligt nu al voor een groot deel achter mij. Moet ik u er overigens aan herinneren dat driekwart van die dotatie werkingskosten dekt, waarop nauwgezet wordt toegezien door het Rekenhof? Die dotatie is geen gunst, wat zij ook mogen denken, diegenen die geloven dat geld alle rechten kan afkopen, of toelaat een totale onderwerping te eisen.”

Ook zijn eigen familie moet het ontgelden in de brief: “De meesten weten het niet, en velen doen alsof ze het vergeten zijn: sinds mijn prille jeugd werd mijn bestaan ten dienste gesteld van mijn broer, van mijn familie, en van de Staat. Ik heb niet mogen werken zoals ik wenste, noch projecten uitwerken die mij enige zelfstandigheid hadden kunnen bieden. Ik moest zelfs toestemming vragen om te trouwen, en tot op heden zet men het mij betaald, dat ik huwde met een vrouw die ik liefheb, maar geen titel noch fortuin heeft.”

Dat niet alleen, hij voelt zich ook gedwarsboomd door de overheid en de rest van de koninklijke familie: “Ik denk dat geen andere burger van dit land zijn leven lang met zulke hardnekkigheid werd geïnstrumentaliseerd en zijn projecten voortdurend gedwarsboomd door zijn familie en door grove nalatigheden van sommige politieke gezagdragers.”

LEES DE BRIEF HIER INTEGRAAL:

Geachte Heer Voorzitter,

Geachte Ministers en Staatsecretarissen,

Geachte Kamerleden,

Zoals u weet werd ik niet uitgenodigd om het woord te nemen tijdens uw

zitting, wanneer heden het Voorstel van inhouding op de aan een lid van

de Koninklijke Familie toegekende dotatie van 14 december 2017 van

de Ministerraad zal worden behandeld.

Bijgevolg heb ik geen andere keuze, gezien ook de uiterst strakke

kalender die u heeft voorzien, dan mij ertoe te beperken u deze korte

boodschap te laten geworden.

Voor de tweede maal zal ik niet verdedigd kunnen worden voor de

instelling die bevoegd is om mee te beslissen over een inhouding op

dotatie, overeenkomstig artikel 11 van de Wet van 27 november 2013

met betrekking tot de dotaties en de vergoedingen die worden

toegekend aan leden van de Koninklijke Familie. En voor de tweede

maal zal de instelling beslissen op basis van een nota of een verslag

met nieuwe feiten en argumenten, dewelke men mij geen mogelijkheid

laat te weerleggen.

Ook al denkt u zich te mogen vrijstellen van deze fundamentele vereiste

van de billijke procesvoering, omdat gerechtelijke beroepen voor mij

zouden openstaan, toch denk ik u te moeten wijzen op de symbolische

dimensie van uw beslissing, die zonder weerga is. Die beslissing kan

mij ernstige, moeilijk herstelbare schade berokkenen.

De regering vraagt u mij te bestraffen voor een feit, maar de lichtheid

van deze grief ontgaat niemand. Eigenlijk is mijn hele bestaan het

voorwerp van een proces, en dat proces is al lange tijd geleden

begonnen. Hij wordt onafgebroken gevoerd in de media, en

waarschijnlijk ook in uw gedachten en die van sommige medeburgers.

Een waslijst aan onhandigheden, vergissingen, fouten, jaar na jaar

langer, jaar na jaar bezwarender, want steeds à charge en nooit à

décharge. Maar ik stel u de vraag: wie onder u zou bestand zijn tegen

zulke samenvatting van zijn leven, tegen zulk een laatste oordeel?

Ik heb die waaier aan procedures niet gewenst, ik heb zelfs geprobeerd

die te vermijden. Ik heb voorgesteld een sanctie te aanvaarden, hoe

onrechtvaardig dat ook zou zijn, indien de regering zou aanvaarden

duidelijkheid te scheppen voor de toepassing van een te snel

geschreven wet, die een willekeur mogelijk maakt waarbij de rechters

die u heden bent, partij zijn. De weigering van deze enige werkelijke

oplossing laat mij geen andere keuze: ik moet tot op het einde het

vreselijke precedent die zulke sanctie zou uitmaken, aanvechten,

vermits die over mezelf en vooral mijn vrouw en kinderen een

permanente dreiging zou doen hangen. Moet ik u eraan herinneren dat

noch ik noch mijn familie genieten van de sociale bescherming

(gezondheidszorg, invaliditeit, pensioen) die – gelukkig - de sokkel zijn

van het bestaan van de andere burgers in dit land?

De meesten weten het niet, en velen doen alsof ze het vergeten zijn:

sinds mijn prille jeugd werd mijn bestaan ten dienste gesteld van mijn

broer, van mijn familie, en van de Staat. Ik heb niet mogen werken zoals

ik wenste, noch projecten uitwerken die mij enige zelfstandigheid

hadden kunnen bieden. Ik moest zelfs toestemming vragen om te

trouwen, en tot op heden zet men het mij betaald, dat ik huwde met een

vrouw die ik liefheb, maar geen titel noch fortuin heeft. Die dotatie, die

men in functie van politieke- of mediawinden zegt te willen beperken of

afschaffen, is de prijs van een leven, de prijs van mijn leven, en die ligt

nu al voor een groot deel achter mij. Moet ik u er overigens aan

herinneren dat driekwart van die dotatie werkingskosten dekt, waarop

nauwgezet wordt toegezien door het Rekenhof? Die dotatie is geen

gunst, wat zij ook mogen denken, diegenen die geloven dat geld alle

rechten kan afkopen, of toelaat een totale onderwerping te eisen.

Ikzelf ben natuurlijk niet feilloos, en ik ben er als eerste bewust van dat

mensen die het veel minder breed hebben dan ik een nog harder lot

ondergaan. Maar ik denk niet dat een andere burger van dit land zijn

leven lang met zulke hardnekkigheid werd geïnstrumentaliseerd, en zijn

projecten voortdurend gedwarsboomd zag door zijn familie en door

“grove nalatigheden” van sommige politieke gezagdragers, zoals het

Hof van Cassatie onlangs nog bevestigde.

Ik wens het dan ook te benadrukken, ik heb altijd in eer en geweten de

opdrachten die mij werden toevertrouwd uitgevoerd, net zoals de

projecten die ik zelf heb opgestart of trachtte op te starten. Zo heb ik mij

met passie en met succes - ik zeg het zonder schroom – en met de hulp

van kostbare persoonlijkheden, die ik hierbij bedank, toegelegd op

duurzaam milieubeheer in de brede zin, en op dierenbescherming, met

speciale aandacht voor de minderbedeelden. Herinnert u zich hoe

sommigen glimlachten om die initiatieven, soms dezelfden die vandaag

vinden dat ik in de weg loop, nu die materies brandend actueel

geworden zijn?

Ik weet niet of u aan die boodschap gehoor zal geven. Maar het is mijn

plicht te hopen dat u het begrip justitie geen oneer aan zult doen, en dat

u dus eerder zal overwegen de wetgeving, die u onafgewerkt liet, te

vervolledigen, op een rechtvaardige manier, en met inachtneming van

de fundamentele rechten.

Laurent van België

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer