Direct naar artikelinhoud
Onderwijs

Nederlandse universiteiten willen aantal internationale studenten indammen

Meer dan 700 studenten verzamelen in Rotterdam.Beeld ANP

Nederlandse universiteiten hebben een akkoord gesloten om de groei van het aantal studenten in te dammen. Het gaat hoofdzakelijk om studenten uit het buitenland, schrijft NRC

Het grootste deel van de financiering van universiteiten is gebaseerd op studentenaantallen. Maar het overheidsbudget groeit al jarenlang niet meer mee met de toename van het aantal studenten, waardoor er per student minder geld overblijft voor onderwijs. Volgens NRC willen de universiteiten daarom het aantal studenten inperken.

De Vereniging van Universiteiten (VSNU) wil de plannen pas maandag toelichten bij de presentatie van het akkoord. Wel tweette de organisatie vandaag een factsheet over internationalisering met daarbij de tekst "internationalisering is belangrijk voor het Nederlandse hoger onderwijs". Volgens de vereniging dragen internationale studenten bij aan een 'ambitieus studieklimaat', omdat ze hun diploma vaker halen binnen de tijd die ervoor staat. Meer dan de helft haalt de bachelor binnen drie jaar, tegenover eenderde van de Nederlandse studenten. Uit onderzoek van het CBS blijkt bovendien dat bijna 40 procent van de internationale studenten die in 2008-2009 afstudeerde na vijf naar nog in Nederland is. Bijna 30 procent van hen heeft een baan.

Twitter bericht wordt geladen...

Uit eerder onderzoek van de Volkskrant bleek dat bijna 10 procent van het aantal studies aan Nederlandse universiteiten meer buitenlandse dan Nederlandse studenten telt. Bij zeventig studies is meer dan driekwart van de studenten afkomstig uit het buitenland. Het aantal internationale studenten is in tien jaar tijd verdubbeld. In 2017 ging het om 48.500 internationale studenten die aan Nederlandse universiteiten studeerden. De meesten komen uit Duitsland, gevolgd door China, Italië, Engeland en België.

Nederlandse universiteiten zijn populair, omdat het niveau van de opleidingen hoog is en de kosten relatief laag. Nederlandse studenten en studenten uit EU-landen betalen evenveel collegegeld: 2.006 euro per jaar. Dit is lang niet kostendekkend. De overheid legt nog enkele duizenden euro’s bij. Studenten van buiten de Europese Unie betalen het instellingstarief. Dit bedrag verschilt per studie en universiteit, maar komt neer op bijna 10 duizend euro per jaar. Nederlandse universiteiten verdienen dus flink aan niet-EU-studenten.

Daarnaast bieden universiteiten steeds meer opleidingen in het Engels aan. Van de bachelors is 20 procent volledig in het Engels, bij masters gaat het om maar liefst 70 procent. Hier is veel kritiek op van zowel studenten als docenten. De studenten klagen over het niveau van het Engels, de docenten over extra werkdruk en de teloorgang van de Nederlandse taal. Minister van Onderwijs Ingrid van Engelshoven was eerder ook kritisch over de verengelsing. Ze zei dat het erop lijkt dat universiteiten de voertaal veranderen om "het aantal studenten op te krikken, zonder dat daar inhoudelijk een goede reden voor is".

Wat de universiteiten concreet kunnen doen om de toestroom van studenten in te perken, blijft de vraag. EU-burgers hebben het recht van vrij verkeer en verblijf in andere lidstaten en het weigeren van studenten op basis van hun nationaliteit is discriminatie. Universiteiten zoeken daardoor de randen van de wet op. De TU Delft heeft bij de opleiding Technische Informatica een studentenstop ingesteld voor studenten van buiten de EU. Dat mag officieel niet, maar Van Engelshoven heeft toegezegd geen maatregelen te nemen, omdat de universiteit de enorme toestroom van internationale studenten niet aankan.