Direct naar artikelinhoud
reportage

Hoe Friese fonteinen de Elfstedentocht even doen vergeten

De 'Love'-fontein in Leeuwarden van Jaume Plensa.Beeld rv

Al meer dan twintig jaar dromen onze ­noorderlijkste noorderburen van een winter streng genoeg om nog eens van stad tot stad te kunnen schaatsen tijdens een nieuwe Elfstedentocht. Tevergeefs. Daarom bedachten de Friezen met 11Fountains een heerlijk summerproof alternatief.

Mienskip. Daar draait alles om in Friesland. Een algemeen Nederlands alternatief dat de volledige lading dekt van dit woord bestaat niet. Warmte, acceptatie, de groep ­openstellen voor nieuwe leden, ergens bij horen. ‘Gemeenschapsgevoel’ komt er nog het dichtst bij. Dat andere waar alles om draait in Friesland, de Elfstedentocht, laat al even op zich wachten. Het mag dan wel van 1997 geleden zijn dat de ijsdikte over het hele ­parcours de obligate 15 centimeter haalde, door zoiets onbenulligs als de opwarming van de aarde laten de praktische Friezen zich niet kisten. Het is dan ook dankzij die ­mienskip dat de tocht vanaf dit jaar voor de toekomst verzekerd is, ijs of geen ijs.

Schaatsend zal dat voorlopig niet lukken, maar de Friezen bedachten een andere activiteit om de 200 kilometer lange route tussen de steden af te leggen: een kunstproject genaamd 11Fountains, waarbij elke stad gematcht werd met een internationale kunstenaar die een fontein ontwierp, gebaseerd op de geschiedenis en identiteit van de stad.

'Ik heb aan elke stad een kunstenaar gelinkt die dan ter plaatse met de mensen ging spreken om de lokale legendes te ontdekken'
Anna Tilroe, curator

“Ze hebben wel dezelfde inborst, maar toch is elke stad anders”, zegt Anna Tilroe, curator van het project. “Ik heb aan elke stad een geschikte kunstenaar gelinkt. Die ging dan ter plaatse om met de mensen te spreken en de lokale legendes te ontdekken.”

Eyecatcher

Na een lange maar vlotte reis naar het ­noorden van Nederland, stap ik uit de trein in Leeuwarden, de Friese hoofdstad. De stad won de titel van culturele hoofdstad 2018, en besloot niet alleen zichzelf, maar de hele provincie dit jaar in de kijker te zetten. Om dat aan de hand van water te blijven doen, was een bewuste keuze. “Water verbindt de elf steden met elkaar. Letterlijk”, zegt Anna. “Maar door de ligging kort bij de zee, was er ook de gezamenlijke struggle om het water buiten te houden. Dat creëert een band.”

'Fortuna's Fountain', Stephan Balkenhol, SneekBeeld rv

Hoewel heel Nederland elke winter opnieuw hoopt dat het deze keer wél koud genoeg wordt om de schaatsen weer boven te halen, beseffen ze ook dat de kans klein is. “Het moet volgens de traditie echt natuurijs zijn. Als we daarop blijven wachten, dan duurt het misschien nog eens twintig jaar”, zegt ze. Van de elf steden, bezoek ik er vijf.

Wanneer ik het station van Leeuwarden uitkom, staan aan de overkant van de straat, recht voor de ingang, twee standbeelden die al mijn aandacht opeisen. Ook andere ­haastige voorbijgangers pauzeren even om hun blik te laten rusten op de twee gestalten. Dat was de bedoeling, zegt Anna. “De ­inwoners moeten hier naartoe willen komen. De ­fontein moet het hart van de stad worden. Het is niet l’art pour l’art.”

De fontein die werd gemaakt door de Catalaanse kunstenaar Jaume Plensa, is ­getiteld Love, en toont de gezichten van twee ­kinderen, een jongen en een meisje. Ze zijn naar elkaar toe gekeerd, maar hun ogen zijn gesloten. De beelden zijn volledig wit, gehuld in een soort glow waar ik naar blijf kijken. Zelf geven ze geen licht, maar ze lijken ­voortdurend al het andere licht naar zich toe te trekken, zelfs in het donker. Dat komt door het materiaal, marmer gemengd met ­synthetische hars. Het water komt als een soort mist uit de grond, en spuit dus niet uit de ­fontein zelf.

