De invoering van het M-decreet in Vlaanderen is niet zonder slag of stoot gegaan en ook op de invoering van het ondersteuningsmodel kwam kritiek. Minister van Onderwijs Hilde Crevits beloofde bijsturingen. Ze heeft vrijdag van de regering groen licht gekregen voor een reeks ingrepen.

Zo zullen leerkrachten en scholen sneller kunnen ingrijpen bij leerlingen met gedragsproblemen. “We gaan een soort fast-teams invoeren die heel gericht en snel ondersteuning kunnen bieden op de klasvloer. Die teams zullen kijken wat het probleem is en oplossingen zoeken”, legt minister Crevits uit.

Buitengewoon onderwijs

Bedoeling is ook dat kinderen in sommige omstandigheden sneller naar het buitengewoon onderwijs kunnen gaan. “Nu duurt het soms maanden voor kinderen die overstap kunnen maken. Dat moet sneller kunnen”, aldus Crevits. Daarbij is ook beslist om het aanbod in het buitengewoon onderwijs, met name voor leerlingen met gedragsstoornissen of met autismespectrumstoornissen, te vergroten. Concreet hebben zes scholen in het buitengewoon basisonderwijs en 12 scholen in het buitengewoon secundair onderwijs een gunstig advies gekregen om hun aanbod uit te breiden.

Verder worden scholen in het buitengewoon onderwijs minder onder druk gezet om leerlingen binnen de twee jaar naar het gewoon onderwijs te sturen en wordt de IQ-grens van 60 geschrapt voor de toegang tot type 2 buitengewoon onderwijs voor kinderen met een mentale beperking.

Procedure

Scholen en leerkrachten hadden ook kritiek op de omslachtige procedure en de planlast die werd opgelegd om leerlingen te kunnen doorverwijzen naar het buitengewoon onderwijs. Volgens minister Crevits zou het geplande leerlingenpaspoort, met daarin de ondersteuningsnoden voor elke leerling, daar soelaas kunnen bieden.

Er was ook kritiek van ouders op de manier waarop het M-decreet was ingevoerd. Ouders zaten vaak met vragen of onzekerheden over de ondersteuning voor hun kinderen. Ook daar wil de minister ingrijpen. Wanneer ouders niet of onvoldoende gehoord worden door de school of het CLB, moet een bemiddelaar mee zoeken naar een oplossing. En de bestaande kanalen voor beroep en klachten worden beter bekendgemaakt, klinkt het.

Extra omkadering blijft

De verwachting is dat er nu opnieuw meer kinderen naar het buitengewoon onderwijs zullen gaan. Minister Crevits hamert er wel op dat de scholen in het gewoon onderwijs de extra omkadering die ze intussen hebben gekregen (door leerlingen uit het buitengewoon onderwijs op te nemen) niet opnieuw zullen verliezen. “En voor het buitengewoon onderwijs wordt de financiering opnieuw open end (waardoor extra leerlingen automatisch leidt tot extra middelen en omkadering, nvdr)”, aldus de CD&V-minister.

Wordt op die manier de filosofie van inclusie in het onderwijs niet teruggeschroefd? “Het is vooral de bedoeling om met de maatregelen het draagvlak voor inclusief onderwijs in Vlaanderen groot te houden”, aldus Crevits.

SP.A: “Hopelijk slechts eerste stap”

“Het is goed dat minister Crevits luistert naar de verzuchtingen van leerkrachten en ouders. Ook onze constructieve oppositie loont”, reageert SP.A-onderwijsexperte Caroline Gennez. “Maar hopelijk is dit slechts een eerste stap. De middelen kunnen veel efficiënter ingezet worden”, aldus Gennez.

Volgens de SP.A-politica zijn de vliegende interventieteams of fast-teams die Crevits voorstelt voor jongeren met gedragsproblemen “niet de meest geschikte oplossing”. “Vertrouwen winnen en de context van een jongere kennen, is noodzakelijk voor de oplossing van gedragsproblemen. Wij blijven pleiten voor meer middelen voor gespecialiseerde omkadering op school zelf. De problemen worden best meteen op school aangepakt in plaats van telkens te moeten wachten op rondtoerende begeleiders die noodgedwongen meer tijd doorbrengen onderweg dan met de jongeren of leerkrachten zelf”, besluit Gennez.