Belgische soldaten die sneuvelden tijdens WOI geïdentificeerd door DNA-onderzoek

In juni 2016 werd de bodem onderzocht van een site waar nieuwe woningen gebouwd zouden worden in de Rijkswachtstraat in Diksmuide. Tijdens dat onderzoek werden de stoffelijke resten van vier soldaten gevonden. Het ging om een Fransman en drie Belgen. Aan de knopen van hun uniform zagen de onderzoekers dat de vier mannen tot het 12^de linieregiment behoorden. Bij hun lichamen lagen nog enkele persoonlijke spullen, waaronder een pijp en een flesje parfum.

Historicus Bernd Vanderheyden kwam via verslagen van het 12^de linieregiment een document van commandant Cogneaux op het spoor. In dat verslag stonden drie namen van soldaten die samen werden begraven op de plaats waar de stoffelijke resten lagen, namelijk Pintens, Jacquet en Dethier.

Om zeker te zijn dat het om die soldaten ging, werd hun DNA onderzocht. Via genealogisch onderzoek, of stamboomonderzoek, is het mogelijk om de stoffelijke resten te identificeren. Voor dat onderzoek is het mitochondriaal DNA belangrijk, dat een moeder doorgeeft aan haar kinderen via de eicel. Dat DNA bevat informatie over de afstammingslijn van moeder op dochter op kleindochter. De onderzoekers besloten daarom om voor de identificatie op zoek te gaan naar een vrouwelijke afstammeling. 

Pintens was de eerste die via genealogisch onderzoek geïdentificeerd kon worden. Hij werd in 1890 geboren in Mortsel, maar verhuisde later naar Hoboken. Volgens de onderzoekers is het zeker dat Pintens tussen 1910 en 1911 in het leger diende. Via een DNA-staal van een kleindochter van een nicht van Pintens, kon de soldaat geïdentificeerd worden. 

Dethier werd in 1888 geboren in Villers L’Evêque, een dorp in de provincie Luik. Hij deed tussen augustus en oktober 1914 zeker legerdienst. Over de rest van zijn carrière bij het leger bestaat onduidelijkheid. Een medewerkster van de culturele dienst van Dalhem, waar de soldaat woonde, ontdekte dat de moeder van Dethier hertrouwd was en met haar tweede man ook kinderen had. Via een van die dochters werd een nicht gevonden die akkoord ging om DNA af te staan. 

Jacquet werd in 1893 geboren in Luik. Volgens zijn dossier is hij gestorven op 20 oktober 1914 nadat hij geraakt werd door een geweerkogel. De onderzoekers hebben geen afstammelingen van Jacquet gevonden, maar zijn er door deductie vrij zeker van dat hij de derde soldaat is. Van hem is er nog geen foto gevonden. 

Enkele maanden na de vondst van Pintens, Dethier en Jacquet, werden er opnieuw stoffelijke resten gevonden van drie militairen aan de IJzertoren in Kaaskerke, een deelgemeente van Diksmuide. Deze keer ging het om een Belg en twee Fransmannen, die tot het 11^e linieregiment behoorden. Er is geen zekerheid over de identiteit van de Belgische soldaat, omdat er te veel Belgen van dat linieregiment vermist zijn en er geen aanknopingspunt is om hem te identificeren.

De vier Belgische soldaten worden op 1 juli 2018 herbegraven op de Belgische Militaire Begraafplaats in De Panne. Het is op die dag exact 100 jaar geleden dat de begraafplaats in gebruik werd genomen. De plechtigheid wordt georganiseerd door de gemeente De Panne en het War Heritage Institute.