“De fontein staat hier al een paar ­maanden. Ik was er heel erg aan gewend de twee beelden zonder water te zien, en ik vond het al prachtig. Ik was vergeten dat het ­eigenlijk fonteinen waren”, zegt Catharina Wiersma, die iets verderop in het park zit. Het park werd volledig vernieuwd voor de komst van de beelden. “Maar nu de mist er is, straalt er een waas van mysterie af. Ik vind dat Leeuwarden de mooiste fontein heeft gekregen.”

'Hoe vaker je het beeld ­aanraakt, hoe meer verf eraf gaat. Zo ­transformeert de donkere vleermuis tot een glanzend eerbetoon aan de stad'
Belg Johan Creten maakte fontein De vleermuis' voor Bolsward.

Daar zijn ze het in de andere tien steden niet mee eens. Elke stad vindt haar eigen fontein de mooiste. Nu ze er allemaal staan, zijn de Friezen laaiend enthousiast, ook al was het geen liefde op het eerste gezicht. In het volgende stadje op mijn route bijvoorbeeld, Sneek, verliep niet alles zonder slag of stoot.

“Het standbeeld zelf was het probleem niet,” zegt de Duitse kunstenaar Stephan Balkenhol, “maar er waren problemen met de plaatsing.” Alle fonteinen werden namelijk eerst als miniatuur in klei gemaakt, en de inwoners dachten dat het reallifemodel veel groter zou zijn dan de drie meter die de fontein nu boven het wateroppervlak uitsteekt. “Ze vreesden dat mijn werk de aandacht van hun geliefde waterpoort zou afleiden.”

'De vleermuis', Johan Creten, BolswardBeeld rv

De fontein, genaamd Fortuna’s Fountain, staat midden in de rivier en draait cirkels om haar eigen as. Het bronzen beeldhouwwerk symboliseert Fortuna, de godin van het lot, en toont een man op een gouden bal. Op zijn schouder draagt hij een hoorn des overvloeds, waar voor altijd water uit blijft stromen. Hij moet het keren van het lot voorstellen. “Vandaag lacht het je toe,” zegt Stephan, “straks keert het je misschien de rug.”

Batman

Voor dat kan gebeuren, zetten wij de tocht verder met de bus (al kan het ook met de boot) naar de volgende fontein. Op ongeveer 100 kilometer van het beginpunt in Leeuwarden, zijn we aangekomen in Bolsward, dat op de helft van het originele parcours van de schaatswedstrijd ligt. De Belgische kunstenaar Johan Creten zorgde er voor de fontein. Hij liet zich inspireren door de gotisch ogende Broerekerk, waarvoor hij zijn fontein De vleermuis neerpootte. “Het beeld is gemaakt uit brons, maar er zit een ­speciale, groenige laag op. Hoe vaker je die ­aanraakt, hoe meer die eraf gaat. Zo ­transformeert de donkere vleermuis tot een mooi, glanzend eerbetoon aan de stad”, legt Johan uit.

De Broerekerk werd na een brand ­gerestaureerd, en heeft nu De vleermuis als wachter. Zoals de waterspuwers vroeger het kwade afweerden vanop de toppen van hoge kathedralen, zo moet deze fontein van dit kerkplein weer een veilige ontmoetingsplaats maken. Aan de kinderen te zien die onder de vleugels van het beeld schuilen voor de regen of erop klimmen en zich even Batman voelen, komt dat zeker in orde.

Onze volgende halte is havenstad Harlingen. Voor deze fontein moeten we niet in de stad, maar op zee zijn. Wat vanop de weg een enorm stuk wrakhout lijkt, blijkt na een winderige wandeling over de dijk een levensechte kopie, 18 meter lang, van een walvis. De walvis, bedacht door de Amerikaanse kunstenares Jennifer Allora, had oorspronkelijk aan de zeekant van de Zuiderpier moeten liggen, maar werd naar de landkant verplaatst uit schrik dat het dier in zee gesleurd zou worden.

'Franeker is erg warm en heeft me als vreemdeling goed ontvangen. Dat is die mienskip die hier zo leeft'
Frans kunstenaar Jean-Michel Othoniel

De fontein spuit water zoals een echte walvis, uit het spuigat. Bij eb kun je het dier in zijn volledigheid bewonderen. Hoe hoger het water staat, hoe meer de walvis ondergedompeld wordt, en bij vloed zie je enkel de ­waterstraal opspuiten. Of dat niet gevaarlijk is voor de aanmerende schepen? “Nee hoor,” lacht Jennifer, “alles staat goed aangegeven. Zo dicht komen de schepen niet.” De fontein ligt inderdaad erg dicht bij de pier. Misschien zelfs te dicht, denk ik wanneer de wind de opgespoten waterstraal over mij heen blaast. Wellicht heeft Fortuna in Sneek niet enkel het lot, maar ook de wind gedraaid.

'De walvis', Jennifer Allora, HarlingenBeeld rv

Kometenwolk

De laatste stad die we bezoeken voor de tocht in Leeuwarden aankomt, is Franeker. De ­fontein staat hier, net als in Bolsward, vlak naast de kerk. De Oortwolk van Fransman Jean-Michel Othoniel eert de bekende ­astronoom Jan Hendrik Oort, die in de stad geboren werd. Hij ontdekte dat een soort wolk van kometen rond ons zonnestelsel zweeft, wat leidde tot verschillende ­doorbraken in de astronomie.

“Franeker is erg warm en heeft me als vreemdeling goed ontvangen”, zegt hij. “Dat is die mienskip die hier zo leeft. Tegelijk was het erg duidelijk dat de inwoners niet geïnteresseerd zijn in wat er buiten hun eigen stad gebeurt. Dat er net in deze stad een ­ontdekking gedaan werd die de hele wereld, zelfs de hele kosmos aanging, dat vond ik zo ironisch. Daar wilde ik iets mee doen.” Het ­planetarium waar Oort die ontdekking deed, is nog intact, en even intiem en gezellig als de rest van de stad. Je vindt er geen grote luxe of hippe ontbijtzaakjes, maar wel bistro’s met degelijke maaltijden en een kledingzaak met zelfgebreide mutsen, waar de liefde en ­zorgzaamheid uit alles blijkt.

Dat laatste is niet alleen in Franeker zo, maar lijkt in de hele provincie te gelden. Toevallige voorbijgangers op straat stoppen om een praatje te slaan, de serveerster in het café vraagt met oprechte nieuwsgierigheid hoe Friesland ons bevalt, die tien cent die we tekortkomen mogen we laten zitten.

De fonteinen zijn inderdaad gemaakt om bij de identiteit van elke stad te passen, dat zie je. Ze gaan zo goed op in de omgeving dat het lijkt alsof ze er altijd al waren, en niet pas decennia later toegevoegd zijn. Het project is een geslaagde mix van traditie en ­vernieuwende kunst, en is de lange treinrit zeker waard. Ook de openheid en de warmte van de Friezen volstaan om de koude ­zeelucht te vergeten. Maar voor wie liever wacht tot de zon ook in de noordelijkste Nederlandse provincie is doorgebroken: dat kan, want de fonteinen zijn niet wintergebonden en hebben een permanent plekje in de stad gekregen. Terug in Leeuwarden neem ik me voor om de andere zes steden ook nog te komen bezichtigen.

"Can I also offer you a stroopwafel?", biedt de vrouw die me de weg naar het station wees nog aan. Ze komt uit Duitsland, woont zelf nog geen jaar in Leeuwarden en moest dringend naar een meeting, maar besloot toch voor de gemakkelijkheid geen ­ingewikkelde uitleg te geven en even mee te wandelen om zeker te zijn dat ik het station zonder problemen zou vinden. En door die stroopwafel kon ik die lange treinrit naar België zeker aan. Mienskip, inderdaad.